6 Opnemen
U kunt de audiobestanden van een disc
opnemen op een USB-apparaat. Audio-CD-
tracks en MP3-bestanden worden opgenomen
in .mp3-indeling en WMA-bestanden worden
opgenomen in .wma-indeling.
Als u voor het eerst op USB gaat opnemen,
wordt er automatisch een map 'PHILIPS'
gemaakt op het USB-apparaat. Elke keer als
u opneemt op USB, worden de opgenomen
bestanden opgeslagen in een submap in de
map 'PHILIPS'. De bestanden en submappen
worden genummerd in de volgorde waarin ze
zijn gemaakt.
1
Druk op CD om de discbron te
selecteren.
2
Plaats een disc.
•
Druk op de numerieke knoppen om
een track te selecteren vanaf waar
de opname begint.
3
Sluit een USB-opslagapparaat aan op de
-aansluiting van dit apparaat.
4
Druk herhaaldelijk op USB REC om een
van de volgende opties te selecteren:
•
[RIP ONE] (één opnemen): hiermee
neemt u de geselecteerde track op.
•
[RIP ALL] (alles opnemen): hiermee
neemt u alle tracks op vanaf de
geselecteerde track.
»
De disc wordt automatisch afgespeeld
vanaf het begin van de disc/vanaf de
geselecteerde track en de opname
begint.
•
Druk op
om de opname te
stoppen.
Opmerking
•
Als er onvoldoende geheugen beschikbaar is, wordt
[USB FULL] (geheugen vol) weergegeven.
•
Als een opgenomen track korter dan 10 seconden
duurt, wordt deze niet opgeslagen op het USB-
opslagapparaat.
NL
15