ondersteboven keren en niet opheffen
met haken of touwen (fig.5-6).
Het luchtfilter plaatsen.
Verwijder de afdekking en plaats het geleverde
luchtfilter voordat u de compressor gebruikt
opstarten
•
Controleren of de netspanning overeenstemt
met die aangeduid op het plaatje elektrische
gegevens (fig. 10), het toegelaten
tolerantieveld moet binnen de 5% liggen.
•
De schakelaar(3), aangebracht op het
bovenste deel, drukken in de "0" stand
volgens het type van drukregelaar
gemonteerd op het apparaat (fig.11).
•
De stekker in het stopcontact steken (fig. 9) en
de compressor opstarten door de schakelaar
van de drukregelaar in stand "I" te brengen.
De werking van de compressor is volledig
automatisch, geregeld door de drukregelaar
die hem stilzet wanneer de druk in de tank de
maximum waarde bereikt en die hem terug
doet starten als de druk naar het minimum
niveau zakt. Normalerwijze is het verschil in
druk ongeveer 2 bar/29 psi tussen de
maximum en de minimum waarde. Bv - De
compressor stopt als hij 8 bar (116 psi) bereikt
(max. werkdruk) en start automatisch als de
druk in de tank gedaald is tot 6 bar (87 psi).
•
Na de compressor aangesloten te hebben
door de stekker in het stopcontact te steken,
dient u de tank tot de maximum druk vol te
pompen en daarbij de juiste werking van de
compressor na te gaan.
De kop/cilinder/overbrengingsbuis groep
kan hoge temperaturen bereiken, Let op
dat als U in de nabijheid van deze
onderdelen werkt, u ze niet aanraakt om
brandwonden te vermijden (fig. 12-13).
regeling van de werkdruk
Fig.14
Het is niet nodig steeds de maximum werkdruk te
gebruiken, meestal heeft het pneumatische
gereedschap minder druk nodig.
Bij compressoren voorzien van een drukregelaar
is het nodig de werkdruk goed af te stellen. Met
behulp van de draaiknop(5) op het reduceerventiel
kan de werkdruk ingesteld worden.
•
Door rechtsom te draaien wordt de druk
verhoogd.
•
Door linksom te draaien wordt de druk
Ferm
verlaagd.
De compressor heeft twee drukmeters en twee
punten waar eenluchtslang kan worden
aangesloten:
•
Linker drukmeter (7): meet de druk bij de linker
snelkoppeling (6). De druk bij deze linker
snelkoppeling kan worden geregeld met
behulp van de reduceerafsluiter(5).
•
Rechter drukmeter(8): druk in de tank + druk
bij de rechter snelkoppeling (16).
Tips voor het nauwkeurig afstellen van de
werkdruk.
•
Draai het reduceerventiel (5) volledig linksom
tot deze op zijn minimale instelling staat.
•
Koppel het luchtgereedschap aan op de linker
koppeling (6)
•
Activeer het luchtgereedschap kort zodat de
manometer (7) de werkelijke druk aangeeft.
•
Draai de draaiknop (5) rechtsom. Het
ingestelde drukniveau wordt nu zichtbaar op
de manometer (7).
•
Het luchtgereedschap is nu klaar voor gebruik.
Noot: wanneer er geen gereedschap is
aangesloten tijdens het afstellen van de werkdruk,
kan het voorkomen dat de manometer (7) niet
accuraat reageert op spanningsdalingen.
4. onderhoud
Zorg er altijd eerst voor dat de stekker uit
het stopcontact is verwijderd, voordat u
met de onderhoudswerkzaamheden
begint.
De machines zijn ontworpen om gedurende lange
tijd probleemloos te functioneren met een
minimum aan onderhoud. Door de machine
regelmatig te reinigen en op de juiste wijze te
behandelen, draagt u bij aan een lange
levensduur van uw machine. Neem de volgende
maatregelen in acht tijdens onderhoud of
beëindiging van de werkzaamheden:
•
De drukregelaar is uitgeschakeld ("0" stand)
•
De stekker is uit het stopcontact verwijderd.
•
De tank onluchten met behulp van de
aftapkraan (11), beide manometers moeten
"0" aangeven).
storingen
In het geval de machine niet naar behoren
NL
17