Velleman CS8SST Manual Del Usuario página 12

NOTCH WIDTH
Deze regeling werkt samen met de NOTCH SELECT regeling. De NOTCH WIDTH regeling
bepaalt de NOTCH WIDTH (detectiebreedte) : van een zeer smalle strook tot een max. hoek
van ±30°. Plaats de NOTCH WIDTH regeling op 12 uur wanneer u individuele voorwerpen wilt
opsporen. Doorgaans zult u deze breedte niet meer hoeven aan te passen. Sommige
gebruikers verkiezen een zeer smalle NOTCH WIDTH terwijl anderen een zeer brede band
verkiezen. Draai de NOTCH WIDTH regeling in tegenwijzerzin om de detectiebreedte te
verlagen. Draai de regeling niet te ver naar links : de detectiebreedte zou zo klein kunnen
worden dat de notch-functie niet meer werkt. Deze regeling stelt u bij voorkeur op ± 5 uur. In
deze stand kunt u één of meerdere of zelfs hele groepen voorwerpen vinden.
OVERDRIVE
Grote voorwerpen of voorwerpen die zich vlakbij de zoekspoel bevinden, kunnen het toestel in
overdrive doen belanden en zo een onjuist signaal en een onjuiste LED uitlezing veroorzaken.
In overdrive produceert het toestel het geluid van een motorboot en gaat de "error" LED
branden (uiterst links op de bargraph). Hef de zoekspoel op om de toestand van overdrive te
beëindigen en beweeg de zoekspoel weer over het voorwerp.
PINPOINT
Houd de zoekspoel gedurende ongeveer 1 seconde stil en houd de pinpoint-knop dan
gedurende max. 2 à 3 seconden ingedrukt. Dit laat u ook toe om de precieze positie van het
voorwerp te bepalen. Laat de pinpoint-knop los en druk hem dan opnieuw in vlak boven het
voorwerp om de detector te ontregelen. Het is zeer belangrijk dat u de zoekspoel stil houdt
terwijl u dit doet, want een beweging van de zoekspoel kan leiden tot onverwachte
audiosignalen.
6. Algemene tips
"Pinpointing"
Houd de zoekspoel dicht tegen maar niet loodrecht boven de plaats waar u het midden van het
voorwerp denkt te vinden. Houd de zoekspoel stil – dit is zeer belangrijk – en houd de pinpoint-
knop ingedrukt. Zwaai de detector nu in de richting van het midden van het voorwerp. Herhaal
deze procedure tot u nog slechts een korte piep hoort. Deze piep geeft aan waar het midden
van het voorwerp zich bevindt. Controleer of het voorwerp wel waardevol is door het nogmaals
te detecteren maar dan vanuit een andere hoek. Doe een stap opzij, draai uw lichaam 90° en
probeer het voorwerp opnieuw te detecteren. Graaf het voorwerp voorzichtig op zodat u het niet
beschadigd.
1) U krijgt altijd het sterkste signaal wanneer het midden van de zoekspoel zich loodrecht
boven het voorwerp bevindt. Houd de zoekspoel stil wanneer het voorwerp zich er net
onder bevindt om de positie van het voorwerp te bepalen. Zwaai de zoekspoel dan in een
boog van 90° (45° naar links, 45° naar rechts). Doe een stap opzij, draai uw lichaam 90°
en herhaal de zwaaibeweging over hetzelfde stuk grond. De twee zwaaibewegingen
moeten dus een kruis vormen.
2) U kunt de positie van het voorwerp nog preciezer bepalen : beweeg de zoekspoel heen en
weer, hef hem op en/of laat hem zakken tot u nog slechts een heel zwak signaal hoort.
CS8SST 12 VELLEMAN