Originele gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
1.Conformiteitsverklaring
2.Beoogd gebruik
3.Algemene veiligheidsinstructies
4.Speciale veiligheidsvoorschriften
5.Overzicht
6.Ingebruikname
7.Bediening
8.Service en onderhoud
9.Reparatie
10.Milieubescherming
11.Problemen en storingen
12.Technische gegevens
1. Conformiteitsverklaring
Wij verklaren op eigen en uitsluitende
verantwoording dat: Deze compressoren,
geïdentificeerd door type en serienummer *1),
voldoen aan alle relevante bepalingen van de
richtlijnen *2) en normen *3). testende instantie
van afgifte *4), gemeten LWA(M) /
gegarandeerde LWA(G)
geluidsvermogensniveau *5), technische
documentatie bij *6) - zie pagina 4.
2. Beoogd gebruik
Dit apparaat is bestemd voor het genereren an
perslucht voor pneumatische gereedschappen op
professioneel gebied.
Het gebruik op medisch gebied, in de
voedingsmiddelenindustrie evenals voor het
vullen van zuurstofflessen is niet toegestaan.
Explosieve, brandbare of voor de gezondheid
gevaarlijke gassen mogen niet worden
aangezogen. In explosieve ruimtes is het gebruik
niet toegestaan.
Iedere andere toepassing geldt als
onreglementair gebruik. Door onreglementair
gebruik, veranderingen aan het apparaat of door
gebruik van onderdelen die niet door de fabrikant
gekeurd en vrijgegeven zijn, kunnen niet te
voorziene beschadigingen ontstaan!
Kinderen, jongeren en niet geïnstrueerde
personen mogen het apparaat en de hieraan
aangesloten pneumatische gereedschappen niet
gebruiken.
Gebruik het apparaat alleen onder toezicht.
3. Algemene
veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING – Lees de
gebruiksaanwijzing om het risico van letsel
te verminderen.
Algemene veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING – Lees alle
veiligheidsinstructies en aanwijzingen.
Als de veiligheidsinstructies en aanwijzingen niet
in acht worden genomen, dan kan dit een
elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Bewaar alle veiligheidsinstructies en
aanwijzingen goed met het oog op toekomstig
gebruik! Geef uw gereedschap alleen met deze
documenten aan anderen door. U en alle andere
gebruikers moeten zich indien nodig te allen tijde
kunnen informeren.
3.1 Veiligheid op de werkplek
a) Houd uw werkomgeving schoon en goed
verlicht. Een rommelige of onverlichte
werkomgeving kan tot ongevallen leiden.
b) Werk met het gereedschap niet in een
explosieve omgeving waarin zich brandbare
vloeistoffen, gassen of stof bevinden.
Gereedschappen veroorzaken vonken die het stof
of de dampen tot ontsteking kunnen brengen.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens
het gebruik van het apparaat uit de buurt.
3.2 Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het gereedschap
moet in het stopcontact passen. De stekker
mag in geen geval worden veranderd. Gebruik
geen adapterstekkers in combinatie met
geaarde gereedschappen. Onveranderde
stekkers en passende stopcontacten verminderen
het risico van een elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met
geaarde oppervlakken, bijvoorbeeld van
buizen, verwarmingen, fornuizen en
koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico door
een elektrische schok wanneer uw lichaam geaard
is.
c) Houd apparaat uit de buurt van regen en
vocht. Het binnendringen van water in
gereedschap vergroot het risico van een
elektrische schok.
d) Gebruik de aansluitleiding niet voor een
verkeerd doel, om het gereedschap te dragen,
op te hangen of om de stekker uit het
stopcontact te trekken. Houd de
aansluitleiding uit de buurt van hitte, olie,
scherpe randen en bewegende
apparaatdelen. Beschadigde of in de war
geraakte aansluitleidingen vergroten het risico van
een elektrische schok.
e) Wanneer u buitenshuis met het
gereedschap werkt, dient u alleen
verlengsnoeren te gebruiken die voor gebruik
buitenshuis geschikt zijn. Het gebruik van een
voor gebruik buitenshuis geschikt verlengsnoer
beperkt het risico van een elektrische schok.
3.3 Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met
bedacht te werk tijdens het gebruik van een
gereedschap. Gebruik geen gereedschap als
u moe bent of als u onder invloed staat van
drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van
onoplettendheid bij het gebruik van het
gereedschap kan tot ernstige verwondingen
leiden.
b) Draag persoonlijke beschermingsmiddelen
en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van
persoonlijke beschermingsmiddelen zoals een
stofmasker, slipvaste veiligheidsschoenen,
veiligheidshelm of gehoorbescherming,
afhankelijk van het soort en gebruik van het
gereedschap, vermindert het risico op letsel.
c) Voorkom per ongeluk inschakelen.
