6
� Wees voorzichtig wanneer de bovenstaande waarschuwingen voor spanningsindicatie AAN staan.
7. HET A-FRAME GEBRUIKEN OM EEN FOUT TE LOKALISEREN
�WAARSCHUWING
Wees u altijd bewust van de locatie van begraven stroombronnen (vooral begraven voedingslijnen) wanneer
u de pennen van het A-frame in de grond duwt.
De pennen van het A-frame zijn scherp. Hanteer het altijd voorzichtig om letsels te voorkomen.
Het A-frame wordt gebruikt voor het detecteren van aardlekken op kabels en pijpen. In het geval van kabels,
worden lekken doorgaans veroorzaakt door schade aan de isolatie waardoor de metalen mantel of de interne
geleider in contact komt met de aarde. In het geval van pijpen bestaan de aardlekken uit defecten aan de coating.
Het A-frame werkt in combinatie met de UAT-600-TE-zender. De zender wordt gebruikt om een
aardlekdetectiesignaal uit te zenden naar de stroombron die wordt getest en het A-frame wordt gebruikt om
het signaal te ontvangen en de locatie van het lek exact te bepalen.
7.1 Een kabel voorbereiden
1. Koppel de kabel los en isoleer deze aan beide uiteinde. Zorg dat elke verbinding met de aarde is verbroken. Hierdoor
zal het testsignaal dat door het aardlek gaat niet worden verborgen of wordt het signaal dat wordt geleid door de
verbinding met de aarde niet verstoord. Het A-frame kan geen onderscheid maken tussen deze twee signalen.
2. Gebruik de functie voor de weerstandmeting op de zender of een specifiek apparaat voor het meten van de
weerstand om een kabel met aardlekfout te identificeren. Het A-frame zal standaard aardlekken tot 2 MΩ
detecteren (afhankelijk van de afstand van de zender, de toestand van de bodem enz.).
Bij de modus A-Lo / A-Hi zal de
(typisch) op het circuit dat wordt getest, zal de meting voor Ω worden afgemeld onder het scherm MENU.
6
7
8
9
9
7
Tx
8
indicator knipperen. In geval van de aanwezigheid van spanning van ≥10 V
Terminals voor directe aansluiting en voedingsstroomtang
Tx
Indicator voor gevaarlijke uitgangsspanning
Het pictogram op het scherm geeft aan dat de zender een
uitgangsspanning van ≥30 V heeft.
Zekering
Indicator gevaarlijke spanning (meer dan 30 V)
Het continu rode lampje duidt op de aanwezigheid
van wisselspanning ≥30 V op het circuit onder directe
aansluitingsmodus.
Het knipperende rode lampje duidt op de
aanwezigheid van een hogere spanning dan 30 V
op de zenderaansluitingen onder de modus A-Lo en
A-Hi (gegenereerd en/of gemeten). In geval van de
aanwezigheid van lijnspanning >50 V (typisch) tijdens de
werking van de modus A-Lo of A-Hi, schakelt de zender
de modi A-Lo en A-Hi automatisch uit, en het continu
rode indicatielampje verdwijnt.
� Controleer altijd op de aanwezigheid van spanning op
het circuit door een aanvullende spanningstester.
5