NL
Gebruiksdoel
Apparaat voor het omvormen van een DC-voedingspanning in een AC-
netwerkspanning, zodat apparaten die gebruik maken van een netspanning,
gebruikt kunnen worden met een DC-voeding, typisch 12 V. Het apparaat
kan op vaste plaatsen of in voertuigen gebruikt worden
Het uitpakken van uw gereedschap
• Pak uw toestel / gereedschap uit. Inspecteer het en zorg dat u met alle
kenmerken en functies vertrouwd raakt
• Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn en in goede staat verkeren.
Als er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn, zorg dan dat deze
vervangen worden voor u dit toestel / gereedschap gebruikt
Voor gebruik
Uw omvormer installeren
WAARSCHUWING: Indien u twijfelt of u een omvormer op correcte wijze kunt
installeren, raadpleeg een gekwalificeerde technicus
WAARSCHUWING: Indien de omvormer is gemodificeerd om een contact
te maken tussen de neutrale geleider en de aarde, maakt dat de in deze
handleiding voorgestelde aardingsbedrading ongeldig, met inbegrip van een
aarding via het chassis van een voertuig
• Lees steeds de handleiding van het voertuig in combinatie met deze
instructies wanneer u van plan bent om een omvormer te installeren
• Monteer de omvormer steeds waterpas en horizontaal zodat de interne
ventilatoren de warmte op een zo efficiënt mogelijke wijze kunnen
afvoeren. De omvormer kan ondersteboven gemonteerd worden op
voorwaarde dat het lichaam waterpas en horizontaal blijft. Gebruik de
montagegaten (6). De aardepin aansluiting van het randaarde stopcontact
is aangesloten op de interne behuizing van de omvormer.
BELANGRIJK: De omvormer dient niet geaard te worden in een voertuig.
Zorg ervoor dat de omvormer elektronisch geïsoleerd is van het voertuig
chassis
De omvormer moet in het ideale geval zo dicht mogelijk bij de accu
geplaatst worden, maar niet in het motor- of batterij/accu-vak
• Zorg ervoor dat de positie van de omvormer een gemakkelijke toegang
mogelijk maakt tot de aan/uit-schakelaar (5)
• Gebruik de omvormer niet in een vuile of stofferige omgeving. Het is van
groot belang dat de omvormer is voorzien van een goede ventilatie, en
dat de ventilatoruitlaten, ventilatieopeningen, en het stopcontact voor de
netspanning vrij zijn van stof en vuil
• Stel de omvormer steeds beschermd tegen rechtstreeks invallend
zonlicht en andere warmtebronnen op. Gebruik de omvormer enkel
wanneer de temperatuur van de omgevingslucht gelegen is tussen
10-27 °C
• Zorg voor een goede ventilatie door steeds ten minste 25 mm vrije ruimte
te laten rond de omvormer. Plaats niets bovenop de omvormer
• Er zijn vier montagegaten (6) voorzien op de behuizing om de omvormer
stevig te bevestigen met behulp van schroeven.
