WAARSCHUWING:
• Houd uw baby voortdurend in het oog en zorg ervoor dat zijn mond en neus vrij zijn.
• Voor premature baby's, baby's met een laag geboortegewicht en baby's met een medische aandoening, raadpleegt u best een
arts voor u dit product gebruikt.
• Zorg ervoor dat de kin van uw baby niet op zijn borst rust, omdat dat de ademhaling kan belemmeren, wat tot verstikking kan
leiden.
• Uw evenwicht kan worden verstoord door uw eigen bewegingen of door die van uw kind.
• Wees voorzichtig wanneer u naar voren of zijwaarts buigt of leunt.
• Zorg ervoor dat uw baby zijn vingers niet in een riemopening stopt
• Laat een baby nooit zonder toezicht achter in of met de Ergobaby™ Babydraagzak.
• De Babydraagzak is niet geschikt voor gebruik tijdens sportactiviteiten, zoals rennen, fietsen, zwemmen en skiën.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ HET GEBRUIK VAN DE ERGOBABY™ BABYDRAAGZAK:
Alvorens de draagzak te gebruiken, dient u alle instructies door te lezen. Gebruik deze babydraagzak alleen voor baby's tussen 3,2 kg en 20 kg. De babydraagzak
is niet geschikt voor baby's die minder dan 3,2 kg wegen en kleiner zijn dan 50,8 cm. UW KIND MOET MET HET GEZICHTJE NAAR U TOEGEKEERD ZIJN TOTDAT HET
ZIJN OF HAAR HOOFDJE RECHTOP KAN HOUDEN. Laat een baby nooit zonder toezicht achter in of met de Ergobaby™ Babydraagzak. Nooit een zachte draagzak
gebruiken als uw evenwicht of mobiliteit verstoord is door oefeningen, duizeligheid of medische aandoeningen. Nooit een draagzak gebruiken tijdens het koken
of schoonmaken waarbij sprake is van een warmtebron of blootstelling aan chemicaliën. Nooit een draagzak dragen tijdens het autorijden of als passagier van
een voertuig. Wees voorzichtig bij het drinken van warme dranken zodat u niets op de baby morst terwijl u de draagzak gebruikt. Open de heupriem nooit
terwijl baby in de Babydraagzak zit. Denk erom dat naarmate uw baby actiever wordt, het risico dat hij uit de draagzak valt, toeneemt. Draag slechts één kind
tegelijk in de babydraagzak. Gebruik/draag nooit meerdere draagzakken tegelijk. De kin van uw baby mag NOOIT op zijn borst rusten, omdat de luchttoevoer op
die manier gedeeltelijk wordt geblokkeerd. Er moet altijd een ruimte van ten minste twee vingers onder de kin van de baby vrij blijven. De drager moet ervoor
zorgen dat de ademhalingswegen van de baby vrij blijven en dat de baby OP ELK MOMENT normaal ademt. Te vroeg geboren zuigelingen, zuigelingen met
ademhalingsproblemen en zuigelingen jonger dan 4 maanden lopen de grootste kans op verstikking. Plaats de baby op de juiste manier in het Baby Verkleinkussen
en zorg dat de beentjes zich in de juiste positie bevinden. U moet de positie van uw baby regelmatig controleren om ervoor te zorgen dat hij goed in het midden
van de Babydraagzak zit, met zijn beentjes gespreid en het hoofdje rechtop, en dat hij niet onderuit- of scheefzakt. U dient de positie van uw baby regelmatig te
controleren om ervoor te zorgen dat hij correct in het midden van de Babydraagzak zit, met zijn beentjes gespreid en hoofdje rechtop, en dat hij niet scheefzakt. Het
hoofdje van uw baby moet worden ondersteund door het nekkussen tot baby zijn hoofd en nek zelf goed rechtop kan houden. Controleer regelmatig de beentjes
en voetjes van de baby als hij in de Babydraagzak zit, zodat ze niet bekneld raken door de Babydraagzak. Om te vermijden dat de onderbuik wordt samengedrukt
en om de spijsvertering en opname te bevorderen, is het beter geen draagzak te gebruiken tot 30 minuten na het voeden van de baby. De draagzak moet op een
dusdanige wijze worden gedragen dat de baby zijn hoofdje kan bewegen zonder dat hij het tegen uw lichaam moet drukken. Wanneer u de hoofdsteun gebruikt,
zorg er dan voor dat die het gezicht van de baby NIET volledig bedekt en controleer uw baby regelmatig. Zorg ervoor dat de opening groot genoeg is om lucht
