Handel op dezelfde wijze met de magneet voor het sluiten.
Zet de poort ongeveer half open en zet het systeem weer vast (zie
paragraaf 9).
Vergewis u ervan, alvorens een impuls te geven, dat de poort niet
met de hand kan worden bewogen.
Geef het commando voor een complete cyclus van de poort om te
controleren of de eindschakelaars correct ingrijpen.
Om te voorkomen dat de aandrijving beschadigd raakt en/of de
werking van het automatische systeem wordt onderbroken, moet
ongeveer 40 mm afstand worden gehouden van de mechani-
sche eindaanslagen.
Controleer aan het einde van de manoeuvre, zowel bij het ope-
nen als bij het sluiten, of de led van de bijbehorende eindschake-
laar geactiveerd blijft (led uit).
Wijzig de positie van de magneten van de eindschakelaars naar
behoeven.
7. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
Plaats de zijbeschermingen en zet de kap van de motor op zijn plaats, en
zet hem vast met de bijbehorende schroeven (Fig. 19)
Breng de gevaarsticker aan op de bovenkant van de kap (Fig. 20).
Controleer vervolgens nauwgezet
of het automatische systeem en alle
daarop aangesloten accessoires goed
werken.
Geef de klant het boekje "Gebruiks-
aanwijzing", leg uit hoe de motorreduc-
tor werkt en wordt gebruikt, en geef
aan welke delen van het automatische
systeem potentieel gevaar opleveren.
8. HANDBEDIENDE WERKING
De handmatige deblokkering is een voorziening waarmee de aandrijving van de
poort kan worden losgekoppeld, zodat hij met de hand kan worden bewogen.
Schakel, alvorens het ontgrendelingsmechanisme te gebruiken, de spanning naar de
installatie uit door op de differentieelschakelaar stroomopwaarts van de motor-
reductor om te zetten.
HET ONTGRENDELINGSMECHANISME MOET NIET ALS EEN NOODSTOP WORDEN BE-
SCHOUWD
Als de poort met de hand moet worden bediend omdat de elektrische voeding
is uitgevallen of omdat het automatische systeem niet goed werkt, dient het
ontgrendelingsmechanisme te worden gebruikt, en wel als volgt:
1. Steek de speciale bijgeleverde sleutel in het slot Fig. 21 Ref. , en draai hem
met de wijzers van de klok mee zoals aangegeven in Fig. 21 Ref. .
2. Draai het ontgrendelingsmechanisme ongeveer 180° met de wijzers van de
klok mee, zoals aangegeven in Fig. 21 Ref. .
Fig. 18
3. Open of sluit de poort met de hand.
9. HERVATTING NORMALE WERKING
Om te voorkomen dat de poort tijdens de manoeuvre per
ongeluk door een impuls wordt ingeschakeld, moet alvorens de
aandrijving opnieuw te vergrendelen eerst de voeding naar de
installatie worden uitgeschakeld.
1. Draai het ontgrendelingsmechanisme ongeveer 180° tegen de wijzers
van de klok in, zoals aangegeven in Fig. 2 Ref. .
2. Draai de sleutel tegen de wijzers van de klok in, Fig. 2 ref. , en trek
hem uit het slot, zoals aangegeven in Fig. 2 ref. .
3. Beweeg de poort tot het ontgrendelingsmechanisme aankoppelt.
Controleer, alvorens de voeding naar het systeem weer in te scha-
kelen, of de poort niet met de hand kan worden bewogen.
10. SPECIALE TOEPASSINGEN
Fig. 19
Er zijn geen bijzondere toepassingen voorzien.
Alles wat niet in deze instructies is beschreven, is uitdrukkelijk ver-
boden
Om een goede werking op de lange termijn en een constant veiligheids-
niveau te garanderen, is het beter om ieder half jaar een algemene con-
trole op de installatie uit te voeren. In het boekje "Gebruiksaanwijzing" is
een formulier voorgedrukt om onderhoudshandelingen te registeren.
Fig. 20
De bijgevoegde onderhoudsmodule dient uitsluitend als indicatie,
het is niet uitgesloten dat, om een correcte werking van het
automatische systeem en een constant veiligheidsniveau te
garanderen, onderhoudshandelingen noodzakelijk zijn die niet in
de module zijn aangegeven.
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of an-
dere ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en
geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum.
Zie de GENIUS-catalogus voor verkrijgbare accessoires.
30
11. ONDERHOUD
12. REPARATIES
13. ACCESSOIRES
Fig. 21
Fig. 22