LET OP:
Zaag nooit door een stapel losse
materialen.
LET OP:
Zaag geen gehard staal, hout, kunst-
stof, beton, tegels, enz. Zaag alleen zacht staal,
aluminium en roestvrijstaal met een geschikt
cirkelzaagblad.
LET OP:
Raak het cirkelzaagblad, het werk-
stuk en de deeltjes niet onmiddellijk na het zagen
met blote handen aan. Zij kunnen bijzonder heet zijn
en brandwonden op uw huid veroorzaken.
LET OP:
Als het gereedschap continu wordt
bediend totdat de accu leeg is, laat u het gereed-
schap gedurende 15 minuten liggen alvorens
verder te werken met een volle accu.
Breedtegeleider (liniaal)
Optioneel accessoire
LET OP:
Verzeker u ervan dat de breedtegelei-
der vóór gebruik stevig is aangebracht in de juiste
positie. Een verkeerde bevestiging kan gevaarlijke
terugslag veroorzaken.
► Fig.23: 1. Breedtegeleider (liniaal) 2. Klembout
Met de handige breedtegeleider kunt u extra nauwkeu-
rig recht zagen. Schuif gewoon de breedtegeleider strak
tegen de zijkant van het werkstuk en zet deze op zijn
plaats vast met behulp van de schroef op de voorkant
van de zool van het gereedschap. Op deze manier is
het tevens mogelijk een zaagbeweging te herhalen met
identieke breedte.
Een touw (tuiriem) bevestigen
Veiligheidswaarschuwingen specifiek voor wer-
ken op hoogte
Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle
instructies. Het niet volgen van de waarschuwingen en
instructies kan leiden tot ernstig letsel.
1.
Houd het gereedschap altijd vastgebonden
tijdens het werken 'op hoogte'. De maximale
lengte van het touw is 2 m.
De maximaal toegestane valhoogte van het
touw (tuiriem) mag niet meer zijn dan 2 meter.
Gebruik uitsluitend met een touw dat geschikt
2.
is voor dit gereedschap en een draagvermo-
gen heeft van minstens 4,0 kg (8,8 lbs).
Veranker het touw van het gereedschap niet
3.
aan iets op uw lichaam of aan een verplaats-
baar voorwerp. Veranker het touw van het
gereedschap aan een stevige constructie die
de krachten van een vallend gereedschap kan
opvangen.
4.
Verzeker u er vóór gebruik van dat het touw
goed is vastgemaakt aan beide uiteinden.
Inspecteer het gereedschap en touw vóór elk
5.
gebruik op beschadigingen en correcte wer-
king (inclusief het materiaal en de stiksels).
Gebruik het niet wanneer het beschadigd is of
niet correct werkt.
6.
Wikkel touwen niet rondom scherpe of ruwe
randen en laat ze er niet mee in aanraking
komen.
7.
Bevestig het andere uiteinde van het touw bui-
ten het werkgebied zodat een vallend gereed-
schap stevig bevestigd blijft.
8.
Bevestig het touw zodanig dat het gereed-
schap tijdens het vallen zich verwijderd van de
gebruiker. Een gereedschappen dat valt zal aan
het touw slingeren, waardoor letsel kan worden
veroorzaakt of u uw evenwicht kunt verliezen.
9.
Gebruik niet nabij bewegende onderdelen of
draaiende machines. Als u zich hier niet aan
houdt, kan dat leiden tot beknellingsgevaar of
verstrikkingsgevaar.
10. Draag het gereedschap niet aan de bevesti-
gingsvoorziening of het touw.
11.
Verplaats het gereedschap uitsluitend tussen
uw handen terwijl u een goed evenwicht hebt.
12. Bevestig een touw niet aan het gereedschap
op een manier waardoor beschermkappen,
schakelaars of uit-vergrendelingen niet correct
kunnen werken.
13. Voorkom dat u verstrikt raakt in het touw.
14. Houd het touw uit de buurt van het snij- of
zaaggebied van het gereedschap.
15. Gebruik multiactie-karabijnhaken en kara-
bijnhaken met schroefsluiting. Gebruik geen
enkelvoudige karabijnhaken met veersluiting.
16. In het geval een gereedschap valt, moet het
worden gelabeld en buiten bedrijf gesteld,
en moet het worden geïnspecteerd door de
Makita-fabriek of een Makita-servicecentrum.
► Fig.24: 1. Gat voor touw (tuiriem)
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens te beginnen met onderhoud of inspectie.
LET OP:
Reinig de bovenste en onderste
beschermkappen om er zeker van te zijn dat er
geen opgehoopte metaaldeeltjes zijn die de wer-
king van de onderste beschermkap kunnen hin-
deren. Een vuile beschermkap kan de goede werking
hinderen, wat kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
Als u perslucht gebruikt om de metaaldeeltjes
uit de beschermkappen te blazen, gebruikt u
geschikte oog- en ademhalingsbescherming.
LET OP:
Na elk gebruik reinigt u de binnen-
kant van de stofopvangdoos en veegt u het zaag-
sel van het gereedschap af. Zeer fijn metaalstof kan
binnendringen in het gereedschap en een storing of
brand veroorzaken.
KENNISGEVING:
benzine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor
kunnen verkleuring, vervormingen en barsten
worden veroorzaakt.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van
het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd bij een
erkend Makita-servicecentrum of de Makita-fabriek, en
altijd met gebruik van Makita-vervangingsonderdelen.
54 NEDERLANDS
Gebruik nooit benzine, was-