Inleiding
Met behulp van de radiografische afstandsbediening kan bij-
voorbeeld een boegschroef of een ankerlier vanaf iedere
gewenste positie aan boord worden bediend.
Installatie
Waarschuwing
Om persoonlijk letsel te voorkomen dienen tijdens instal-
latie en onderhoud de elektrische aansluitingen altijd los-
gekoppeld te zijn.
Plaats de ontvanger zo ver mogelijk weg van grote metalen
delen en elektromotoren. De ontvanger is niet waterdicht; mon-
teer de ontvanger daarom op een plaats waar geen vocht kan
komen.
Sluit het geheel aan zoals in het aansluitschema is aangegeven.
Gebruik voor het aansluiten van de kabels de meegeleverde
kabelschoenen.
De afstandsbediening en de ontvanger behoren bij elkaar.
Verwissel ze nooit met een andere afstandsbediening of een
andere ontvanger!
Met behulp van de meegeleverde steun kan een vaste plaats
voor de afstandsbediening worden gecreëerd.
Gebruik
Schakel de voedingsspanning van de ontvanger in.
Houd de 'ON'-toets circa 2 seconden ingedrukt.
De LED gaat knipperen en de afstandsbediening is gereed voor
gebruik.
N.B. Een afstandsbediening die te dicht bij de ontvanger wordt
gehouden kan storing veroorzaken. Houd daarom tijdens
gebruik de afstandsbediening minimaal 1 meter van de ontvan-
ger verwijderd.
De maximale afstand tussen afstandsbediening en ontvanger,
waarbij een correcte werking gegarandeerd is, bedraagt
15 meter.
RC2: Met behulp van de 2 toetsen kan 1 apparaat bediend wor-
den.
RC4: Met behulp van de 4 toetsen kunnen 2 apparaten bediend
worden.
Druk nooit 2 toetsen gelijktijdig in!
Wanneer de afstandsbediening niet gebruikt wordt, zal deze na
circa 2 minuten automatisch uitgaan.
N.B. De ontvanger blijft ingeschakeld.
Batterij vervangen
Verwijder de 8 schroeven aan de achterzijde van de afstands-
bediening. Er bevindt zich in de afstandsbediening een extra
batterij. Verwijder de oude batterij en plaats de nieuwe batterij.
Batterij, Duracell
®
code : MN21
Varta
®
code
: V23GA
Let op! Verwijder nooit het isolatiemateriaal (witte stic-
ker) van de batterijklemmen!
Technische gegevens
Beschermingsgraad afstandsbediening : IP56
Frequentie
Maximale stroom (per uitgang)
2
060209.04
Nieuwe afstandsbediening (zender)
Een nieuwe afstandsbediening (zender) kan worden gebruikt:
- als vervanging van de originele afstandsbediening, of
- als uitbreiding van de originele afstandsbediening.
Elke nieuwe afstandsbediening moet worden aangemeld. Er
kunnen maximaal 5 afstandsbedieningen op één ontvanger
worden aangemeld. Wanneer een 6
aangemeld, wordt de 1
van de ontvanger gewist.
Procedure om de nieuwe afstandsbediening aan te melden
bij de ontvanger:
1 Verwijder de deksel van de ontvanger (zie tekening). Op de
2 Schakel de nieuwe
3 Schakel de voedingsspanning van de ontvanger in.
4 Druk de aangege-
5 Druk nu ook de zwarte druktoetsschakelaar (A) in, tot de LED
6 Laat de functietoets die op de afstandsbediening wordt inge-
7 De LED (B) gaat nu uit.
Opmerkingen:
- Let op dat er geen elektrische componenten op de print wor-
den beschadigd.
- Er treden geen gevaarlijke elektrische spanningen op.
: 433,92 Hz
: 3 A (bij 9 .. 30 V
gelijkspanning)
e
afstandsbediening uit het geheugen
print zijn nu de zwarte druktoetsschakelaar (A) en de LED (B)
te zien.
Zorg er voor dat alleen de bedrading van de ontvanger naar
de voedingsspanning is aangesloten, maar schakel de voe-
dingsspanning nog niet in.
afstandsbediening
in. Houd de 'ON'-
toets
circa
2
seconden ingedrukt.
Let op! Nadat de voedingsspanning is ingeschakeld, is de
zwarte druktoetsschakelaar (A) slechts 12 seconden actief!
ven
functietoets
(linksboven)
op
de
nieuwe
afstandsbediening
in, en houdt deze ingedrukt.
(B) gaat branden. Hiermee wordt een juiste aanmelding
bevestigd.
drukt nu los.
Controleer de juiste werking van de nieuwe afstandsbedie-
ning.
NEDERLANDS
e
afstandsbediening wordt
Radiografische afstandsbediening