BEDIENING VAN HET MODEL MET DUBBELE DEUR
Uw apparaat inschakelen
De temperatuurselectieknop zit op de rechter binnenwand van de
koelkast.
Instelling "Off": het apparaat is uit.
Instelling "MIN": minder koude temperatuur.
Instelling "MED": normale werking (voldoende voor de meeste
situaties)
Instelling "MAX": koudste temperatuur
Bij een hoge omgevingstemperatuur kan het nodig zijn om de
thermostaat op de koudste instelling te zetten (stand "MAX"). Hierdoor kan het zijn dat de
compressor voortdurend draait om een lage temperatuur in de koelkast te behouden.
Wanneer u de koelkast voor het eerste installeert, zet de thermostaatknop dan op "MED". Geef uw
koelkast de tijd om volledig af te koelen voordat u er voedsel in zet. Het is het beste om 24 uur te
wachten voordat u voedsel in het apparaat zet. De thermostaatknop regelt de temperatuur.
Wanneer de thermostaatknop op "OFF" wordt gezet, gaat de koelkast uit.
TIJDENS GEBRUIK
1.
Het apparaat werkt mogelijk niet consequent (kans op ontdooien van de inhoud of een te
hoge temperatuur in het vak voor ingevroren voedsel) wanneer het langere tijd in een
koudere ruimte wordt geplaatst dan waarvoor het apparaat bedoeld is
2.
De informatie over de klimaatklasse van het apparaat is te vinden op de typeplaat.
3.
De binnentemperatuur kan beïnvloed worden door factoren als de plaats van het apparaat,
de omgevingstemperatuur en hoe vaak de deur wordt geopend. Indien nodig moet de
instelling van temperatuurregelingsapparaten hieraan worden aangepast.
4.
Koolzuurhoudende dranken mogen niet in de vriezer of in de lage-temperatuurvakken
worden geplaatst. Sommige producten, zoals ijsblokjes, mogen niet te koud worden
geconsumeerd
5.
Bewaar voedsel niet langer dan de uiterste houdbaarheidsdatum die staat aangegeven op de
verpakking
Tips om voedsel perfect in de koelkast te bewaren
Wees extra nauwkeurig met vlees en vis: bereid vlees moet altijd worden bewaard op hogere plank
dan rauw vlees om overdracht van bacteriën te voorkomen. Leg rauw vlees op een bord dat groot
genoeg is om de sappen op te vangen en dek het af met plasticfolie.
Zorg dat er ruimte is rondom het voedsel: hierdoor kan er koude lucht door de koelkast circuleren,
zodat alle gedeelten van de koelkast koud blijven.
Verpak het voedsel: om smaakoverdracht en uitdrogen te voorkomen, moet voedsel apart worden
verpakt of afgedekt. Fruit en groenten hoeven niet te worden verpakt.
Voorgekookt voedsel moet goed afkoelen: laat voorgekookt voedsel afkoelen voordat u het in de
koelkast plaatst. Dit helpt om te voorkomen dat de binnentemperatuur van de koelkast stijgt.
Sluit de deur: probeer de deur zo weinig mogelijk te openen om te voorkomen dat er koude lucht
ontsnapt. Als u boodschappen heeft gedaan, sorteer dan het voedsel dat u in de koelkast moet
127