Verzeker u ervan dat het gereedschap
uitgeschakeld is voordat u het op de
stroomvoorziening aansluit, het oppakt of het
draagt. Wanneer u bij het dragen van het
gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of
wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de
stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen
leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of
schroefsleutels voordat u het gereedschap
inschakelt. Gereedschap of sleutels in een
draaiend deel van het apparaat kunnen tot
verwondingen leiden.
e) Vermijd een abnormale lichaamshouding.
Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in
evenwicht blijft. Daardoor kunt u het
gereedschap in onverwachte situaties beter onder
controle houden.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen
loshangende kleding of sieraden. Houd haren
en kleding uit de buurt van bewegende delen.
Loshangende kleding, sieraden en lange haren
kunnen door bewegende delen worden
meegenomen.
h) Waan u door de vertrouwdheid met het
gereedschap na veelvuldig gebruik niet in
zekerheid en negeer de veiligheidsinstructies
voor het gereedschap niet. Onvoorzichtig te
werk gaan kan binnen een fractie van een seconde
tot ernstig letsel leiden.
3.4 Gebruik van en omgang met het
gereedschap
a) Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor
uw werkzaamheden het daarvoor bestemde
gereedschap. Met het passende gereedschap
werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven
capaciteitsbereik.
b) Gebruik geen gereedschap waarvan de
schakelaar defect is. Een apparaat dat niet meer
kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en
moet worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact voordat
u het gereedschap instelt, toebehoren wisselt
of het gereedschap weglegt. Deze
voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten
van het gereedschap.
d) Bewaar niet-gebruikt gereedschap buiten
het bereik van kinderen. Laat het apparaat niet
gebruiken door personen die er niet mee
vertrouwd zijn of deze aanwijzingen niet
hebben gelezen. Apparaten zijn gevaarlijk
wanneer ze door onervaren personen worden
gebruikt.
e) Onderhoud gereedschappen en
toebehoren zorgvuldig. Controleer of
beweeglijke onderdelen feilloos functioneren
en niet klem zitten, of onderdelen gebroken of
beschadigd zijn, of de werking van het
apparaat wordt belemmerd. Laat beschadigde
delen repareren voordat u het apparaat
gebruikt. Veel ongevallen worden veroorzaakt
door slecht onderhouden gereedschap.
g) Gebruik apparaten, toebehoren,
inzetgereedschap enz. volgens de
aanwijzingen. Let daarbij op de
arbeidsomstandigheden en de uit te voeren
werkzaamheden. Het gebruik van gereedschap
voor andere dan de voorziene toepassingen kan
tot gevaarlijke situaties leiden.
h) Zorg ervoor dat grepen en grijpvlakken
droog, schoon en vrij van olie en vet zijn.
Gladde grepen en grijpvlakken maken een veilige
bediening en de controle van het gereedschap in
onverwachte situaties onmogelijk.
3.5 Service
a) Laat het gereedschap alleen repareren
door gekwalificeerd en vakkundig personeel
en alleen met originele reserveonderdelen.
Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid
van het gereedschap in stand blijft.
3.6 Overige veiligheidsinstructies
– Deze gebruikershandleiding is bedoeld voor
personen met technische basiskennis in de
omgang met apparaten zoals het hier
beschreven apparaat. Wanneer u geen enkele
ervaring heeft met dergelijke apparaten, moet u
eerst een beroep doen op de hulp van ervaren
personen.
– Voor schade die ontstaat, omdat geen nota
werd genomen van deze gebruikershandleiding,
aanvaardt de fabrikant geen aansprakelijkheid.
De informatie in deze gebruikershandleiding is als
volgt gekenmerkt:
Gevaar!
Waarschuwing voor lichamelijk letsel
of milieuschade.
Gevaar voor elektrische schok!
Waarschuwing voor lichamelijk letsel
door elektrische schok.
Let op!
Waarschuwing voor materiële scha-
de.
4. Speciale
veiligheidsvoorschriften
De volgende restrisico's zijn principieel aanwezig
bij persluchtapparatuur en kunnen ook niet
volledig door veiligheidsmaatregelen worden
geëlimineerd:
4.1 Letselgevaar door vrijkomende
perslucht en onderdelen, die door
de perslucht worden meegesleurd!
– Richt de perslucht nooit op mensen of dieren.
– Zorg ervoor, dat alle gebruikte
persluchtapparaten en toebehoren geschikt zijn
voor de werkdruk of via een drukregelaar
worden aangesloten.
– Houd er tijdens het losmaken van de
snelkoppeling rekening mee, dat de in de
NEDERLANDS nl
17