11. IDENTIFICATIE PROBLEMEN
Mochten de problemen aanhouden na het toepassing van de bovengenoemde remedies, dan dient er contact te worden opgeno-
men met uw Verkoper.
PROBLEEM
1.
De motor start
Onjuiste startprocedure.
niet, blijft niet
Geen olie of benzine in de motor.
draaien, draait
Vuile bougie of onjuiste afstand tussen
onregelmatig
de elektroden.
of slaat af
tijdens het
Verstopt luchtfilter.
werk.
Problemen in de verbranding.
De vlotter kan geblokkeerd zijn.
2.
Motor ver-
De handgreep voor handmatige start
dronken.
is te vaak verdraaid met ingeschakelde
starter.
De handgreep voor handmatige start is
herhaaldelijk verdraaid terwijl het kapje
van de bougie verwijderd was.
3.
Het gemaaide
Het maaimechanisme heeft een voor-
gras komt niet
werp geraakt en een klap ontvangen.
langer in de
opvangzak
Vervuiling van de binnenzijde van het
terecht.
chassis.
4.
Het maaien
Het maaimechanisme is niet in goede
verloopt moei-
staat.
zaam.
5.
Men hoort
Beschadiging of geloste delen.
overdreven
De blokkeerpen van het maaimechanis-
geluiden en/
me is losgeraakt.
of trillingen
tijdens het
werk.
Bevestiging van het maaimechanisme
losgekomen of maaimechanisme be-
schadigd.
12. OP AANVRAAG LEVERBARE ACCESSOIRES
12.1
MULCHING KIT(Afb.28)
Versnippert het gemaaide gras en laat het achter op het terrein.
MOGELIJKE OORZAAK
Volg de aanwijzingen (zie hst. 6.3).
Controleer olie- en benzinepeil (zie hst. 7.2.1 / 7.2.2).
Controleer de bougie (Zie de motor-handleiding).
Reinig en/of vervang het filter (Zie de motor-handleiding).
Neem contact op met een erkend servicecentrum.
Raadpleeg de motor-handleiding en neem contact op met een
bevoegd service-centrum.
Raadpleeg de handleiding van de motor.
Plaats het kapje op de bougie en probeer de motor in te scha-
kelen.
(Raadpleeg de handleiding van de motor).
Schakel de motor uit en neem het kapje van de bougie. Con-
troleer op eventuele schade en neem contact op met het ser-
vice-centrum (par. 7.3.1).
Reinig de binnenzijde van het chassis (par. 7.4.2).
Contacteer een dienstencentrum voor het bijslijpen en vervangen
van het maaimechanisme.
Zet de machine stil en verwijder het kapje van de bougie (Afb.
23.B).
Controleer op eventuele schade of losgeraakte delen.
Laat de controles, vervangingen of reparaties uitvoeren bij een
bevoegd servicecentrum.
Schakel de motor uit en verwijder het kapje van de bougie
(Fig.23.B).
Neem contact op met een servicecentrum (par. 7.3.1).
NL - 8
OPLOSSING