DE TANK MONTEREN
3
A
Voor een
juiste werking
moet de tank
waterpas worden
gemonteerd.
Persoonlijk letsel/Beschadiging: De tank moet op
maximaal 400 mm van de kraan en op maximaal
760 mm van een geaard stopcontact geplaatst worden.
De leidingen mogen NIET worden verlengd.
B
Laat 12 mm
vrij voor
hangende tank.
Monteer de tank verticaal zodanig dat er onder de
tank eventueel ruimte is voor de afvoer. Draai de
schroeven NIET te strak aan.
4
DE KRAAN OP DE TANK AANSLUITEN
A
(1)
(2)
(3)
Beschadiging: Beknelde of geblokkeerde
waterleidingen kunnen de watertank beschadigen.
Zorg ervoor dat de leidingen correct zijn aangesloten
en aangedrukt zoals beschreven.
28
I
Kies een plaats onder het aanrecht om
de tank verticaal te monteren binnen
bereik van de water- en elektrische
leidingen. Plaats de tank op maximaal
400 mm van de waterleidingen en
op maximaal 760 mm van een
geaard stopcontact.
I
Houd de tank op de gewenste
montagepositie en markeer met
een potlood de plaats voor de twee
bevestigingsschroeven.
Bijgeleverde schroeven zijn alleen bestemd voor
hout. Gebruik pluggen (niet bijgeleverd) voor
muurbevestiging.
I
Boor gaatjes (3 mm) bij de markeringen.
I
Draai de schroeven in de voorgeboorde
gaten en laat ze 6,4 mm uitsteken.
I
Hang de tank aan de schroeven.
I
Draai de schroeven vast met slechts een
halve slag naar rechts.
I
Plaats de snelkoppeling van de blauwe
leiding op de plastic aansluiting
linksboven op de tank en druk tot hij
vastklikt waarbij u de grijze knop niet
moet indrukken. (1)
I
Schuif de flexibele witte leiding over
de geribbelde middelste koppeling
en schuif hem ongeveer 12 mm naar
beneden. (2)
I
Schuif de kleine witte leiding over de
rechter gladde koppeling en schuif hem
ongeveer 12 mm naar beneden. (3)
I
Controleer of de leidingen niet ingedrukt
of scherp gebogen zijn.
Er zijn voor de aansluitingen geen slangklemmen nodig.
5
EEN FILTER INSTALLEREN
A
Persoonlijk letsel: Plaats het filter niet boven
een stopcontact of elektrisch apparaat. Installeer
de kop en de beugel zodanig dat leidingen normaal
lopen zonder scherpe bochten.
B
Van water-
toevoer
Beschadiging: Leg leidingen zonder scherpe bochten
langs de binnenkant van de ruimte onder de gootsteen.
De leidingen moeten om goed te passen recht en
braamloos worden afgekort.
C
HC1100
HC3300, H3300,
GN1100
Plug
Plug
Van filter of
watertoevoer
Van filter of
watertoevoer
Beschadiging: Verleng de koperen leiding
niet meer dan de bijgeleverde 40 cm.
D
Afvoerleiding
Van watertoe-
voerleiding
Tijdens het vervangen van het filter loopt
normaal ongeveer 60 ml water weg.
I
Kies zodanig een plaats voor het filter
dat het vervangen kan worden en bepaal
waar de gaten voor de filterkop en de
beugel moeten worden geplaatst.
I
Boor gaten (3 mm) en bevestig de
beugel met schroeven tegen de muur
en draai ze niet te vast aan.
I
Verwijder de rode kap van het filter, plaats
de filtercassette in de filterkop en draai
naar rechts tot de pijl "LOCK" (vergrendeld)
samenvalt met de pijl op de beugel.
I
Bepaal de lengte van gewenste leiding en
kort deze op maat recht en braamloos af.
I
Steek de witte leiding (9,5 mm) in de
toevoerzijde van de filterkop tot hij niet
verder kan. Duw nogmaals aan om
naar
kraan
ervoor te zorgen dat de leiding
goed vastzit.
I
Steek de andere witte leiding in de
afvoerzijde van de filterkop tot hij niet
verder kan. Duw nogmaals aan om
ervoor te zorgen dat de leiding
goed vastzit.
I
Alleen HC1100: Verwijder de plug uit
de "Y"-snelkoppeling door de grijze ring
vast te houden en voorzichtig de plug
eruit te trekken.
I
Plaats de koperen leiding(en) van de
kraan in de 9,5-6,35 mm snelkoppeling.
Duw nogmaals aan om ervoor te
zorgen dat de leiding goed vastzit.
I
Sluit de witte leiding van de rechter
filterkopafvoer aan op de snelkoppeling
tot hij blokkeert. Duw nogmaals aan
om ervoor te zorgen dat de leiding
goed vastzit.
I
Tijdens het vervangen van het filter
plaatst u voor het opvangen van het
water een transparante leiding (150 mm)
over het afvoergat links in de filterkop.
naar
kraan