•
Plaats de kachel op minstens 300 mm afstand van
de muren achteraan en opzij en van alle brandbare
materialen.
•
Om de vloer te beschermen tegen de uitstralende
warmte
en
eventueel
materialen, moet het toestel geplaatst worden op
een reflecterende metalen folie (of een tegelvloer)
die het hele vloeroppervlak onder en voor het
toestel bedekt.
•
Het toestel moet geïnstalleerd worden op een vloer
met voldoende draagvermogen.
Indien een bestaande constructie niet aan deze
voorafgaande voorwaarde voldoet, moeten de
geschikte
maatregelen
(bijvoorbeeld de installatie van een plaat voor het
verdelen van de belasting) om de vloer voldoende
stevig te maken om het toestel te kunnen dragen.
5 – VOORWAARDEN VOOR GEBRUIK
VAN HET APPARAAT
Uw kachel is een echt verwarmingstoestel :
•
Hoog rendement.
•
Werking in verlaagde snelheid van lange duur.
5.1 - Eerste ontsteking
•
Sluit de kachel op een kanaal waar meerdere
apparaten.
•
Maak na de eerste ontsteking (zie paragraaf
5.4.1), een gematigd vuur gedurende de eerste
uren door de lading van het apparaat te beperken
(een houtblok van ∅ 15 cm) met de luchtschuif op
intermediaire snelheid (zie paragraaf 5.4.2) :
progressieve verhoging van de temperatuur van
het geheel van de elementen van de schoorsteen
en een normale uitzetting van het apparaat.
•
Gedurende het eerste gebruik kan een geur van
verf van het apparaat komen : ventileer de ruimte
om deze onaangenaamheid te beperken.
5.2 - Brandstof
5.2.1 - Aanbevolen brandstof
Hard hout : eik, haagbeuk, beuk, kastanje, enz. in
houtblok van 50 cm lengte.
Maximum laadhoogte : 20 cm.
Wij raden u aan om zeer droog hout te gebruiken
(maximum vochtigheid 20%), d.w.z. 2 jaar opslag
onder dak na het hakken, om een beter rendement te
verkrijgen en om vervuiling van het rookkanaal en de
ruiten te vermijden.
Vermijd het gebruik van harsachtig hout
sparren ...) dat een meer frequent onderhoud van het
apparaat en het kanaal nodig maakt.
5.2.2 - Verboden brandstoffen
Alle andere brandstoffen dan het hout zijn verboden,
met name steenkool en zijn derivaten.
vallende
brandbare
getroffen
worden
(dennen,
Het verbranden van klein hout, snoeihout, plankjes,
stro, en karton is gevaarlijk en dient vermeden te
worden.
Het apparaat moet niet als afvalverbrandingsoven
gebruikt worden.
5.3 - Gebruik van de bedieningsorganen en
accessoires
Handvat van deur : Dit dient door middel van de koude
hand bediend te worden.
Luchtregel schuif : Dit dient door middel van de koude
hand bediend te worden.
Koude hand (Fig. 7) : deze wordt gebruikt om de
deurklink te bedienen en de asla uit te halen.
Krabber (Fig. 8) : Deze wordt voor asverwijdering
gebruikt en dient om de houtblokken in de haard te
rangschikken al naar gelang de evolutie van de
verbranding.
Brandt
uw
handen
accessoires.
ONTSTEKINGSREGISTER
De positie Ontsteking wordt verkregen door de schuif
direct met de hand te bedienen : deze positie moet
alleen gebruikt worden als het apparaat "koud" is en
door de volgende handelingen uit te voeren (Fig. 9) :
• Handeling n° 1 :
Trek aan het regellipje voor primaire lucht totdat de
aanslag overeenkomt met de vergrendeling van de
'Aansteekpositie'.
• Handeling n° 2 :
Til de regelschuif op.
• Handeling n° 3 :
Trek het lipje naar de hoogste positie: dit is de
'Aansteekpositie'.
Gebruik na de ontsteking, om in de positie van
normale, intermediaire of langzame snelheid terug te
komen, de pook om de luchtregel schuif te verplaatsen
die warm kan zijn.
5.4 - Gebruik
OPGELET:
Deze
worden gebruikt bij het aansteken van uw toestel.
Zodra de kachel aan is, moet u het lipje
terugduwen. Indien u deze aanbevelingen negeert,
kunt u het toestel schade toebrengen. U kunt uw
toestel beschadigen indien u deze aanbevelingen
niet respecteert.
5.4.1 - Ontsteking
•
Zet de luchtschuif in positie ontsteking (Fig. 9).
•
Plaats op het rooster verfrommeld papier en klein
zeer droog hout (takjes), en vervolgens gespleten
takken van grotere doorsnede (∅ 3 tot 5 cm).
55
niet
onnodig,
gebruik
aansteekpositie
mag
de
enkel