Voorzorgsmaatregelen Voor Gebruik - CareFusion Alaris Instrucciones De Uso

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 56
H
I
M
B
A

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

De op het Docking Station aangesloten pompen moeten binnen 1,0 m boven of onder het hart van
de patiënt worden opgesteld. De meest nauwkeurige drukmeting in de extensieset wordt verkregen
wanneer u de pomp ter hoogte van het hart van de patiënt plaatst.
U mag het Docking Station niet bevestigen in een dusdanige positie dat de spuit naar boven gericht is,
aangezien dit kan leiden tot het infunderen van lucht die zich in de spuit bevindt. Om de introductie
van lucht te voorkomen dient de gebruiker de voortgang van de infusie, de spuit, de extensielijn en de
aansluitingen op de patiënt regelmatig te controleren en de pomp te prepareren volgens de in deze
handleiding aangegeven Aanwijzingen voor gebruik (Directions For Use).
U mag het Docking Station niet bevestigen op een wijze waarbij de netingang naar boven wijst, aangezien
dit de elektrische veiligheid kan beïnvloeden in het geval er vloeistof wordt gemorst over het Docking
Station. Zorg ervoor dat het Docking Station wordt bevestigd in een verticale positie.
De stang waaraan het Docking Station wordt bevestigd, moet ten minste vier maal zo zwaar zijn als het
gewicht van het volledig belaste Docking Station (zie de tabel in de sectie 'Specificaties' voor het gewicht
van elke configuratie van het Docking Station).
De trolley van het Alaris® DS Docking Station is ontworpen voor het vervoer van maximaal 9 pompen (6
spuitpompen en 3 volumetrische pompen). Gebruik op de trolley geen configuratie die groter is dan deze
(zie de tabel in de sectie 'Specificaties').
Het Docking Station mag alleen aan een verplaatsbare infuusstandaard worden bevestigd als de stabiliteit
en sterkte van de constructie is beoordeeld aan de hand van de norm IEC/EN60601-1 voor mobiele
apparatuur.
Op de netuitgangen mogen geen andere apparaten dan Alaris®-infusiepompen worden aangesloten.
Het toegestaande aardingsspanningsverlies van het systeem mag worden overschreden als er andere
apparatuur is aangesloten.
Elektromagnetische compatibiliteit en interferentie
Dit Docking Station (uitgerust met pompen) is beschermd tegen de invloed van externe interferentie,
inclusief hoogenergetische radiofrequentie-emissies, magnetische velden en elektrostatische ontlading
(bijvoorbeeld ten gevolge van elektrochirurgische en cauterisatieapparatuur, grote motoren, draagbare
radio's, mobiele telefoons, enzovoort) en is zodanig ontworpen dat deze veilig in gebruik blijft bij
buitensporige interferentieniveaus .
Het Docking Station valt buiten het bereik van CISPR 11, aangezien het geen wisselstroom of geschakelde
signalen van meer 9 kHz gebruikt. Derhalve zijn de radiofrequentie-emissies zeer laag en is het
onwaarschijnlijk dat deze interferentie met de elektronische apparatuur in de nabijheid veroorzaken. Dit
Docking Station (uitgerust met pompen) geeft echter wel een bepaalde hoeveelheid elektromagnetische
straling af, maar deze blijft binnen de niveaus die zijn aangegeven in IEC/EN60601-1-2 en IEC/EN60601-
2-24. Als het Docking Station (uitgerust met pompen) een invloed heeft op andere apparatuur, moeten
voorzorgsmaatregelen worden genomen om de gevolgen hiervan tot een minimum te beperken,
bijvoorbeeld door de positie of locatie ervan te wijzigen.
Er bestaat explosiegevaar als het Docking Station wordt gebruikt in de nabijheid van brandbare anesthetica.
Verwijder het Docking Station voorzichtig uit de omgeving van dergelijke gevaarlijke stoffen.
Gevaarlijke spanning: Er bestaat gevaar voor elektrische schokken als de behuizing van het Docking Station
wordt geopend of verwijderd. Laat onderhoudswerkzaamheden alleen uitvoeren door gekwalificeerd
onderhoudspersoneel.
Wanneer het systeem op een externe stroombron wordt aangesloten, moet er een drieaderige voeding
(stroom, neutraal, aarde) worden gebruikt. Als niet zeker is of de externe beschermingsgeleider van de
installatie nog intact is of als er twijfels bestaan over de correcte bevestiging, dient u het Docking Station
niet te gebruiken.
Als het Docking Station is gevallen of is blootgesteld aan overmatig vocht, gemorste vloeistof, vochtigheid
of hoge temperatuur, of als u een andere beschadiging vermoedt, stelt u het apparaat buiten gebruik
en laat het controleren door een gekwalificeerd onderhoudstechnicus. Als u het Docking Station wilt
verplaatsen of opslaan, dient u, voor zover mogelijk, de originele verpakking te gebruiken en de instructies
met betrekking tot temperatuur, vochtigheid en druk op te volgen zoals die zijn opgenomen in de sectie
'Specificaties' en op de buitenverpakking.
1000DF00444 Iss. 2
De pomp bevestigen
Gevaren
45/210

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido