- NL -
Plaatsen en aansluiten
Bedrijf met bassinwater of zout water
• Bij bedrijf met bassinwater of zout water moeten de volgende grenswaarden worden aangehouden:
Type
pH-waarde
Vrij chloor
Gebonden chloor
Chlorideniveau
Zoutgehalte
Watertemperatuur
• Bassinwater of zout water kunnen de optische onderdelen van het apparaat schaden. Deze schade wordt niet door
de garantie gedekt.
Afstanden in acht nemen
B
• De veiligheidsafstand tussen het apparaat en het water moet minstens 2 m bedragen.
• Houd voldoende vrije ruimte voor onderhoudswerkzaamheden.
– Voor het uitbreiden van de kop van het apparaat is een behuizing nodig met een minstens dubbel zo grote
breedte.
Solo-bedrijf
C
• Voor een probleemloze werking, het apparaat alleen in de toegestane posities opstellen.
• Neem de benodigde afstanden in acht. (→ Afstanden in acht nemen)
• Bevestigingsmateriaal gebruiken dat voor de ondergrond geschikt is. De bevestiging moet zo zijn dat het apparaat
goed vast zit. Let op het gewicht. (→ Technische gegevens)
• Een trekschuif in de watertoevoer voor de ingang van het apparaat plaatsen wanneer het apparaat onder het water-
niveau wordt opgesteld. Bij onderhoudswerkzaamheden kan de watertoevoer worden afgesloten.
Sluit de ingang aan
Gebruik slangen, die geschikt zijn voor een druk van minstens 1 bar.
Aanbevolen combinaties voor gebruik van de slangtuiten:
Ingang
50 mm (2 ")
38 mm (1½ ")
38 mm (1½ ")
50 mm (2 ")
Zo gaat u te werk:
D
1. Het inloopmondstuk in de ingang schuiven.
– Het inloopmondstuk is alleen nodig bij een doorstroomhoeveelheid < 10000 l/h, zodat de reinigingsrotor storings-
vrij kan werken.
2. De slangtule met wartelmoer en afdichting op de ingang schroeven.
3. Schuif de slangklem over de slang, steek de slang op de slangtule en zet deze vast met de slangklem.
Sluit de uitgang aan
Zo gaat u te werk:
E
1. De adapter met afdichting op de uitgang schroeven en handvast aandraaien.
2. De trapsgewijze slangtuit met wartelmoer en afdichting op de adapter schroeven.
3. Schuif de slangklem over de slang, steek de slang op de slangtule en zet deze vast met de slangklem.
4. De afsluitkap met pakking op de uitgang schroeven.
– De afsluitkap moet de uitgang tegenover de ingang afsluiten, zodat de hoofdstroom van het water langs de UVC-
lampen loopt en zo lang mogelijk verlicht wordt.
50
Uitgang 1
50 mm (2 ")
38 mm (1½ ")
38 mm (1½ ")
38 mm (1½ ")
Bassinwater
7.2 ... 7.6
0.3 ... 0.6 mg/l
< 0.2 mg/l
< 200 mg/l
–
+4 ... +30 °C
Uitgang 2
(tegenover ingang)
afgesloten
afgesloten
38 mm (1½ ")
38 mm (1½ ")
Zout water
7.5 ... 8.5
< 0.3 mg/l
–
–
< 3.5 %
+4 ... +25 °C
Benodigde accessoires
–
–
Voor uitgang 2 een slangtuit 38 mm (1½ ")
met wartelmoer 38 mm (1½ ")