549095
korte periode. Laat de accu niet alleen wanneer in de boost stand geladen wordt
WAARSCHUWING: Laad een accu met een laag vloeistofniveau nooit op. Dit beschadigd de
accu en produceert een grotere hoeveelheid ontvlambare/explosieve gassen
BELANGRIJK: Dit is een 3-stap automatische lader. In de 'normale' laadstand kan de eenheid voor
langere tijd op de aangesloten blijven. Houdt het laadproces in de gaten en ontkoppel de accu als
het gewenste laadniveau bereikt is
BELANGRIJK: Laad accu's enkel in goed geventileerde ruimtes op om de ophoping van
ontvlambare gassen te voorkomen
BELANGRIJK: De lader dient op een geaard stopcontact aangesloten te worden
BELANGRIJK: Het is aanbevolen één accu per keer op te laden. Het gelijktijdig opladen van
meerdere accu's wordt niet in deze handleiding beschreven. Het is belangrijk dat spanning,
capaciteit, laadniveau en ideaal gezien leeftijd en merk van alle accu's overeenkomen. Het is tevens
belangrijk dat de gecombineerde Ah waarde binnen het bereik (weergegeven in de specificaties)
valt
BELANGRIJK: Zorg er te allen tijde voor dat de kabels op de juiste accupolen aangesloten worden.
Het onjuist aansluiten van de kabels kan de accu en het voertuig beschadigen en kan resulteren
in explosie
Het opladen van accu's
Let op: Volg de juiste bovenstaande procedure op, passend bij de locatie van accu, vrijstaand of
aangesloten in het voertuig
1. Controleer of de klemmen juist op de juiste accupolen aangesloten zijn en dat deze tijdens de
laadprocedure niet los kunnen raken
2. Sluit de eenheid op de stroombron aan
3. Zorg ervoor dat de accutype knop (5) en de laadstart knop (6) in de juiste standen geschakeld
zijn (Zie: 'Accutype selectieknop' en 'Laadstart knop' voor verdere informatie)
• Om door alle standen heen te schakelen met gebruik van de digitale schermknop (4), de
accutype knop (5) en de laadstart knop (6), drukt u elke individuele knop herhaaldelijk in tot het
lampje de gewenste stand bereikt
Let op: Houdt het laadniveau, aangeduid door de lampjes op het scherm (1), regelmatig in de
gaten:
- Aangesloten: De oplader is juist op de accu aangesloten en de accu word herkend
- Opladen: De accu wordt juist opgeladen
- Opgeladen: De accu is volledig opgeladen en de oplader kan ontkoppeld worden
• Wanneer het gewenste laadniveau bereikt is, ontkoppeld u de oplader van de stroombron
voordat u de zwarte negatieve klem (8) loskoppelt, gevolgd door de rode positieve klem (9)
• Bij het opladen van koude accu's is de start laadsnelheid mogelijk wat lager. Probeer bevroren
accu's niet op te laden
• Beschadigde (kortsluiting) accu's trekken een erg hoge stroomsterkte zonder dat de accu
opgeladen wordt. Als het laadniveau en de stroomvraag na 5-10 minuten niet verandert, is de
accu mogelijk beschadigd. Stop het laden en laat de accu door een professional nakijken
• Sluit de accu op het voertuig aan en zorg daarbij voor een juiste accupool aansluiting
BELANGRIJK: Ontkoppel de oplader van de stroombron voordat u de accu ontkoppeld van de
oplader. Als u de accu niet ontkoppeld overlaad en beschadigd u deze mogelijk
Het selecteren van de startstand
Deze stand voorziet een korte 75 A stroomstoot aan lege of zwakke accu's om te assisteren bij
jumpstarten
BELANGRIJK: Schakel deze stand enkel uit door het verwijderen van de stekker uit het stopcontact
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat alle aansluitingen juist en in de juiste volgorde
gemaakt zijn om beschadiging aan elektronische systemen te voorkomen. Het is de gebruikers
verantwoordelijkheid de eenheid anders dan beschreven in de handleiding te gebruiken
BELANGRIJK: Deze functie is niet geschikt voor accu's met een Ah waarde onder 45, waar deze
accu's beschadigd kunnen raken
Let op: De oplader is voorzien van een ingebouwd analyseprogramma om de accu te beschermen
tegen sulfatering en snelle spanningsdalingen. Als de oplader aangesloten is op een erg zwakke
accu, schakelt de oplader niet in. Tijdens het analyseproces wordt de accu met lage stroomsterktes,
aangeduid door het lampje, en het scherm geeft '0' weer. Dit betekent dat de startstand niet
gebruikt kan worden zodat de accu niet beschadigd kan raken. Herstart de oplader en laad de accu
eerst op met gebruik van de snellaad stand of
Let op: Diesel motors en grote motoren vereisen een stroomsterkte boven 75 A voor jumpstarten.
