263630
Het opladen van de accu
WAARSCHUWING: Wanneer de instructies niet opgevolgd worden raakt de accu mogelijk
permanent beschadigd
Let op: De normale laadtijd van een onlangs ontladen accu bedraagt 3 uur. De laadtijd van
accu's die voor langere tijd ontladen zijn bedraagt tot 5 uur
1. Schuif de ontladen/gedeeltelijk ontladen accu op de oplader (12)
Let op: Zorg ervoor dat de accu en de oplader juist zijn uitgelijnd. De accu dient
gemakkelijk in de oplader te schuiven. Forceer de accu niet. Wanneer de accu niet soepel
op de oplader schuift, controleert u de accu, de oplader gleuven en de contactpunten
voordat u het opnieuw probeert
2. Wanneer het opladen start branden beide lampjes zonder te knipperen
3. Wanneer de accu volledig is opgeladen brand enkel het groene lampje
Opmerkingen betreft het opladen van de accu:
• De accu dient bij een omgevingstemperatuur tussen de 10 en 40°C (dicht bij 20°C is
ideaal) opgeladen te worden
• Na het opladen vereist de accu een afkoelperiode van 15 minuten
• Zorg ervoor dat de oplader na het opladen van de stroombron wordt ontkoppeld en juist
wordt opgeborgen
• Laad accu's NOOIT voor langere periodes op en berg accu's NOOIT op wanneer deze
worden opgeladen
• De oplader houdt de temperatuur en spanning van de accu constant in de gaten.
Ontkoppel de accu wanneer deze volledig is opgeladen, om de laadcyclussen te
optimaliseren en het verspillen van energie te voorkomen
• Accu's kunnen na verloop van tijd stuk raken, individuele cellen breken wat leidt tot
kortsluiting in de accu. De oplader laadt zulke accu's niet op. Gebruik de andere accu
om de werking van de oplader te controleren en schaf een nieuwe accu aan
• Li-ion accu's mogen niet voor langere tijd ontladen opgeborgen worden. Dit beschadigt
de Li-ion accucellen mogelijk. Accu's dienen volledig opgeladen (ontkoppeld van de
oplader) te zijn wanneer deze voor langere tijd opgeborgen worden
• De capaciteit van accu's wordt na verloop van tijd lager. Na 100 laadcyclussen zullen de
gebruiksduur en de maximale koppel van de machine lichtelijk verkorten/verlagen. Na
500 laadcyclussen is de minimale capaciteit van de accu bereikt. Dit is normaal en duidt
niet op een foutieve accu
Het bevestigen van een zaag- of schraapblad
1. Draai de bevestigingsbout (11) met behulp van de inbegrepen inbussleutel linksom
(kijkend naar de as) los en verwijder deze samen met de sluitring (10) (zie: Fig. A)
2. Plaats het zaag- of schraapblad op de flens van de as (6) zodat de bevestigingsgaten in
het blad met de pinnen van de flens uitlijnen (zie: Fig. B)
3. Zolang de tanden met de gaten uitlijnen, kan het accessoire in een hoek, niet direct in
lijn met de kop, bevestigd worden
4. Plaats de sluitring terug op de as en draai de bout vast, als afgebeeld in Fig. B, waarbij
het blad juist op de flens zit. Wanneer de pinnen niet juist met de gaten uitlijnen, raken
de bladen en de spindel beschadigd
5. Voordat u de machine gebruikt, controleert u of het blad juist bevestigd is en de bout
goed vast zit
Let op: Monteer gebogen of gehoekte bladen zo, dat het uiteinde van het blad van de
machine af wijst, als afgebeeld in Fig. B
Het bevestigen van de schuurschijf en schuurvellen
1. Draai de bevestigingsbout (11) met behulp van de inbegrepen inbussleutel linksom
(kijkend naar de as) los en verwijder deze samen met de sluitring (10) (zie: Fig. A)
2. Plaats het schuurblad op de flens van de as zodat de bevestigingsgaten in het blad (16)
met de pinnen van de flens uitlijnen (zie: Fig. C)
3. Zolang de tanden met de gaten uitlijnen, kan het schuurblad in een hoek, niet direct in
lijn met de kop, bevestigd worden
4. Plaats de sluitring terug op de as en draai de bout vast als afgebeeld in Fig. B, waarbij
het schuurblad juist op de flens zit. Wanneer de pinnen niet juist met de gaten uitlijnen,
raken het blad en de as beschadigd
5. Voordat u de machine gebruikt, controleert u of het blad juist bevestigd is en de bout
goed vast zit
6. Selecteer het juiste schuurvel voor het uit te voeren werk (zie: 'Het selecteren van het
juiste korrelgrofte schuurvel')
7. De schuurschijf en de schuurvellen zijn voorzien van een klittenband bevestiging. Lijn
de schuurvellen met het schuurblad uit en druk de vellen vast (zie Fig. D)
Het selecteren van het juiste korrelgrofte schuurvel
• Schuurvellen zijn verkrijgbaar in verschillende groftes: grof (60 korrelgrofte), medium
(120 korrelgrofte) en fijn (240 korrelgrofte)
• Gebruik een grof schuurvel voor het schuren van ruwe oppervlakken, medium
vellen voor het glad schuren van oppervlakken en fijne vellen voor het afwerken van
oppervlakken
• Voor het maximaliseren van de schuurafwerking, maakt u gebruik van hoogwaardige
schuurvellen
