Testen van de Angelcare® Monitor
LET OP: TEST UW ANGELCARE® MONITOR VÓÓR INGEBRUIKNAME
EN DAARNA MET REGELMATIGE TUSSENPOZEN.
De Angelcare® Monitor kan in elk soort bedje of slaapomgeving gebruikt
worden, mits deze veilig is voor de baby en vrij is van trillingen en
bewegingen. Test de monitor wanneer deze naar een nieuwe
slaapomgeving verplaatst wordt om te verzekeren dat de gevoeligheid juist
is ingesteld voor de nieuwe omgeving. Raadpleeg "Aanpassen
Bewegingsgevoeligheid".
Stap 1 Zet de monitor aan. De bewegingsindicator zal rood oplichten,
daarna groen en vervolgens een enkel "Tic"-geluid maken. Beweeg uw
hand zachtjes over de matras en bij elke beweging zal het groene
waaklichtje oplichten. Verwijder uw hand van de matras. Nu er geen
beweging meer wordt waargenomen, zal het groene waaklichtje doven en
na 15 seconden zal er een luide "Tic" van het vooralarm te horen zijn. Vijf
seconden later treedt dan het alarm in werking en zal het oplichtende
waaklichtje continu rood blijven branden.
LET OP: Het niet in werking treden van het alarm kan veroorzaakt worden
door trillingen van buitenaf die door de sensormatjes worden opgevangen.
Deze trillingen kunnen veroorzaakt worden door ondermeer tocht, trillende
voorwerpen of door personen die in direct contact staan met het bedje.
Vermijd aanraking van het bedje zolang het toestel in werking is. Het is ook
mogelijk dat u de gevoeligheid van de sensormatjes moet verminderen. Zie
daarvoor het hoofdstuk "Instelling bewegingsgevoeligheid"
Stap 2 Om het alarm te stoppen, plaatst u uw hand zachtjes op de
matras, zodat de sensormatjes weer beweging waarnemen. Het rode
alarmlicht op de monitor blijft nog even knipperen en dooft na ongeveer
één minuut (Afb. 3).
PROBLEEMOPLOSSING
Probleem
Vals Alarm
Alarm gaat niet af
Alarm indicatorlampje knippert rood.
(monitor neemt geen of nauwelijks
beweging waar).
AAN indicator brandt niet.
Stap 3 Vernieuw meteen de niet oplaadbare batterijen zodra de monitor
een snel "tikkend" geluid maakt.
Aanpassen van Bewegingsgevoeligheid
De bewegingsgevoeligheid is in de fabriek afgesteld
op een niveau dat in de meeste gevallen een goede
bewegingswaarneming garandeert. Onder bepaalde
omstandigheden kan het echter nodig zijn deze
gevoeligheid te verhogen of te verlagen. Stel het
apparaat NIET willekeurig in op een grotere
gevoeligheid, behalve bij vals alarm. Volg steeds eerst
de adviezen op onder "Problemen & oplossingen".
Noteer steeds de oorspronkelijke stand van de
schakelaar, zodat u deze nadien op dezelfde stand kunt terugzetten.
Wanneer het toestel de beweging slechts zwak waarneemt, zal het
waarschuwingslichtje van het alarm rood knipperen en eventueel een
luide "Tic" van het vooralarm te horen zijn. Dit kan gebeuren wanneer
uw baby in een diepe slaap is of zich naar een hoek van het bedje, van
de sensormatjes af, bewogen heeft. Wanneer dit NIET verder leidt tot
het in werking treden van het alarm, dan hoeft u de
bewegingsgevoeligheid niet aan te passen.
Wanneer het waarschuwingslichtje van het alarm vrijwel continu rood
knippert en uw baby bevindt zich wel boven één van de sensormatjes,
dan kan er vals alarm ontstaan. In dit geval moet u de gevoeligheid iets
verhogen. Test de monitor opnieuw
Mogelijke Oorzaak
• Baby uit bed gehaald zonder de hoofdschakelaar van de
monitor op "OFF" te zetten.
• Snoer van sensormatjes niet goed aangesloten op de
monitor.
• Sensormatjes maken geen contact met matras, of matras
rust op te zachte of oneffen ondergrond.
• Baby unit neemt beweging waar van iemand die het bedje
aanraakt.
• Baby unit neemt beweging waar van apparatuur buiten het
bedje, zoals trillende motoren, sterke luchtstroom, ed.
Bewegingsgevoeligheid is té gevoelig ingesteld
• Sensormatjes maken geen of onvoldoende contact met matras,
of matras rust op te zachte of oneffen ondergrond.
• Baby is in diepe slaap of heeft zich verplaatst naar de hoek van
het bedje, weg van de sensormatjes.
• Batterijen zijn leeg, te zwak of niet goed geplaatst.
• De Monitor staat niet AAN.
25
Oplossing
• Zet de hoofdschakelaar op "OFF".
• Controleer de aansluitingen tussen sensormatjes en monitor.
Maak alle snoeren los en sluit opnieuw aan.
• Controleer of er niet teveel beddengoed tussen sensormatjes
en matras zit. Sensormatjes moeten op vlakke en stevige
ondergrond rusten. Indien het bedje een oneffen of te zachte
ondergrond heeft (veerbodem, ed.), dan kunt u dit oplossen
door een bodembedekkende multiplex plank van 6 mm dikte
in het bedje te plaatsen.
• Controleer of de sensormatjes correct geplaatst zijn (zie
paragraaf 5 Eenvoudige Stappen). Het is mogelijk dat u de
bewegingsgevoeligheid moet veranderen (zie hoofdstuk
Instelling bewegingsgevoeligheid).
• Vermijd aanraken van het bedje als u de monitor gebruikt.
• Verplaats het bedje naar een plaats nabij een stevige,
ondersteunende muur om waarneming van bewegingen
buiten het bedje te voorkomen.
• Wellicht moet u de bewegingsgevoeligheid lager instellen.
Zie hoofdstuk "Instelling bewegingsgevoeligheid'.
• Controleer of er niet teveel beddengoed tussen sensormatjes en
matras zit. Sensormatjes moeten op een vlakke en stevige
ondergrond rusten. Indien het bedje oneffen of te zachte
ondergrond heeft (veerbodem, ed.), dan kunt u dit oplossen door
een bodembedekkende multiplex plank van 6 mm dikte in het
bedje te plaatsen.
• Controleer of sensormatjes correct geplaatst zijn (zie paragraaf
"Leer uw Angelcare ® monitor gebruiken in 4 eenvoudige
stappen"). Het is mogelijk dat u de bewegingsgevoeligheid
moet
veranderen
(zie
hoofdstuk
bewegingsgevoeligheid").
• Controleer / vervang batterijen.
• Controleer of de Monitor AAN staat.
"Instelling