Makita DSC102 Manual De Instrucciones página 39

Opbergen van de inbussleutel
Wanneer u de inbussleutel niet gebruikt, bergt u deze
op de plaats aangegeven in de afbeelding op, om te
voorkomen dat deze wordt verloren.
► Fig.13: 1. Inbussleutel
Schouderriem
Optioneel accessoire
De schouderriem is handig om het gereedschap te
dragen.
► Fig.14: 1. Schouderriem 2. Uiteinde van de riem
3. Gesp
LET OP:
Draag de schouderriem altijd diago-
naal over uw borst en rug, en stel hem af op de
juiste lengte.
LET OP:
Gebruik de schouderriem niet wan-
neer deze beschadigd is.
LET OP:
Laat voldoende lengte over tussen
de gesp en het uiteinde van de riem om te voorko-
men dat het uiteinde van de riem tijdens gebruik
door de gesp kan schuiven.
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens enig werk aan het gereedschap uit te
voeren.
De snijmatrijzen monteren
LET OP:
Monteer de snijmatrijzen altijd in de
juiste richting en bevestig ze stevig. Een onjuiste
of losse montage kan ertoe leiden dat de snijmatrijzen
breken waarbij stukken afbreken die letsel kunnen
veroorzaken.
KENNISGEVING:
Verwijder eventuele bramen
op de snijmatrijzen met behulp van een vijl.
1. Controleer of de bek van de snijmatrijzen volledig
open staat. Zo niet, dan brengt u de accu aan en knijpt
u de trekkerschakelaar in totdat de bek volledig is
geopend.
LET OP:
Vergeet niet de accu te verwijderen
als u deze hebt aangebracht.
2. Zet de omkeerschakelaar in de vergrendelde stand.
► Fig.15: 1. Omkeerschakelaar
3. Draai de bouten los met de bijgeleverd inbussleutel.
LET OP:
Gebruik uitsluitend de sleutel die
door Makita bij het gereedschap is geleverd. Als u
een andere sleutel gebruikt, kan dat leiden tot te strak
aandraaien of onvoldoende aandraaien, waardoor
persoonlijk letsel kan ontstaan.
4. Plaats de snijmatrijzen op de bevestigingspunten
zodat de twee gekleurde markeringen zichtbaar zijn.
► Fig.16: 1. Bout 2. Snijmatrijs 3. Stationair bevesti-
gingspunt 4. Beweegbaar bevestigingspunt
5. Gekleurde markeringen 6. Inbussleutel
5.
Bevestig de snijmatrijzen stevig met de bouten.
De snijmatrijzen zijn correct gemonteerd als de pijlen
erop naar elkaar wijzen. De afmetingen van de snijma-
trijzen zijn hetzelfde, maar de dikte ervan is verschillend
van bovenaf gezien.
► Fig.17: 1. Pijl 2. Snijmatrijs 3. Dunne kant 4. Dikke
kant
BEDIENING
LET OP:
Zorg ervoor dat de correcte maat
snijmatrijzen wordt gemonteerd op het gereed-
schap. Controleer de snijcapaciteit die op de
snijmatrijzen wordt aangegeven voordat u ze
gebruikt.
LET OP:
Voordat u de trekkerschakelaar
inknijpt, verzekert u zich ervan dat de draadstang
zodanig is geplaatst dat de schroefdraad ervan
past in die van de snijmatrijzen. Als de schroef-
draden niet zijn uitgelijnd, kunnen de snijmatrijzen
breken waarbij stukken afbreken die letsel kunnen
veroorzaken.
LET OP:
Vervang de snijmatrijzen als de snij-
randen afgebrokkeld of vervormd zijn.
Zorg ervoor dat bij het snijden de draadstang loodrecht
op de snijlijn staat, zoals aangegeven in de afbeelding.
► Fig.18: 1. Snijlijn
OPMERKING: Bij het snijden van een draadstang
gemaakt van smeedbaar metaal, zoals roestvrij staal,
kunnen bramen worden gevormd op het afgesneden
uiteinde. Verwijder in dat geval de bramen met behulp
van een vijl.
► Fig.19: 1. Draadstang 2. Braam
Vastzittende draadstangen snijden
Bij het snijden van een draadstang die vast zit in de
constructie van een gebouw, zoals een plafond, wand,
vloer, enz., volgt u de onderstaande procedure:
► Fig.20: 1. Draadstang 2. Snijmatrijs op het statio-
naire bevestigingspunt
1. Plaats het gereedschap zodanig dat de draad-
stang tussen de snijmatrijzen door loopt.
2. Terwijl de draadstang de stanggeleider raakt, lijnt
u de schroefdraad van de draadstang uit met die van de
snijmatrijs op het stationaire bevestigingspunt.
3.
Knijp de trekkerschakelaar in en houd deze inge-
knepen totdat het snijden voltooid is en de bek van de
snijmatrijzen weer volledig geopend is.
KENNISGEVING:
oppervlak van het gereedschap en de punt van de
lengteschaal. Deze kunnen het raakvlak vuil maken.
39 NEDERLANDS
Reinig vóór gebruik het voor-