634217 Rev E (Rain Check user-manual (1of2)) source.indd 14
C. Installatie
1. Trek het opvangbakje uit.
2. Houd de Rain Check rechtop en verwijder
de schroef aan de onderkant.
3. Verwijder de deksel.
4. Gebruik de verbindingsschroeven om twee
draden van 1,5 mm (18 AWG) te bevestigen
die geschikt zijn voor installatie ondergronds.
De draden moeten lang genoeg zijn om ze
te verbinden met de gemeenschappelijke
draadverbindingsschroeven naar de kleppen
of om de gemeenschappelijke aansluiting
op de automaat te bereiken.
5. Plaats de deksel terug.
6. Schroef de deksel vast.
7. Plaats het opvangbakje terug.
D. Voorbeelden van bedrading
Er worden bedradingsschema's
meegeleverd voor:
1. Rain Bird-regelaars met een aansluiting
voor de sensorbedrading die compatibel
is met Rain Check-accessoires; ESP-LX
modulair, ESP-MC en STPi.
2. Automaten zonder aansluiting voor de
sensorbedrading; bedradingstechniek
anders dan gebruikelijk.
!
OPMERKING: Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de automaat
voor de juiste bedradingsmethode.
3. Gebruik watervaste draadverbinders, zoals
de draadverbinders uit de DB-serie
van Rain Bird (DBTWC-25) of het
draadsplitsingspakket (SPLICE 1).
E. Bediening
Verstel de schuif voor de instelling van de
regenval om aan te geven hoeveel water er
in het opvangbakje van de Rain Check moet
staan voordat de beregeningscyclus wordt
onderbroken.
Diepte-instellingen voor regenval:
y
Uiterst links = 3,2 mm (1/8")
y
Uiterst rechts = 12,7 mm (1/2")
F. Test
y
Zorg ervoor dat het opvangbakje droog is.
y
Start handmatig een beregeningscyclus.
y
Voeg water toe aan het opvangbakje terwijl
het systeem actief is.
y
Als de Rain Check correct werkt, zal het
systeem stoppen.
Nederlands
5/30/2010 5:53:15 PM
14