•
Vervang de Accu-Chek FlexLink onmiddellijk
indien de infusieplaats ontstoken raakt en ge-
bruik een nieuwe infusieplaats.
•
Laat de Accu-Chek FlexLink in geen geval in
contact komen met desinfecterende middelen,
parfum, deodorant of insectenwerende mid-
delen, aangezien deze substanties van invloed
kunnen zijn op de werking van de infusieset.
•
Nooit het slanggedeelte vullen of verstoppin-
gen proberen ongedaan te maken als het
slanggedeelte is aangesloten op het naaldge-
deelte. Het gevaar bestaat dan dat te veel in-
suline wordt toegediend.
•
Vermijd mechanische invloeden op de in-
fusieplaats en op de Accu-Chek FlexLink.
68
Wees voorzichtig bij het dragen van zware
lasten.
•
Voordat de Accu-Chek FlexLink wordt inge-
bracht, moet de infusieplaats worden voorbe-
reid volgens de instructies van uw arts/diabe-
tesverpleegkundige.
•
Controleer de bloedglucosespiegel altijd 1–3
uur na het inbrengen van de Accu-Chek
FlexLink en controleer de infusieplaats regel-
matig. Vervang de zachte canule niet voordat u
naar bed gaat. Controleer uw bloedglucose-
spiegel regelmatig (overleg hierover met uw
arts/diabetesverpleegkundige).
•
Tijdens het gebruik dient u het gedeelte van de
infusieset waar de Lueraansluiting en slang