• Het is aanbevolen de vellen op een stuk afvalmateriaal te testen om de optimale
korrelgrofte vast te stellen. Wanneer het oppervlak na het schuren nog steeds plekken/
markeringen vertoont, schuurt u deze met een grover schuurvel weg voordat u terug
keert naar de originele korrelgrofte, of gebruikt u een nieuw schuurvel voor het
verwijderen van de markeringen voordat u overstapt naar een fijner schuurvel
10,8 V oscillerende multisnijder
Gebruik
WAARSCHUWING: De geschikte beschermende uitrusting, waaronder gezichts-,
ademhalings- en gehoorbescherming, dient te allen tijde gedragen te worden
WAARSCHUWING: Om de gebruiker te beschermen tegen de trillingen is het dragen van
beschermende handschoenen aanbevolen
WAARSCHUWING: Inhaleer stof niet! Draag een geschikt stofmasker. Stof is mogelijk giftig,
vooral stof van kunstmatige composietmaterialen
Het in- en uitschakelen van de machine
1. Houdt de machine stevig bij het handvat (5) vast met uw duim op de aan-/uitschakelaar
(3)
2. Schuif de aan-/uitschakelaar naar voren tot deze in positie klikt, om de machine in
te schakelen
3. Schuif de aan-/uitschakelaar naar achteren om de machine uit te schakelen
WAARSCHUWING: Laat de machine volledig op snelheid komen voordat deze in contact
komt met het werkstuk
WAARSCHUWING: De ventilatiegaten dienen vrijgehouden te worden zodat hete lucht kan
ontsnappen. Stof en zaagsel blokkeren de ventilatiegaten waardoor de machine oververhit.
Metaal zaagsel kan de machine permanent beschadigen. Voorkom de ophoping van stof en
zaagsel. Houd uw werkplaats met behulp van een stofzuiger schoon
WAARSCHUWING: Wanneer de machine tijdens gebruik heet wordt, schakelt u deze
onmiddellijk uit en laat u deze volledig afkoelen voordat u het werk hervat. Laat de
machine voor korte tijd onbelast lopen om de koelperiode te minimaliseren. Zorg ervoor dat
de ventilatiegaten (5) te allen tijde vrij zijn en voorkom de ingang van stof en vuil. Stof kan
de machine beschadigen en mogelijk vernielen
Het verstellen van de machinesnelheid
De oscillerende snelheid van de machine kan met behulp van het controlewiel (4) te
verstellen
1. Een hoger nummer op het controlewiel duidt op een hogere snelheid
2. Een lager nummer op het controlewiel duidt op een lagere snelheid
Let op: Pas de snelheid aan om het schuurwerk op verschillende materialen te
optimaliseren. Verwijs naar de instructies van de schuurvel fabrikant, betreft de
snelheidsselectie
Zagen
• Zorg ervoor dat het zaagblad scherp is en in een goede staat verkeert
• Gebruik geen beschadigde of misvormde zaagbladen
• Bij het zagen van licht bouwmateriaal verwijst u naar de aanbevelingen van de fabrikant
• Inval zaagsneden zijn enkel te maken in zachte materialen, als hout en spaanplaat
• Bij het gebruik van zaagbladen die niet geschikt zijn voor het zagen van metaal, zorgt u
ervoor dat het werkstuk vrij is van spijkers, nietjes, etc. Verwijder metalen voorwerpen
of maak gebruik van een metaal zaagblad
Schuren
• De materiaal-verwijdersnelheid en het schuurpatroon worden bepaald door het
schuurvel type, de oscillatiesnelheid en de uitgeoefende druk
• Oefen een gelijke druk op de machine uit om de duurzaamheid van de vellen te
optimaliseren
• Een overmatige druk resulteert niet in een snellere materiaalverwijdering, maar
resulteert in voortijdige slijtage van het schuurvel en mogelijke schade aan de machine
• Voor nauwkeurige schuurwerkzaamheden in hoeken en op randen schuurt u enkel met
de punt van het schuurvel
• Schuurvellen die gebruikt zijn voor het schuren van metaal mogen niet gebruikt worden
voor het schuren van hout
• Verwijder stof en vuil regelmatig van de schuurschijf zodat het schuurvel volledig in
contact staat met het werkstuk
Schrapen
• Voor schraapwerkzaamheden selecteert u een hogere oscillatiesnelheid
• Op zachte oppervlakken, als hout, werkt u in een korte hoek en oefent u slechts een
lichte druk op de machine uit zodat het mes niet in het werkstuk hapt
Accessoires
• Verschillende oscillerende gereedschapsaccessoires, waaronder zaagbladen,
schraapbladen en schuurvellen, zijn verkrijgbaar bij uw Silverline handelaar
Onderhoud
WAARSCHUWING: Ontkoppel de machine van de stroombron voordat u enig onderhoud
of schoonmaak aan de oplader uitvoert. Ontkoppel de accu voordat u enig onderhoud of
schoonmaak aan de machine uitvoert
Let op: Zowel de oplader als de machine bevat onderdelen die niet door de gebruiker te
onderhouden zijn. Wanneer de machine niet als beschreven functioneert, laat u deze bij
een geautoriseerd Silverline service center repareren
Algemene inspectie
• Check regelmatig of alle bevestigingsmiddelen goed vast zitten. Deze trillen na verloop
van tijd mogelijk los
www.silverlinetools.com
37