BEDIENING EN FUNCTIES
VAN DE AFSTANDSBEDIENINGEN
RGB afstandsbediening (afb. F)
Toets
POWER-ON/OFF
F1
(aan/uit)
Hoofdschakelaar
F2
Touch wheel
F3
Helderheid
Snelheid
F4
Programmakeuze
POWER-ON/OFF
F5
(aan/uit)
Zonebesturing
Kleurverloopprogramma
Om een kleurverloopprogramma te kiezen drukt u op "toets M"; door meerdere keren te drukken kunt
u dan het betreffende programma (tabel 1-9) kiezen. Voor permanent wit de POWER-ON-toets (F1 of
F5) ingedrukt houden.
Nr.
Kleurverloopprogramma
1.
Vloeiend kleurverloop: geel-groen-blauw-violet-rood
2.
Wit pulserend
3.
Rood-groen-blauw-wit: pulserende wisselende kleuren
4.
Kleurwissel: rood-groen-blauw-geel-violet-turquoise-wit
5.
Knipperende kleurwissel: groen-blauw-wit
6.
Rode puls - vervolgens 3 keer knipperend rood
7.
Groene puls - vervolgens 3 keer knipperend groen
8.
Blauwe puls - vervolgens 3 keer knipperend blauw
9.
Combinatie van pulserende en knipperende kleurwissel (programma 1-8)
Afstandsbediening led warm-wit (afb. G)
Toets
POWER-ON
G1
(aan/uit)
Hoofdschakelaar
Draaiwieltje
G2
Helderheid
POWER-ON
G3
(aan/uit)
Zonebesturing
22
Functie
In- en uitschakelen van alle zones In uitgeschakelde stand blijft de laatst gekozen kleur
resp. het kleurverloopprogramma opgeslagen.
Instellen en selecteren van de kleuren. Door het touch wheel aan te raken wordt het
huidige programma onderbroken en wordt de betreffende kleur weergegeven.
Instelling van de helderheid van zowel de permanente kleur als het
kleurverloopprogramma.
Instellen van de snelheid van het kleurverloopprogramma:
Toets S-/S+
Keuze van een van de programma's voor kleurverloop (1-9): Toets M
Met de zonebesturing kunnen afzonderlijke zones/lichtobjecten worden gekozen.
Wanneer de POWER-ON-toets (F5) langdurig wordt ingedrukt, begint de lamp met de
kleur wit.
Functie
In- en uitschakelen van alle zones In uitgeschakelde stand blijft de laatst gekozen
instelling behouden.
Met het draaiwieltje kunt u in 11 stappen de helderheid van de verlichting regelen. Voor
centrale instelling (evt. meerdere lichtbronnen) de POWER-ON-toets (G1) indrukken. Om
de helderheid van afzonderlijke zones in te stellen, drukt u eerst op de gewenste POWER-
ON-toets van de zonebesturing (G3) en stelt u vervolgens de helderheid van de betreffende
zone in.
Keuze en toewijzing van de zones aan de lampen. Om alle zones te kiezen drukt u op de
POWER-ON-toets (G1).
www.degardo.de
LUNOCS