De spanflenzen moeten vrij van vastplakkende
delen zijn. Breng nu een nieuw aandrijfwiel op
de achterste flens aan.
Vervolgens steekt u de spanflens op, zet de
flensschroef aan en trekt u door draaien in
richting van de wijzers van de klok vast.
Zet nu de beitel op de houder en zet hem vast
door middel van de bolcilinderschroef.
Richt de beitel zodanig uit ten opzichte van het
aandrijfwiel dat de beiteltong de groef van het
aandrijfwiel
net
bolcilinderschroef aan.
Leg nu de zaagkabel op het aandrijfwiel (zie
hoofdstuk 4.4 Zaagdraadwissel, pagina 62).
4.5.2
Wissel van de keerschijf
Ga bij de vervanging van de keerschijf als volgt te
werk:
Neem de zaagkabel van de keerschijf (zie
hoofdstuk 4.4 Zaagdraadwissel, pagina 62).
Draai de verzonken schroef 19 (afb. 4) los en
neem de afdekking 20 met de onderste beitel
weg.
Draai de zeskantmoer 21 (afb. 4) tegen de klok
los. Houd daarvoor de as op de aangebrachte
zeskant vast met een steeksleutel SW 10.
Neem nu de zeskantmoer van de as.
U kunt nu de keerschijf van de as trekken.
Zet nu een nieuwe keerschijf op de as.
Vervolgens steekt u de zeskantmoeren en trekt
u ze vast door draaien met de klok mee.
Zet de afdekking 20 met de onderste beitel op
de slede en span aan met de verzonken schroef
19.
Open de bolcilinderschroef 22 (afb. 4) en richt
de onderste beitel zodanig uit ten opzichte van
de keerschijf dat de beiteltong de groef van de
keerschijf net raakt. Draai de bolcilinderschroef
opnieuw vast.
Leg nu de zaagkabel op de keerschijf (zie
hoofdstuk 4.4 Zaagdraadwissel, pagina 62).
raakt.
Span
de
-63-
4.6 Beitelwissel
Gevaar
Neem bij alle
onderhoudswerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
De beitels houden de groef van het aandrijfwiel en de
keerschijf proper. Als ze versleten of defect zijn,
moeten ze vervangen worden.
4.6.1
Wissel van de beitel bovenaan
Ga bij de wissel van de ruimer als volgt te werk:
Neem de zaagkabel van het aandrijfwiel (zie
hoofdstuk 4.4 Zaagdraadwissel, pagina 62).
Draai de bolcilinderschroef 14 (afb. 3) los en
neem de ruimer 31 (afb. 3) van de houder.
Zet nu een ruimer op de houder en zet hem vast
door middel van de bolcilinderschroef.
Richt de ruimer zodanig uit ten opzichte van het
aandrijfwiel dat de ruimertong de groef van het
aandrijfwiel
net
bolcilinderschroef aan.
Leg nu de zaagkabel op het aandrijfwiel (zie
hoofdstuk 4.4 Zaagdraadwissel, pagina 62).
4.6.2
Wissel van de beitel onderaan
Ga bij de wissel van de ruimer als volgt te werk:
Neem de zaagkabel van de keerschijf (zie
hoofdstuk 4.4 Zaagdraadwissel, pagina 62).
Draai de bolcilinderschroef 22 (afb. 4) los en
neem de ruimer 32 (afb. 4) van de afdekking.
Zet nu een nieuwe ruimer in de afdekking en zet
hem vast door middel van de bolcilinderschroef.
Richt de ruimer zodanig uit ten opzichte van de
keerschijf dat de ruimertong de groef van de
keerschijf net raakt. Span de bolcilinderschroef
aan.
Leg nu de zaagkabel op de keerschijf (zie
hoofdstuk 4.4 Zaagdraadwissel, pagina 62).
4.7 Instelling voor schuinsneden
De machine kan voor schuinsneden op iedere
willekeurige hoek van 0° tot 60° ingesteld worden.
raakt.
Span
de