4. Onderhoud en problemen oplossen
4.1
Symbolen en foutmeldingen
Foutweergave
Thermometer wordt gestabiliseerd.
Batterij is bijna op.
Beschermhoesje is niet juist
aangebracht.
Meting voordat thermometer is
gestabiliseerd.
De thermometer laat een snelle
verandering van de
omgevingstemperatuur zien.
De omgevingstemperatuur ligt niet
binnen het bereik van 10 °C tot
40 °C (50 °F–104 °F).
Fouten 5–9 geven een storing van de
thermometer aan.
Oorzaak
Remedie
Wacht totdat
niet meer knippert.
Vervang de batterij.
(Zie paragraaf 4.3.)
Breng het beschermhoesje opnieuw aan totdat
knippert.
Wacht totdat
niet meer knippert.
Laat de thermometer ten minste 30 minuten rusten op
kamertemperatuur: tussen 10 °C en 40 °C (50 °F–104 °F).
Laat de thermometer ten minste 30 minuten rusten op
kamertemperatuur: tussen 10 °C en 40 °C (50 °F–
104 °F).
Verwijder de batterij, wacht 1 minuut, plaats de batterij
opnieuw en schakel de thermometer weer in. Als de melding
opnieuw verschijnt, neemt u contact op met de OMRON-
verkoper of -distributeur om de thermometer na te kijken.
niet meer
NL
133