door te laten. Zorg ervoor dat de vingers van uw baby niet vast komen te zitten in een riem- of andere opening omdat hij zich op die manier kan bezeren. Maak
de riempjes altijd correct vast wanneer u de babydraagzak niet gebruikt. Houd de babydraagzak uit de buurt van kinderen wanneer u hem niet gebruikt. Zorg er
voor elk gebruik voor dat u alle gespen, sluitingen, riempjes en schouderriemen correct hebt aangebracht en gesloten. Controleer de babydraagzak regelmatig
op tekenen van slijtage en defecten. Gebruik de babydraagzak nooit wanneer de stof, klittenband of riempjes beschadigd zijn. Controleer voor elk gebruik op
gescheurde naden, kapotte riempjes of stof en beschadigde klittenband. Controleer bij gebruik van de draagzak regelmatig de riempjes en gespen om ervoor
te zorgen dat ze voldoende aangespannen zijn en goed zitten. Gebruik de rug- en heuppositie waarbij de baby het gezicht van u af draagt, alleen als deze zijn
hoofd en nek zelf rechtop kan houden. Het is niet raadzaam van positie te veranderen terwijl uw baby in de Babydraagzak zit. Neem de baby uit de Babydraagzak
voordat u de positie van de Babydraagzak verandert. Wanneer u leert uw baby in de Babydraagzak te plaatsen, doe dit dan om letsel te voorkomen boven
een bed of andere zachte ondergrond en met behulp van een andere volwassene. Trek de babydraagzak indien mogelijk aan en uit in de buurt van een zachte
ondergrond en in een veilige omgeving. Wees uitermate voorzichtig wanneer u de baby op de rug draagt. Voor kleinere baby's of voor volwassenen met een lange
romp is het raadzaam de heupriem hoger op het lichaam te dragen, zodat de baby zich op een zodanige hoogte bevindt dat de volwassene het hoofdje van de
baby nog zou kunnen kussen wanneer de baby op de buik wordt gedragen. De Babydraagzak mag niet worden gebruikt tenzij en totdat de drager de instructies
en veiligheidsaspecten begrijpt en zich vertrouwd en comfortabel voelt met het gebruik van de Babydraagzak. Deze Babydraagzak is uitsluitend bestemd voor
gebruik door gezonde volwassenen. Een persoon die in goede gezondheid verkeert, kan doorgaans 20% van zijn lichaamsgewicht in een normale rugzak dragen.
De Babydraagzak mag niet worden gebruikt door personen met gezondheidsproblemen die het veilig gebruik van het product kunnen belemmeren. Indien de
persoon die de Babydraagzak gebruikt schouder-, rug- of nekproblemen krijgt, dient hij het gebruik stop te zetten en een arts te raadplegen. Stop met het gebruik
van de Babydraagzak als de baby tekenen vertoont van ongemak als hij in de draagzak wordt vervoerd, totdat de baby zonder vertoon van ongemak kan worden
vervoerd. Uw kind krijgt het mogelijk te warm in deze draagzak. Gelieve aangepaste materialen te kiezen voor de kleding van uw kind. Controleer de temperatuur
door het lichaam van uw baby met de hand aan te raken.
De leeftijdsverwijzingen per maand zijn slechts algemene aanwijzingen, want elke baby ontwikkelt zich op zijn eigen manier. Gelieve te controleren of uw baby aan
de specifieke vereisten beantwoordt voor het gebruik van de draagzak.
Indien nodig voor verdere hulp contact opnemen met een vertegenwoordiger van de klantenservice van Ergobaby. Voor extra videomateriaal en bijkomende tips,
surf naar www.ergobaby.com (alleen Engels).
Aansprakelijkheidsbeperking: Ergobaby™ gebruikt uitsluitend kleurstoffen van de beste kwaliteit die zo veilig mogelijk zijn zodat de producten niet gaan verble-
ken, maar ze bevatten geen schadelijke chemische stoffen. Kleuren kunnen altijd vervagen tijdens het wassen. Ergobaby kan niet aansprakelijk worden gesteld
indien de kleur vervaagt door het wassen.
Garantie: Ga naar Ergobaby.com voor informatie over onze garantie. De onderneming Ergo Baby Carrier, Inc. waarborgt zijn producten tegen materiaal- en
afwerkingsfouten. We staan achter al onze producten en repareren of vervangen tijdens de eerste 12 maanden na aankoop alle beschadigde Ergobaby™-producten.
