HET AUTOSTOELTJE BEVESTIGEN VAN 15 TOT 36 KG (Fig.21-25)
(Toepassingsveld van ongeveer 3 tot 11 jaar).
Verwijder de gordelgroep, voordat u het autostoeltje installeert.
Maak beide schoudergordels uit het verbindingsstuk aan de
achterkant van de rugleuning los. Haal beide gordels uit de
rugleuning door ze door de openingen in de rugleuning te halen.
Verwijder de tussenbeengordel en de schoudergordels door de
uiteinden door de openingen onder de bodem van de zitting en
door de hoes van de zitting zelf te halen.
(1) Trek aan de verstelgordel tot het punt waarop het verbindingsstuk
(Fig. 1 - m) zich in de buurt van de achterkant van het stoeltje bevindt.
(2) Als de gordelgroep is verwijderd, bevestigt u de verstelgordel van
de gordelgroep, zoals in de afbeelding wordt getoond
(Fig.24)
.
Bewaar de gordelgroep op een veilige plaats.
Om de gordelgroep weer aan het stoeltje aan te brengen, herhaalt u
de handelingen om ze te verwijderen in omgekeerde volgorde.
Plaats het kinderzitje op een geschikte zitting van de auto in
voorwaartse richting.
Zorg ervoor dat de rugleuning van het voertuig is bevestigd in een
rechtopstaande positie.
Zorg ervoor dat de autostoel is ingesteld in de achterste stand.
Controleer dat beide Isofix koppelstukken goed zijn geplaatst en
vastgemaakt
Zet het kind in de stoel en maak je gordel om, zoals weergegeven in
Figuur 25.
Controleer dat het diagonale gedeelte van de veiligheidsgordel
passeert van de auto door middel van de hoger gordelgeleiding en
boven de schouder loopt, zonder dat hij echter met de nek van het
kind in aanraking komt.
Span het diagonale gedeelte van de gordel door het naar boven te
trekken tot alle speling is opgeheven, zodat het stoeltje stevig op de
autozitting vastzit.
61