25. TEST EN AFREGELPROCEDURE
Na de montage moet u de dimmer nog afregelen voor uw persoonlijke toepassing. Gebruik een regelspanning tussen 0
en 5 tot 12V max. Je kunt de print nu bedraden volgens het aansluitschema (zie pag 13 van de partlist).
Schakel nu even de netspanning in. Wanneer u het toestel inschakelt, knipperen LD1(groene LED) & LD2 (rode LED)
eventjes samen tijdens de zelftest. Als alles correct verlopen is, zal LD1 kort 1 x knipperen in geval van een netfrequentie
van 50Hz en 2 maal voor 60Hz. Er is iets fout indien de rode LED blijft branden (zie foutmeldingen).
Draai de instelpotentiometer RV1 volledig tegenwijzerzin en RV2 volledig wijzerzin.
Stel de regelspanning in op nul Volt.
Sluit de netspanning aan.
Regel RV1 (min) tot de groene led LD1 juist snel begint te knipperen.
Draai RV1 nu iets terug tot de lamp volledig gedoofd is.
Stel nu je maximum regelspanning in (bv 10V).
Regel RV2 (max) tot de groene led juist continu blijft branden.
De schakeling is nu klaar voor gebruik.
Opmerking:
Om de levensduur van de lamp te verlengen, raden we u aan om een minimumstand in te stellen waarbij de gloeidraad
verwarmd blijft. Dit is bijzonder nuttig in het geval van podiumverlichting
6