Laad de accu tot minimaal 60% op met behulp van de laadindicator op het digitale scherm (1). Sluit
deze stand af door de eenheid te ontkoppelen van de stroombron
Bij het gebruik van deze stand:
- Zorg ervoor dat de accu licht geladen is; de automatische oplader is geen jumpstarter maar kan
assisteren bij het starten van voertuigen met ontladen accu's
Let op: Voor het snelladen van een gedeeltelijk ontladen accu, laad u de accu voor 5-10 minuten
met de accutype knop (5) in de juiste stand en de laadstart knop (6) gesteld op de snellaad stand
1. Zorg ervoor dat de voertuigklemmen juist op de juiste polen aangesloten zijn; positief '+' op
positief en negatief '-' op negatief
2. Steek de stekker van de eenheid in het stopcontact
3. Sluit de rode positieve klem (9) op de positieve accupool aan
4. Sluit de negatieve klem (8) op de negatieve accupool aan
Automatische accu starter/lader, 12 A, 6/12 V
5. Bij een juiste aansluiting wordt het juiste accutype automatisch geselecteerd; controleer dit en
pas dit wanneer vereist aan met behulp van de accutype knop (5)
6. Selecteer de startstand door de laadstart knop (6) in te drukken tot de gewenste stand
weergegeven wordt
7. Het digitale scherm geeft '0' weer
8. Draai de sleutel in het contact om de motor te proberen te starten. Het scherm beeld een '5' af
en telt af: 2 seconden analyse en 3 seconden jumpstart ondersteuning met 75 A
9. Tijdens het aftellen geeft de lader een korte 75 A stoot, gevolgd met 180 seconde
veiligheidspauze, om de motor zo te proberen te starten
10.Na de pauze start de 5 seconden cyclus opnieuw, gevolg door een nieuwe veiligheidspauze
- Gebruik de startcyclus slechts 5 keer
- Als de motor na 5 pogingen niet start, laat u de accu volledig afkoelen en schakelt u naar een
andere laadstand om de accu op te laden voordat de startstand opnieuw gebruikt
- Als de motor gestart is, selecteert u de generator stand ('Alternator') op het digitale scherm (1)
om te zien of de generator werkt. Als deze 100 weergeeft functioneert deze juist. Als de lezing
anders is dan 100, is de voertuig generator mogelijk defect en dient deze door een professionele
automonteur nagekeken te worden
- Als de accu na het opladen en een nieuwe poging met het gebruik van de startstand nog niet
start, dan is de accu mogelijk defect of is er een technisch defect in het voertuig. Laat de accu en
het voertuig door een professionele automonteur nakijken
Het ontkoppelen van de accu
1. Ontkoppel de zwarte negatieve klem (8) van de negatieve (-) accupool
2. Ontkoppel de rode positieve klem (9) van de positie (+) accupool
3. Ontkoppel de oplader van de stroombron
4. Plaats enige accupool doppen, wanneer aanwezig, terug op de accupolen
Let op: Bij het aansluiten van de accu in het voertuig:
- Sluit de positieve (+) pool aan
- Sluit de negatieve pool (-) aan
- Bevestig enige kappen terug op de accu
Accessoires
• Uw Silverline vakhandelaar heeft een groot assortiment aan hoogwaardig voertuig gereedschap.
Neem contact op met uw plaatselijke vakhandelaar
Onderhoud
WAARSCHUWING: Ontkoppel de accu van de oplader en de oplader van de stroombron voordat u
de machine schoonmaakt of enig onderhoud uitvoert
Het vervangen van de zekering
• De zekering (7) dient mogelijk regelmatig vervangen te worden
• Als de zekering springt, dient u de oorzaak vast te stellen en het probleem op te lossen voordat u
de zekering vervangt
• Verwijder de zekering kap door de zijkanten voorzichtig in te drukken
• Schroef de zekering met de geschikte open steeksleutel los
• Vervang de zekering met exact hetzelfde type (80 A) zekering. Neem contact op met uw Silverline
vakhandelaar voor vervangende onderdelen
• Draai de nieuwe zekering voorzichtig vast
• Bevestig de zekering kap terug op de eenheid
Let op: De interne zekering is niet toegankelijk en dient, wanneer gesprongen, door een
gekwalificeerde elektricien vervangen worden
Schoonmaak
• De machine is wordt over het algemeen gezien als onderhoudsvrij
• Houdt de machine te allen tijde schoon
• Maak metalen en plastic onderdelen met een droge doek schoon
• De machine mag niet nat worden
• Gebruik geen schurende middelen en oplosmiddelen voor het schoonmaken van de machine
Opberging
• Berg de machine op een droge en schone plek, uit de buurt van kinderen op
Verwijdering
Bij de verwijdering van elektrische machines neemt u de nationale voorschriften in acht.
• Elektrische en elektronische apparaten mogen niet met uw huishoudelijk afval worden
weggegooid
• Neem contact op met uw gemeente voor informatie betreffende de verwijdering van elektrisch
gereedschap
silverlinetools.com
37