Onderhoud
Voor instructies voor het onderhoud van
de
verlichtingseenheid
wordt u verwezen naar de desbetreffende
instructiehandleidingen die met de producten
geleverd werden.
DAGELIJKS:
Voer uw vissen volgens de instructies op de
verpakking van het visvoer.
Controleer de temperatuur.
Controleer dat alle apparatuur correct werkt.
Controleer dat het waterpeil zich boven de
markering voor het "minimum operating water
level" bevindt. Als u verdampt water aanvult,
gebruik dan altijd ontchloord kraanwater of
correct gefilterd water. Bij het verdampen van
aquariumwater blijft er zout in het water achter,
dus aanvullen met zout water verhoogt het
zoutgehalte van het aquarium. Controleer het
zoutgehalte nadat u het water heeft bijgevuld.
WEKELIJKS:
Test de waterparameters inclusief pH, ammoniak,
nitriet, nitraat, fosfaat, carbonaathardheid en de
specifieke zwaartekracht (zoutgehalte). Wanneer
u koralen of andere gevoelige zeedieren houdt
kunnen verdere waterproeven gewenst zijn.
Vraag uw zeeaquariumspecialist om advies.
Gebruik uitsluitend testkits van goede kwaliteit.
Aqua One heeft een assortiment testkits (apart
verkrijgbaar) waarmee u de kwaliteit van het
water heel eenvoudig en nauwkeurig kunt
monitoren.
Sommige planten- en diersoorten hebben
specifieke wateromstandigheden nodig. Vraag
uw zeeaquariumspecialist om advies.
ELKE TWEE WEKEN: Vervang 25% van het water
Wat u hiervoor nodig heeft: een emmer,
grindreiniger,
handdoek,
waterconditioner en òf synthetisch zout òf
voorgemengd/natuurlijk zout water. De vissen
en koralen hoeven tijdens het vervangen van
en
retourpomp
algenschraper,
33
water niet verwijderd te worden.
1. Was uw handen.
2. Meng het zoute water volgens de aanwijzingen
op de verpakking van de zoutmix. Of, heb uw
voorgemengde/natuurlijk zoute water gereed.
3. Controleer de pH, temperatuur en specifieke
zwaartekracht van zowel het water in uw
aquarium als dat van het nieuwe water. Pas het
nieuwe water indien nodig aan. U zou kunnen
overwegen om een tweede verwarming aan te
schaffen om het nieuwe water te verwarmen.
4. Wanneer het water klaar is voor gebruik,
verwijdert u de verlichtingseenheid en glazen
kleppen; leg ze op een veilige plaats waar ze niet
met water in contact komen en niet beschadigd
kunnen worden.
5. Schakel de verwarming en pomp uit.
6. Leg een handdoek op de vloer voor het
aquarium om gemorst water op te vangen.
7. Verwijder eventuele algengroei op het glas
met een algenschraper.
8. Verwijder 25% van het aquariumwater met
behulp van een grindreiniger. Noteer hoeveel
water u verwijderd hebt en zorg ervoor dat
u genoeg water klaar heeft staan om al het
verwijderde water te vervangen.
9. Vul het aquarium weer bij met het voorbereide
water tot ongeveer 10 cm boven de markering
voor het "minimum operating water level".
10. Schakel de verwarming en pomp weer in
en controleer dat het waterpeil zich boven de
markering voor het "minimum operating water
level" bevindt.
11. Schakel het aquarium gedurende 30 minuten
in en controleer vervolgens de temperatuur,
specifieke zwaartekracht en pH. Pas indien
nodig het water aan.
12.
Zet
de
glazen
verlichtingseenheid op hun plek terug.
NL
kleppen
en
de