U dient een bewijs van aankoop te hebben en het product moet worden geretourneerd om aanspraak te maken op garantieservice. Mocht u een garantieclaim
hebben, neemt u dan contact op met Ergobaby Customer Service op:
VS: customerservice@ergobaby.com of +1 888-416-4888
EU: info@ergobaby.eu of +49 40 421 065 0
De garantiedekking strekt zich niet uit tot schade die veroorzaakt is door verkeerd gebruik of gebruik van de Babydraagzak dat niet in overeenstemming is met
de instructies in deze handleiding. De garantie is niet van toepassing op een Babydraagzak waarvan het originele ontwerp op welke wijze ook werd gewijzigd. In
het rechtsgebied van de koper is mogelijk een verschillende of bijkomende waarborg van toepassing. Voor zover andere of aanvullende garantierechten bestaan
volgens de wetten van de rechtspraak van de koper, zijn die garanties van toepassing en een aanvulling op de garantierechten.
30
EE
OLULINE! HOIDKE JUHEND ALLES HILISEMAKS KASU-
TAMISEKS.
HOIATUS: KUKKUMIS JA LÄMBUMISOHT
KUKKUMISOHT – Lapsed võivad kukkuda üle kandekoti ääre või läbi laia jala jaoks mõeldud ava.
• Enne igat kasutamist tehke kindlaks, et kõik kinnitusvahendid on turvaliselt suletud.
• Olge eriti tähelepanelik kallutamisel ning kõndimisel.
• Ärge kunagi kallutage vöökohast, vaid painutage põlvi.
• Ärge kasutage kandekotti, kui teie laps kaalub vähem kui 3,2kg.
• Kandekott sobib kasutamiseks, kui laps kaalub 3,2-20 kg.
• Kukkumisest tulenevate ohtude vältimiseks tehke kindlaks, et laps istub kandekotis turvaliselt.
• Ärge KUNAGI jätke last järelvalveta, kui ta on kandekotis või selle läheduses.
LÄMBUMISOHT – Alla 4 kuu vanused lapsed võivad lämbuda, kui nad on näoga liiga tugevalt vastu teie keha surutud.
• Ärge kinnitage last liiga tugevalt vastu oma keha.
• Jätke ruumi pea liikumiseks.
• Jälgige, et lapse näo ees puuduksid takistused.
• Ärge laske lapsel magada kui ta on liikumissuunaga kandekotti asetatud.
HOIATUS:
• Jälgige oma last pidevalt ja tehke kindlaks, et tema nina ja suu ees puuduksid takistused.
• Kui laps on enneaegne, madala kaaluga või haigusseisundiga, küsige enne toote kasutamist nõu tervise spetsialistilt.
• Tehke kindlaks, et teie lapse lõug ei oleks vajunud rinnale, sest hingamine võib olla takistatud ning see võib viia
lämbumiseni.
• Teie ning teie lapse liigutused võivad teie tasakaalu negatiivselt mõjutada.
• Olge ettevaatlik kui kallutate ette või külgedele.
• Ärge laske lapsel panna oma sõrmi kinnitite juurde.
• Ärge KUNAGI jätke last järelvalveta, kui ta on kandekotis või selle läheduses.
• Kandekott ei ole mõeldud kasutamiseks sportimise ajal sh. jooksmine, rattasõit, ujumine ja suusatamine.
