ParaPost®Fiber WHITE
desgewenst korter aan het apicale of het occlusale uiteinde
(uw klinische evaluatie) met een Carborundum separatieschijf
(fig. 05). (Maak de stift vóór het snijden nat met water en
roteer de stift tijdens het snijden om een gelijkmatige snede
van iedere vezel te verkrijgen).
8. Na het passen en vóór het cementeren de stift achtjes reini-
gen met een alcoholdoekje.
9. (Facultatief) Silaan op de stift borstelen en laten drogen.
10. Het kanaal conditioneren en/of primer/adhesief aanbrengen
volgens de instructies van de fabrikant van het cement (wij
bevelen ParaPost cement aan).
11. De cementcomponenten volgens de instructies van e fab-
rikant gebruiken en op het stiftoppervlak aanbrengen. Een
Lentulo spiraal gebruiken om de wanden van de stiftruimte
met cement te bedekken, alsde hardingstijd van het cement
dit toelaat (fig 06).
12. Breng de stift onmiddellijk aan, waarbij u hemlangzaam
tot de volledige diepte inbrengt en het overtollige cement
uit de ruimte laat komen (fig.07). Gedurende ongeveer 60
seconden druk uitoefenen.
13. Alle overtollige cement afnemen alvorens met lichtuit te
harden. Desgewenst met licht uitharden volgens de instruc-
ties van de fabrikant.
20
14. Werk de kern af en voer de restauratie uit (fig. 08).
Reinigen en steriliseren
Stiften: Reinig de ParaPost Fiber White-stift(en) in het ultrasone
reinigingsapparaat gedurende vijf minuten. Verwijderen en
goed spoelen onder stromend water; afdrogen met een
papieren doekje. Plaats de stift(en) ineen kleine, zuivere glazen
container met deksel. Dompelde stift(en) onder in een vloeibare
sterilisatieoplossing met 7,50 % waterstofperoxide en 0,85 %
fosforzuur (bijv. Sporox II**of een ander erkend en goedgekeurd
desinfectieproduct) toe. Bij kamertemper-atuur ten minste zes
uur laten weken. Giet de oplossing weg en dompel de stiften
weer onder in steriel water inde glazen container. Roer de
spoeloplossing voorzichtig gedurende twee minuten, giet de
oplossing vervolgens in de gootsteen af en breng de stift(en) op
een steriel sponsje in een schone container. Bevestig het deksel
en bewaar voor later gebruik.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de sterilisatieo-
plossing.
De oplossing nooit opnieuw gebruiken – meng nooit nieuwe
sterilisatieoplossing met gebruikte oplossing.
De oplossing altijd na gebruik wegwerpen!
Boortjes: Vóór ieder gebruik alle vuil op ultrasone wijzeverwi-
jderen of met een borsteltje afschrobben; grondigspoelen en
drogen. De boortjes, samen met een sterilisatie-indicator, in een
Gebruiksaanwijzing