Nederlands
Dutch
4. WERKZAAMHEDEN
NOTA: Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voor het gebruik.
4.1 Algemene werking
4.2 Werking CPR in noodgevallen
CPR moet gebeuren op een stevig oppervlak. Als zich dus
bij een noodgeval een ademstilstand voordoet terwijl de
patiënt op de matras ligt, moet de matras afgelaten worden.
Dit kan snel gebeuren door aan de CPR-tag aan het
hoofdeinde van de matras, aan de rechterzijde van de
patiënt te trekken. De snelkoppeling op de pompeenheid
kan ook worden afgekoppeld om de lucht nog sneller af te
laten.
1. Zet de stroomschakelaar aan de zijkant van de pomp
aan.
2. Zodra de pomp lucht in de matras begint te pompen,
zal het circa 30 minuten duren voordat de matras
opgeblazen is.
3. Telkens wanneer u de matras wilt oppompen voor
gebruik, is het raadzaam de matras eerst tot de
maximumstand op te pompen om de matras zo snel
mogelijk op te pompen. De lagedrukindicator (gele
LED) zal oplichten als de matras in het begin niet
volledig opgeblazen is. Als de gewenste druk is
bereikt,zal
de
automatisch uit gaan.
4. Als het aanvankelijke opblazen (maximale stevigheid)
voltooid
is,
zal
overschakelen naar een zelfregelend proces.
5. Het systeem zal de druk automatisch aanpassen
volgens het gewicht en de lichaamslengte van de
patiënt om een optimaal comfort voor de patiënt te
waarborgen en zal vervolgens overschakelen naar
een alternerende modus.
95
lagedrukindicator
(gele
het
system
automatisch
LED)