Bediening
Kalibreren
Om ervoor te zorgen dat de detectie werkt, moet het
apparaat eerst op het te controleren oppervlak worden
gekalibreerd.
Dicht materiaal, zoals vochtige of net geschilderde wan-
den, kunnen de kalibratie beïnvloeden.
1. Plaats het apparaat op het te controleren oppervlak
op een plaats waar geen metaal of hout loopt.
2. Houd de knop "On" (8) ingedrukt tijdens het kalibre-
ren en de aansluitende meting.
– Op het display verschijnen even alle symbolen.
– Het symbool "WOOD" (14), resp. "METAL" (12)
knippert, afhankelijk welke is ingesteld.
– Na 3 seconden klinkt een toonsignaal en het sym-
bool "READY" (10) wordt weergegeven.
Het kalibreren is afgerond.
E - 7
Houtdetectie
3. Druk op de knop "WOOD" (7).
– Op het display worden de symbolen "READY" (10)
4. Verschuif het apparaat in een rechte lijn over het op-
pervlak.
– Wordt hout gedetecteerd, verschijnen lijnen op het
– Wordt een rand gedetecteerd, verschijnt het sym-
Bedieningshandleiding - Detectie-apparaat Bl15
en "WOOD" (14) weergegeven.
display. Bij een geringe afstand t.o.v. het hout be-
wegen de lijnen naar het midden van het display
(zie afbeelding op pagina E - 6).
bool "EDGE" (15) en klinkt een toonsignaal.
NL