12.3.3
Kalibratie van de WBE 4100
i
In de volgende beschrijving zijn Sound en de automa-
tische start geactiveerd (zie hoofdstuk 10).
1. Een in zeer goede staat verkerend wiel voor een mo-
torvoertuig van gemiddelde maat (b. v. breedte 5.5",
diameter 14") op de flens bevestigen.
2. Wielgegevens invoeren (zie par. 8.2).
3. Wielbeschermkap sluiten.
De meting wordt gestart.
4. Uitlijngewicht invoeren (de automatisch voorgestelde
waarde is 60 g).
Linker display toont
Bij een wijziging van het uitlijngewicht wordt de
nieuwe waarde getoond.
5. Een uitlijngewicht met de ingevoerde waarde aan de
binnenkant van het wiel aanbrengen.
6. Wielbeschermkap sluiten.
De meting wordt gestart.
7. Het wiel draaien, totdat het uitlijngewicht in de
12 uur-positie staat.
8. Het uitlijngewicht aan de binnenkant van het wiel
verwijderen en aan de buitenkant (12 uur-positie)
aanbrengen.
Linker display toont
9. Wielbeschermkap sluiten.
De meting wordt gestart.
10. Het wiel draaien, totdat het uitlijngewicht in de
6 uur-positie staat.
Linker display toont
De waarde van de kalibratiehoek wordt getoond.
11. <SPLIT>-toets indrukken.
"
De kalibratie is afgesloten.
i
De uitgevoerde kalibratie wordt automatisch perma-
nent opgeslagen.
Robert Bosch GmbH
rechter display toont
C-3
.
C-4
C-5.
12.3.4
Controlemeting
i
Een nauwkeurige centrering van het wiel is een ba-
sisvoorwaarde voor zowel deze controlemeting als
voor elke uitlijning.
i
In de volgende beschrijving zijn Sound en de automa-
tische start geactiveerd (zie hoofdst. 10).
1. Een in zeer goede staat verkerend wiel voor een mo-
torvoertuig van gemiddelde maat (b. v. breedte 5.5",
diameter 14") op de flens bevestigen.
2. De wielgegevens invoeren (zie hoofdst. 8.2).
3. De wielbeschermkap sluiten.
De meting wordt gestart.
60.
4. Een kunstmatige onbalans aanbrengen, doordat men
een testgewicht van b. v. 60 g aan één van de twee
zijden aanbrengt.
5. De wielbeschermkap sluiten.
De meting wordt gestart.
De WBE 4100 moet aan deze zijde precies deze
onbalans (waarde en positie) aangeven. Voor de
andere zijde mag de indicatie hooguit 5 g bedra-
gen.
i
Om de positie van de onbalans te controleren, het
wiel draaien totdat de aanbevolen positie voor de
bevestiging van de uitlijngewichten bereikt is. Het
aangebrachte testgewicht moet zich loodrecht onder
de draaias bevinden (6 uur-positie).
!
De kalibratie moet in de volgende gevallen herhaald
worden:
$
De waarde van de aangegeven onbalans wijkt af
(aan de zijde van het testgewicht groter dan 1 g,
aan de andere zijde groter dan 5 g).
$
De positie van de aangegeven onbalans wijkt af
(testgewicht niet tussen 5:30 en 6:30 uur-positie).
6. Het testgewicht verwijderen.
7. Het wiel losmaken en met ca. 35° verdraaien.
8. Het wiel weer bevestigen.
9. De wielbeschermkap sluiten.
De meting wordt gestart.
"
Na deze controlemeting mag de indicatie een onbalans
van maximaal 10 g per zijde niet overschrijden (15 g
bij bijzonder zware wielen). Deze fout kan ontstaan
door de toleranties van de velgcentrering. Indien deze
controlemeting een grotere onbalans laat zien, dan
moeten de slijtage, speling en mate van vervuiling van
de delen die voor het centreren van het wiel worden
gebruikt, worden gecontroleerd.
Onderhoud | WBE 4100 | 141
1 695 656 133
nl
|
2011-02-18