3
Voorschriften
Installeer de warmwaterboiler conform de nationale normen en richtlij-
nen.
Deze warmwaterboiler dient door een bevoegd installateur te worden
geplaatst. Hij dient zich te houden aan de geldende nationale en plaatse-
lijke voorschriften. In geval van twijfel dient hij zich te informeren bij de
officiële instanties of bij de nv Bosch Thermotechnology.
4
Transport
▶ Warmwaterboiler tijdens het transport beveiligen tegen vallen.
▶ Transporteer de verpakte boiler met steekkar en spanband
( afb. 4, pagina 45).
-of-
▶ Onverpakte boiler met transportnet transporteren, daarbij de aan-
sluitingen tegen beschadiging beschermen.
5
Montage
De boiler wordt compleet gemonteerd geleverd.
▶ Boiler op schade en volledigheid controleren.
5.1
Opstelling
5.1.1
Eisen aan de opstellingsplaats
OPMERKING: Schade aan de installatie door onvol-
doende draagkracht van het opstellingsoppervlak of
door een niet geschikte ondergrond.
▶ Waarborg dat het opstellingsoppervlak vlak is en vol-
doende draagkracht heeft.
▶ Boiler op de sokkel plaatsen wanneer het gevaar bestaat, dat op de
opstellingsplaats water op de vloer kan verzamelen.
▶ Boiler droog en in vorstvrije binnenruimten opstellen.
▶ Respecteer de minimale ruimtehoogte ( tab. 10, pagina 44) in de
opstellingsruimte. Er zijn geen minimale wandafstanden nodig.
5.1.2
Warmwaterboiler opstellen
▶ Boiler opstellen en uitlijnen ( afb. 6, pagina 46 en afb. 7,
pagina 46).
▶ Verwijder de beschermkappen.
▶ Teflonband of teflonkoord aanbrengen ( afb. 8, pagina 46).
5.2
Hydraulische aansluiting
WAARSCHUWING: Brandgevaar door soldeer- en las-
werkzaamheden!
▶ Neem bij soldeer- en laswerkzaamheden geschikte
veiligheidsmaatregelen, omdat de warmte-isolatie
brandbaar is. Bijv. warmte-isolatie afdekken.
▶ Boilermantel na de werkzaamheden op schade con-
troleren.
WAARSCHUWING: Gevaar voor de gezondheid door
vervuild water!
Onzorgvuldig uitgevoerde montagewerkzaamheden ver-
vuilen het drinkwater.
▶ Installeer de boiler hygiënisch conform de landspeci-
fieke normen en richtlijnen.
ST 120-5 Z
5.2.1
Boiler hydraulisch aansluiten
Installatievoorbeeld met alle aanbevolen ventielen en kranen ( afb. 9,
pagina 46).
Pos.
Beschrijving
1
Boilervat
2
Be- en ontluchtingsventiel
3
Afsluitklep met aftapklep
4
Veiligheidsklep
5
Terugslagklep
6
Afsluiter
7
Circulatiepomp
8
Drukregelaar (indien nodig)
9
Controleklep
10
Terugslagventiel
11
Aansluiting voor manometer
AB
Uitgang warm water
EK
Ingang koud water
EZ
Ingang circulatie
Tabel 7 Installatievoorbeeld ( afb. 9, pagina 46)
▶ Installatiemateriaal gebruiken dat tot 160 °C (320 °F) hittebestendig
is.
▶ Er mogen geen open expansievaten worden gebruikt.
▶ Bij drinkwater-verwarmingsinstallaties met kunststof leidingen me-
talen koppelingen gebruiken.
▶ Aftapleiding conform de aansluiting dimensioneren.
▶ Bouw geen bochten in de aftapleiding in, anders kan de installatie
niet goed gespuid worden.
▶ Bij gebruik van een terugslagklep in de aanvoerleiding naar de koud-
waterinlaat: veiligheidsklep tussen terugslagklep en koudwaterinlaat
inbouwen.
▶ Wanneer de rustdruk van de installatie hoger is dan 5 bar, een druk-
verminderaar inbouwen.
5.2.2
Veiligheidsklep installeren (niet meegeleverd)
▶ Installeer een, voor drinkwater toegelaten, veiligheidsklep
(DN 20) in de koudwaterleiding inbouwen ( afb. 9, pagina 46).
▶ Installatiehandleiding van het veiligheidsklep respecteren.
▶ De uitblaasleiding van het veiligheidsklep moet in het tegen bevrie-
zing beschermde gebied via een afwatering uitmonden, waarbij de
plaats vrij moet kunnen worden geobserveerd.
– De uitblaasleiding moet minimaal overeenkomen met de uitlaatdi-
ameter van de veiligheidklep.
– De uitblaasleiding moet minimaal het debiet kunnen afblazen, die
in de koudwaterinlaat mogelijk is ( tab. 4 , pagina 28).
▶ Instructiebord met de volgende tekst op de veiligheidsklep aanbren-
gen "Uitblaasleiding niet afsluiten. Tijdens het verwarmen kan be-
drijfsmatig water ontsnappen."
Wanneer de rustdruk van de installatie hoger wordt dan 80 % van de aan-
spreekdruk van het veiligheidsklep:
▶ Drukverminderaar voorschakelen ( afb. 9, pagina 46).
Netdruk
Aanspreek-
(rustdruk)
druk veilig-
heidsventiel
6 bar
< 4,8 bar
5 bar
6 bar
8 bar
5 bar
8 bar
6 bar
7,8 bar
10 bar
Tabel 8 Keuze van een geschikte drukverminderaar
Voorschriften | 29
Drukverminderaar
in de EU
buiten de EU
niet nodig
max. 4,8 bar
niet nodig
max. 5,0 bar
niet nodig
max. 5,0 bar
niet nodig
6 720 801 712 (2016/07)