ETTEVAATUSABINÕUD ERGOBABY KANDEKOTI KASUTAMISEL:
Lugege juhendit enne pehme kandekoti kokkupanemist ja kasutamist. Kasutage kandekotti, kui laps kaalub vahemikus 3,2-20kg. Kandekott ei ole mõeldud
kasutamiseks, kui laps kaalub vähem kui 3,2kg või on lühem kui 50,8cm. LAPS PEAB OLEMA KANDEKOTTI ASETATUD SUUNAGA TEIE POOLE SENI, KUNI
TA EI OLE ÕPPINUD ISESEISVALT PEAD PÜSTI HOIDMA. Ärge kunagi jätke last järelvalveta, kui ta on kandekotis või selle läheduses. Ärge kunagi kasutage
kandekotti, kui teie tasakaal või liikuvus on treeningute, uimasuse või tervisliku seisundi tõttu halvenenud. Ärge kasutage kandekotti söögitegemise või
koristamise ajal, sest te puutute kokku kuumuse ja kemikaalidega. Ärge kasutage kandekotti kui juhite autot või olete autos kaasreisija. Olge kuumade jookide
tarbimisel hoolikas, et vältida joogi valamist lapse peale. Ärge kunagi avage nimmel olevat kinnitusvööd kui laps istub kandekotis. Olge teadlik, et lapse
aktiivsemaks muutumisega suureneb oht, et laps võib kandekotist välja kukkuda. Kandekott on mõeldud ühe lapse kandmiseks. Ärge kunagi kinnitage enda
külge rohkem kui ühte kandekotti. Lapse lõug ei tohiks KUNAGI olla vajunud tema rinnale, sest see võib sulgeda osaliselt lapse hingamisteed. Lapse lõuaga
peaks alati jääma kahe sõrme jagu vaba liikumisruumi. Tehke kindlaks, et lapse hingamisteed on vabad ning laps hingab KOGU AEG normaalselt. Enneaegsed,
hingamisprobleemidega ning alla 4 kuud vanused lapsed on kõige suuremas lämbumisohus. Tehke kindlaks, et laps on kandekotti asetatud õigesti. Kontrollige
ka lapse jalgade õiget asetust. Lapse asendit kandekotis tuleb pidevalt jälgida. Lapse jalad peavad kandekotis olema laiali ning pea püsti, mitte küljele või
alla vajunud. Teie lapse pead peaks toetama kaelatugi kuni laps näitab, et tal on tugev ja järjekindel pea ja kaela kontroll. Lapse käsi ja jalgu tuleb kandekotis
regulaarselt jälgida, et vältida pigistamist. Ärge kandke last kõhukotis 30 minutit pärast rinnaga söötmist või pudelist toitmist, sest kokkusurutud asend võib
häirida toidu seedimist ja imendumist. Kandekotti tuleb reguleerida nii, et laps ei oleks surutud vastu teie keha. Kui kasutate katet, siis tehke kindlaks, et kate
ei kata kogu lapse nägu. Kontrollige last regulaarselt ning jälgige, et õhu liikumiseks on piisavalt vaba ruumi. Tehke kindlaks, et lapse sõrmed ei ole kinnitite või
vahede juures, sest see võib põhjustada lapsele vigastusi. Kinnitage pandlad korralikult isegi juhul, kui kandekott ei ole parasjagu kasutuses. Hoidke kandekott
laste käeulatusest väljaspool. Enne igat kasutuskorda tuleb kontrollida, et kõik pandlad, trukid ja rihmad on õigesti korrigeeritud ja kinnitatud. Kontrollige
toodet regulaarselt, et märgata kulumisi ja kahjustusi. Ärge kasutage kandekotti kui kangas, kinnitid või pannal on kahjustatud. Jälgige, et tootel puuduksid
rebenenud õmblused, rihmad või kangas ning kahjustatud kinnitusvahendid. Kontrollige kandmise ajal regulaarselt rihmasid ja pandlaid, et veenduda nende
õiges pinges ja paigutuses. Kasutage väljapoole suunatud asendit vaid juhul, kui laps on näidanud tugevat ja järjekindlat pea ja kaela kontrolli. Ärge vahetage
kandekoti asendit, kui laps on kandekotis. Võtke laps enne asendi muutmist kandekotist välja. Vigastuste vältimiseks õppige lapse kandekotti asetamist voodi
või mõne muu pehme pinna kohal ning teise täiskasvanu abiga. Võimalusel võtke laps kandekotist välja ohutul ning turvalisel pinnal. Olge eriti ettevaatlik, kui
laps on asetatud kandekotiga teie seljale. Väiksemate laste või pikkade kandekoti kandjate puhul tuleb kandekoti vöökinnitus asetada piisavalt kõrgele, et
oleks võimalik lapse pead suudelda. Kandekoti kandmist võib alustada alles siis, kui kandja on aru saanud juhenditest ja ohutusnõuetest ning tunneb ennas
kandekotti kandes enesekindlalt ja mugavalt. Kandekotti võivad kanda vaid terved täiskasvanud. Üldreeglina peaks hea tervise juures olev täiskasvanu suutma
traditsioonilises seljakoti asendis kanda 20% oma keharaskusest. Kandekotti ei tohiks kasutada isikud, kellel on terviseprobleemid, mis võivad takistada
kandekoti ohutut kasutamist. Kui kandekoti kasutamise ajal ilmnevad õla-, selja- või kaelaprobleemid, tuleks kandekoti kasutamine lõpetada ning pöörduda
31
➥