Montage
Zuigbuis verstellen (fig. B)
De zuigbuis (8) is onder het apparaat opgeborgen. Als
u de zuigbuis wilt verstellen, drukt u op de
zuigbuisontgrendelingsknop (3) en draait u de zuigbuis
in de gewenste stand.
Laat de zuigbuisontgrendelingsknop (3) los om de
zuigbuis (8) in deze stand te vergrendelen.
De zuigbuis (8) kan langer worden gemaakt door de
zuigbuisverlenging (7) uit te trekken totdat deze
vastklikt.
De verlenging kan worden ingeschoven door op de
knop (14) te drukken en de verlenging (7) in de zuigbuis
terug te schuiven.
Plaats de zuigbuis (8) na gebruik terug in de
opbergstand onder het apparaat.
Hulpstukken bevestigen (fig. C & D)
Met het apparaat worden de volgende hulpstukken
meegeleverd:
Twee borstelhulpstukken (10 & 11) voor bekleding
Een verlengslang (12)
Een slangaansluiting (13)
Opmerking: Het borstelhulpstuk (10) kan aan de voorkant
van het apparaat worden geplaatst. Het borstelhulpstuk met
rechte hoek (11) kan aan het einde van de verlengslang (12)
worden aangebracht.
Een hulpstuk aanbrengen:
Plaats de borstel in de voorzijde van het apparaat.
U kunt ook de slangaansluiting (13) op de neus van het
apparaat plaatsen en een uiteinde van de slang (12) op
de aansluiting plaatsen.
Plaats het borstelhulpstuk met rechte hoek (11) op het
andere uiteinde van de slang.
Als u de hulpstukken niet gebruikt, kunt u deze in de
opbergzak (9) opbergen.
Gebruik
Aansluiten op de stroomvoeding van het voertuig
(fig. E)
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld.
Verwijder de sigarettenaansteker uit het contact.
Steek de aansluiting (6) in de sigarettenaansteker.
In- en uitschakelen (fig. F)
Schuif de aan/uit-schakelaar (4) naar voren om het
apparaat in te schakelen.
Schuif de aan/uit-schakelaar naar achteren om het
apparaat uit te schakelen.
Het apparaat kan telkens maximaal 30 minuten worden
gebruikt zonder het vermogen te beïnvloeden van een
normaal opgeladen voertuigaccu die in goede staat verkeert.
Waarschuwing! Als het apparaat langer wordt gebruikt,
loopt de accu leeg. Laat de motor van het voertuig niet
draaien terwijl u het apparaat gebruikt, omdat dit de
levensduur van het apparaat kan verkorten.
Zuigkracht optimaal houden (fig. G)
Voor een optimale zuigkracht moeten de filters tijdens het
gebruik regelmatig worden gereinigd.
Draai het filterreinigingswiel (5) enkele slagen om het
stof waarmee de filters (15 & 16) verstopt zitten, los te
kloppen.
Reiniging en onderhoud
Waarschuwing! Reinig de filters regelmatig (15 & 16).
Stofcompartiment en filters reinigen (fig. H - I)
De filters zijn herbruikbaar en moeten regelmatig worden
gereinigd.
Druk op de ontgrendeling (1) en open de
compartimentdeur (2) (fig. H).
Maak het stofcompartiment leeg.
Draai de filters (15 & 16) linksom om deze te
verwijderen (fig. I).
Borstel al het losse stof van de filters.
Was de filters in een warm sopje uit (fig. J).
Zorg ervoor dat de filters droog zijn.
Plaats de filters (15 & 16) op het apparaat en draai deze
rechtsom om deze te vergrendelen.
Sluit de compartimentdeur (2). Zorg ervoor dat de
ontgrendeling (1) vastklikt.
Waarschuwing! Gebruik het apparaat nooit zonder de
filters. Het apparaat werkt alleen optimaal bij schone filters.
Filters vervangen
De filters moeten om de 6 à 9 maanden of bij tussentijdse
verslijting of beschadiging worden vervangen. Vervangende
filters zijn verkrijgbaar via uw Black & Decker-leverancier
(cat. nr. VF50):
Verwijder de oude filters op de hiervoor beschreven
wijze.
Plaats de nieuwe filters op de hiervoor beschreven
wijze.
NEDERLANDS
19