Spuit het schuim op het rooster en laat het even inwerken.
2
Het schuim verandert van kleur terwijl vuil en vet worden
losgeweekt.
Verwijder het schuim met een zachte spons en water en
3
spoel het rooster grondig.
Droog het rooster goed en bewaar het op een droge plaats.
4
Dit voorkomt roestvorming.
U kunt het rooster en de schalen ook reinigen in de
2
vaatwasmachine of met een zacht reinigingsmiddel of
met natriumbicarbonaat. Gebruik nooit ovenreinigers om
het rooster te reinigen.
7.3 Het toestel opbergen
Berg het toestel na elk gebruik binnen op.
Zorg ervoor dat het toestel volledig droog is voor u het
2
opbergt. Dit voorkomt roestvorming.
7.4 Roestvaststalen, verchroomde en
gepoederlakte onderdelen
onderhouden
Het toestel bestaat uit roestvaststalen, verchroomde en
gepoederlakte onderdelen. Elk materiaal moet op een specifieke
wijze worden onderhouden:
Materiaal
Onderhoud van dit materiaal
Gebruik geen agressieve, schurende of
Roestvast
•
metaalreinigingsmiddelen.
staal en
chroom
Gebruik niet-agressieve reinigingsmiddelen en
•
laat ze inwerken op het staal.
Gebruik een zachte spons of doek.
•
Spoel het toestel na het reinigen grondig en
•
laat het zeer goed drogen voor u het opbergt.
Gebruik geen scherpe voorwerpen. Gebruik
Gepoederlakt
•
niet-agressieve reinigingsmiddelen en een
zachte spons of doek.
Spoel het toestel na het reinigen grondig en
•
laat het zeer goed drogen voor u het opbergt.
Om roestvorming op onderdelen uit roestvast staal te
1
voorkomen, vermijdt u best ieder contact met chloor, zout
of ijzer. Wij raden u aan het toestel niet te gebruiken in
kuststreken, nabij spoorwegen of in de buurt van een
zwembad.
Schade wegens het niet opvolgen van deze instructies
1
wordt beschouwd als gebrekkig onderhoud en is niet
gedekt door de garantie.
Onder de explosietekening van uw toestel (tweede deel van de
handleiding) vindt u een lijst van alle onderdelen waaruit het
toestel is samengesteld. Deze lijst omvat een symbool dat het
materiaal van elk onderdeel aangeeft, zodat u kunt nagaan hoe u
een bepaald onderdeel dient te onderhouden. In de
onderdelenlijst worden de volgende symbolen gebruikt:
Symbool
Roestvast staal
Chroom
Gepoederlakt
10
Materiaal
www.barbecook.com
7.5 Reserveonderdelen bestellen
Onderdelen die blootstaan aan vuur of intense hitte moeten van
tijd tot tijd worden vervangen. Reserveonderdelen bestellen:
Zoek het referentienummer op van het gewenste onderdeel.
1
U vindt een lijst met alle referentienummers onder de
explosietekeningen in het tweede deel van deze handleiding
en op www.barbecook.com.
Als u uw toestel online hebt geregistreerd, verschijnt
2
automatisch de correcte lijst.
Bestel het reserveonderdeel bij uw verkoper. U kunt
2
onderdelen bestellen die binnen of buiten de garantie vallen.
8
GARANTIE
8.1 Gedekt
Uw toestel heeft een garantie van twee jaar vanaf de
aankoopdatum. Deze garantie dekt alle fabricagefouten op
voorwaarde dat:
u uw toestel hebt gebruikt, gemonteerd en onderhouden
•
overeenkomstig de instructies in deze handleiding. Schade
ten gevolge van misbruik, verkeerde montage of foutief
onderhoud wordt niet als een fabricagefout beschouwd.
u het aankoopbewijs en het unieke serienummer van uw
•
toestel kunt overhandigen. Dit serienummer begint met een
letter, gevolgd door 15 cijfers. U vindt dit nummer:
op deze handleiding.
-
op de verpakking van het toestel.
-
aan de binnenzijde van een voet van het toestel.
-
de Barbecook-kwaliteitsafdeling bevestigt dat de
•
onderdelen defect zijn en dat het defect zich heeft
voorgedaan bij normaal gebruik, correcte montage en juist
onderhoud.
Als aan een van deze voorwaarden niet is voldaan, kunt u niet
van de garantie genieten. In elk geval blijft de garantie beperkt tot
het herstellen of vervangen van de defecte onderdelen.
8.2 Niet gedekt
De volgende schade en gebreken worden niet door de garantie
gedekt:
Normale slijtage (roestvorming, vervorming, verkleuring enz.)
•
van onderdelen die rechtstreeks blootstaan aan vuur of
intense hitte. Deze onderdelen moeten van tijd tot tijd
worden vervangen.
Visuele onregelmatigheden die inherent zijn aan het
•
fabricageproces. Deze onregelmatigheden worden niet als
fabricagefouten beschouwd.
Alle schade veroorzaakt door gebrekkig onderhoud, foutieve
•
opberging, verkeerde montage of wijzigingen aan
voorgemonteerde onderdelen.
Alle gevolgschade wegens nalatigheid of
•
niet-voorgeschreven gebruik van het toestel.
Roest of verkleuring ten gevolge van externe invloeden,
•
gebruik van agressieve reinigingsmiddelen, blootstelling aan
chloor enz. Deze schade wordt niet als een fabricagefout
beschouwd.