• Foto - vastleggen van (stilstaande) afbeeldingen
• Afspelen - tonen van opgenomen video's en foto's.
Zodra het apparaat is ingeschakeld, kunt u van modus veranderen met behulp van de
MODE-knop
.
12
LED-indicatielampjes
Het LED-indicatielampje
modus staat; het LED-indicatielampje gaat knipperen tijdens het opnemen.
Het LED-indicatielampje
Videomodus
Wanneer het apparaat wordt aangezet, staat het standaard in de videomodus!
Vanuit de foto- of afspeel-modus, drukt u op de MODE-knop
voor de videomodus
Klik op de OK-knop
Klik nogmaals op de OK-knop
Let op:
• Het apparaat stopt automatisch met opnemen als de batterij bijna leeg is.
• Het apparaat maakt loop-opnames op basis van de in het menu ingestelde tijd of
totdat de kaart vol is. Wanneer de kaart vol is, begint het apparaat weer opnieuw met
opnemen en worden eerdere opnamen overschreven.
00:00:01 Tijdindicator: geeft de duur aan van de huidige opname.
Modus-indicator: geeft aan dat de geselecteerde modus de videomodus is.
Indicator opnamekwaliteit: geeft de geselecteerde opnamekwaliteit aan.
NO CARD-indicator: geeft aan dat er geen Micro SD-geheugenkaart is geplaatst.
Indicator batterijstatus: geeft het batterijniveau aan.
Fotomodus
Wanneer het apparaat wordt aangezet, staat het standaard in de videomodus!
Om de fotomodus te selecteren, drukt u op de MODE-knop
voor de fotomodus op het Lcd-scherm
Druk op de OK-knop
A Modus-indicator: geeft aan dat de geselecteerde modus de fotomodus is.
Indicator foto-resolutie: geeft de geselecteerde resolutie aan voor foto's.
NO CARD-indicator: geeft aan dat er geen Micro SD-geheugenkaart is
geplaatst.
Indicator batterijstatus: geeft het batterijniveau aan.
NL 05
16
wordt blauw wanneer het apparaat AAN en in de video-
wordt ROOD wanneer de camera aan het opladen is.
16
op het Lcd-scherm
om te beginnen met opnemen.
11
om te stoppen met opnemen.
11
11
om een foto te nemen.
2
verschijnt.
2
verschijnt.
12
totdat het pictogram
totdat het pictogram A
12