Storingen Verhelpen - Metabo ASR 35 L AutoClean Manual Original

NEDERLANDS
NL
10.2 Afnemen van het zuigvermogen
Wanneer het zuigvermogen afneemt, dienen de
volgende maatregelen te worden genomen:
1. Reinigen van de filtercassettes door de elektro-
magnetische triller in te schakelen (schakelaar
(2) op de stand „IR" zetten).
2. Reservoir legen of papieren filterzak (8) / vlies-
filterzak (7) resp. PE-filterzak (6) vervangen.
3. Filtercassettes (18) vernieuwen.
10.3 Filtercassettes (18) vernieuwen
De filtercassettes (18) voor het verwisselen van het
filter nog eenmaal afschudden door de elektroma-
gnetische triller in te schakelen (schakelaar (2) op
de stand „IR" zetten).
Met een munt of vergelijkbaar voorwerp de
vergrendelknop (16) van de grendel (15) 90° tegen
de klok in draaien en de grendel (15) naar achteren
drukken. De kap openklappen en de filtercassettes
(18) naar boven uitnemen. De uitgenomen filter-
cassettes direct in een stofdichte kunststof zak
afsluiten en volgens voorschrift als afval afvoeren.
Nieuwe filtercassettes plaatsen; let er hierbij op dat
de filters netjes en stevig zitten.
10.4 Motorveiligheidsfilter
Motorveiligheidsfilter regelmatig controleren.
Wanneer het motorveiligheidsfilter (17) verontrei-
nigd zijn, dan wijst dit op defecte filtercassettes
(18):
- Filtercassettes (18) vernieuwen.
- Het motorveiligheidsfilter (17) vernieuwen of
onder stromend water uitwassen, laten drogen
en weer inzetten.
10.5 Watersensor
De watersensor regelmatig reinigen
en bij beschadiging onderzoeken.
10.6 Technische controle bij
ASR 35 M AutoClean
Ten minste jaarlijks dient door de fabrikant of
iemand die hiervoor geschoold is een stoftechni-
sche controle uitgevoerd te worden, bijv. op
beschadiging van het filter, de dichtheid van het
apparaat en de werking van de controleappara-
tuur.
Voor het onderhoud door de gebruiker moet de
zuiger gedemonteerd, schoongemaakt en onder-
houden worden, zonder dat dit gevaar oplevert
voor onderhoudspersoneel of andere personen.
36
Voorzorgsmaatregelen
Tot de passende voorzorgsmaatregelen behoren
de reiniging alvorens te demonteren, het treffen
van maatregelen voor de lokaal gefilterde gecon-
troleerde ventilatie op de plaats waar het apparaat
wordt gedemonteerd, de reiniging van het onder-
houdsgebied en een geschikte persoonlijke veilig-
heidsuitrusting.
Bij het uitvoeren van onderhouds- en repara-
tiewerkzaamheden dienen alle verontreinigde voor-
werpen die niet naar tevredenheid gereinigd kunnen
worden, te worden afgevoerd. Dergelijke voor-
werpen dienen in niet-doorlatende zakken afge-
voerd te worden in overeenstemming met de gang-
bare voorschriften voor het opruimen van dit soort
afval.

11 Storingen verhelpen

Wanneer het volumestroom-controlelampje (3)
brandt of een akoestisch signaal (alleen bij ASR 35
M AutoClean) klinkt, dient de papieren filterzak /
vlies-filterzak te worden leeggemaakt.
Afnemen van het zuigvermogen:
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk Reiniging
in acht.
• Filtercassettes (18) verontreinigd? - reinigen.
• Papieren filterzak (8) / vlies-filterzak (7) vol? -
vervangen.
• PE-filterzak (6) vol? - vervangen.
• Reservoir (11) vol? - leegmaken.
• Motorveiligheidsfilter (17) dichtgelopen? - Zie
hoofdstuk 10.
• Mondstuk, buis of slang verstopt ? - reinigen.
Apparaat start niet:
• Stekker in stopcontact?
• Stroomnet zonder spanning?
• Voedingskabel in orde
• Kap van het apparaat goed gesloten?
• Heeft watersensor het apparaat uitgeschakeld?
- reservoir legen; uit- en weer inschakelen.
• Schakelaar (2) op de stand „AR"? - op „I" of "IR"
zetten. Zie hoofdstuk 7.1.
• De zuiger wordt door een elektrisch gereed-
schap niet in- of uitgeschakeld, hoewel de scha-
kelaar (2) op de stand „AR" staat. - elektrisch
gereedschap in stopcontact (4) steken.
Stof in het reservoir bij ingebracht papieren
filterzak / vlies-filterzak:
• Positie van de draaischakelaar verkeerd. Zie
hoofdstuk 6.2.
PE-filterzak wordt tegen de filtercassettes (18)
aangezogen:
• Positie van de draaischakelaar verkeerd. Zie
hoofdstuk 6.3.
PE-filterzak wordt tegen de filtercassettes (18)
aangezogen:
• Positie van de draaischakelaar verkeerd. Zie
hoofdstuk 6.3.