Secundaire functies
Instellen displaydemping
Ruwe
zee,
temperatuurverschillen in het water kunnen
sterke wisselingen in de afgelezen waarde voor
de diepte veroorzaken. Demping van het display
beperkt de snelheid waarmee de waarde van
de diepte kan veranderen en voorkomt zo al te
sterke wisselingen. Er zijn drie niveaus voor de
demping, waarbij d1 het minste effect heeft en
d3 het sterkste. Bij het varen in ondiep water of
met hoge snelheid kunt u het beste een laag
dempingsniveau gebruiken.
Druk de toetsen
seconden vast.
Stel de gewenste waarde in met de toetsen
en
.
Druk op de toets
voor einde als de gewenste
waarde op het display staat.
NAVMAN D100 Gebruikers Handleiding
scholen
vis
en
in en houd ze 3
3 sec
Kielinstelling
en
Zonder verdere instelling geeft de NAVMAN
D100 de waterdiepte onder het vlak van de
sensor aan. U kunt een kielinstelling toevoegen
om de getoonde waarde te verlagen of een
waterlijninstelling om de waarde te verhogen.
Zorg dat u in Displaydemping bent en druk op
de toetsen
Stel de gewenste waarde in met de toetsen
en
.
Druk op de toets
waarde op het display staat.
Simulatiemodus
De NAVMAN D100 heeft een simulatiemodus.
Om deze modus in te schakelen drukt u de
toets in terwijl u de stroom inschakelt. Het
instrument blijft in deze modus, zelfs als de
stroom is uitgeschakeld.
Herhaal deze procedure om de simulatiemodus
te verlaten
NB: Instellingen die worden gemaakt in
simulatiemodus blijven van kracht als naar
normale modus teruggegaan wordt.
en
.
voor einde als de gewenste
33