Gebruiksaanwijzing
5.3 EN/IEC 60601 - 1 -2:ed. 4.0 (2014-03) lid 5.2.2.2 tabel 4
De Biosonic
®
US100R is bestemd voor gebruik in de hierna gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of eindgebruiker van
de Biosonic
®
US100R dient ervoor te zorgen dat het systeem in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstest
Geleide RF
IEC 61000-4-6 ed. 2.0
(A1:2004, A2:2006)
Uitgestraalde RF
IEC 61000-4-3
(ed. 3.0)
(A1: 2007)
(A2:2010)
OPMERKING 1 Bij 80 MHz en 800 MHz is het hogere frequentiebereik van toepassing.
OPMERKING 2 Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. De voortplanting van elektromagnetische golven wordt
beïnvloed door absorptie en reflectie van gebouwen, voorwerpen en mensen.
a Veldsterktes van vaste zenders, zoals basisstations voor radiotelefoons (GSM/draadloos) en portofoons, amateurradio's, AM- en
FM-radiouitzendingen en tv-uitzendingen kunnen theoretisch niet nauwkeurig worden voorspeld. Om de elektromagnetische omge-
ving als gevolg van vaste RF-zenders te beoordelen, moet er een elektromagnetisch onderzoek ter plaatse worden overwogen. Als
de gemeten veldsterkte op de plaats waar de Biosonic
zijnde RF-conformiteitsniveau, moet worden gecontroleerd of de Biosonic
tatie wordt waargenomen, kunnen extra maatregelen noodzakelijk zijn, zoals het verzetten of verplaatsen van de Biosonic
b In het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moet de veldsterkte minder dan 3 V/m bedragen.
Richtlijnen en fabrikantenverklaring – elektromagnetische immuniteit
IEC60601-testniveau
3 Vrms
150 kHz tot 80 MHz
3 V/m
80 MHz tot 2,7 GHz
Conformiteitsniveau
3 Vrms
150 kHz tot 80 MHz
3 V/m
80 MHz tot 2,7 GHz
US100R wordt gebruikt hoger is dan het hierboven vermelde van toepassing
®
US100R normaal functioneert. Als er een abnormale pres-
®
Beoogde elektromagnetische omgeving
De afstand tussen draagbare en mobiele
RF-communicatieapparatuur en enig onderdeel
van de Biosonic
US100R, met inbegrip van de
®
kabels, mag niet kleiner zijn dan de aanbevolen
minimumafstand die is berekend met behulp van
de vergelijking die van toepassing is op de zen-
derfrequentie.
Aanbevolen scheidingsafstand
d = 1,2√P
d = 1,2√P
80 MHz tot 800 MHz
d = 2,3√P
800 MHz tot 2,5 GHz
Waarbij P het maximale nominale vermogen van
de zender in watt (W) is volgens de fabrikant van
de zender en waarbij d de aanbevolen scheidings-
afstand in meter (m) is.
Veldsterktes van vaste RF-zenders, zoals vastge-
steld in een overzicht van elektromagnetische
zenders a, zouden lager moeten zijn dan de norm
in elk frequentiebereik b.
Er kunnen storingen optreden in de nabijheid van
apparatuur die het volgende symbool draagt:
67
US100R.
®