• In een stationaire locatie MOET de accu verbonden zijn met een
aardingsstaaf (een metalen staaf die in de grond gedreven is) of met een
ander aardingspunt (Fig. B)
• Wanneer de omvormer in een voertuig wordt gebruikt, mag hij
ENKEL gebruikt worden met een negatief geaard 12 V DC elektrisch
systeem. Het gebruik van de omvormer met een ander type voertuig
aardingsysteem kan gevaarlijk zijn en eventueel permanente schade aan
de omvormer en aan andere elektrische componenten veroorzaken
Het aansluiten op een accu
WAARSCHUWING: Wanneer men werkzaamheden verricht in de buurt van
of op bewegende loodaccu's dient men een spatbestendige veiligheidsbril
en elektrisch isolerende handschoenen te dragen
46
WAARSCHUWING: De maximale ingangsstroom voor deze omvormer (95
A) is groter dan de uitgang van de meeste alternatoren die gemonteerd
zijn in auto's en lichte bestelwagens, omdat deze apparaten gewoonlijk
een uitgangsstroom leveren van ongeveer 60-70 A. Indien deze omvormer
gedurende langere tijd gebruikt wordt bij de maximale capaciteit - zelfs
indien de motor draait - zal hij een stroom trekken die groter is dan de
reservestroomcapaciteit van de alternator, wat betekent dat de accu leeg
getrokken zal worden en het voertuig uiteindelijk niet langer zal kunnen
starten
BELANGRIJK: Het verdient aanbeveling om geen normale autoaccu's
(SLI) te gebruiken in combinatie met deze omvormer indien de
omvormer gedurende langere perioden gebruikt wordt bij zijn maximale
uitgangsvermogen, en meer bepaald indien de omvormer stationair gebruikt
wordt waarbij er geen sprake is van een alternator van het voertuig die
een deel van de stroom levert. Aanbevolen accu-types zijn diepe-cyclus of
tractieaccu's. Deze zijn specifiek ontworpen om volledig leeg getrokken te
worden aan een lage tot gemiddelde snelheid, en om regelmatig opnieuw
opgeladen te worden, en leveren niet de piekstromen van autoaccu's die
nodig zijn voor het starten van het voertuig
Opmerkingen:
• Indien u de meegeleverde 12 V-kabels wenst te vervangen door langere
kabels, dient u kabels te kiezen die geschikt zijn voor de door de
langdurige omvormerstroom gestelde eisen, niet voor de eisen op basis
van piekbelastingen (zie Specificatie). Zorg er eveneens voor dat de
isolatie van de kabels geschikt is voor de omgeving waarin de kabels
gebruikt zullen worden.
• Om deze omvormer op volle capaciteit te gebruiken in een voertuig, kan
het aanbrengen van een sterkere alternator nodig zijn.
• Wanneer meerdere batterijen/accu's in parallel verbonden worden,
moeten in het ideale geval alle batterijen/accu's van hetzelfde type zijn,
van dezelfde fabrikant, van dezelfde leeftijd, en moeten zij dezelfde
capaciteit bezitten. Dit zal voor alle exemplaren bijdragen tot eenzelfde
geleverde stroom en levensduur zodat ze op hetzelfde moment
vervangen kunnen worden zonder nuttige batterij/accu-levensduur te
verspillen. Een versleten batterij met een beperkte capaciteit is een
zwakke schakel in een accubank en verhindert dat de volle voordelen
van een dergelijke bank tot hun recht komen.
• Het is veiliger om gebruik te maken van normale autobatterijen/-accu's
(SLI) in een parallelle opstelling met de omvormer, omdat op die manier
de eventueel langdurige hoge ontlading wordt verdeeld over meerdere
batterijen/accu's. Dit kan bijdragen tot een langere levensduur van
de batterijen/accu's die anders zeer snel zouden verslijten indien ze
individueel met een omvormer zouden gebruikt worden.
• Indien gebruik wordt gemaakt van een in-line zekering tegen eventuele
kortsluitingen en overbelastingen, dient deze aangebracht te worden
in de kabel die verbonden wordt met de 12 V-kabel naar de positieve
klem van de omvormer. Selecteer een geschikte zekering op basis van
de maximum langdurige ingangsstroom van de omvormer, en kies
een zekering met een waarde die het dichtst bij de waarde daarboven
gelegen is. Een omvormer met een nominale waarde van 95 A vereist
aldus een 100 A nominale continue (anti-piek/tijd vertragende) zekering.
Gebruik geen snelle zekering vanwege de gevraagde piekstromen van
AC-apparaten wanneer deze gestart worden. Een geschikte zekering en
zekering houder zijn te verkrijgen als zekeringen van het Maxi blade type
of als Mega™ zekeringen voor hogere waarden.
• Wanneer batterijen/accu's opgeladen moeten worden in een stationaire
installatie en indien de gebruikte lader het mogelijk maakt om meerdere
batterijen/accu's tegelijkertijd op te laden, zorg er dan voor dat de
omvormer is uitgeschakeld of is losgekoppeld tijdens het laden, om
eventuele schade aan de omvormer en aan de lader te voorkomen.
Controleer de met de lader meegeleverde instructies voor meer exacte
informatie.
1. Plaats de aan/uit-schakelaar (5) in de uit-stand
2. Sluit de 12 V-kabels (9) op de batterij/accu aan zoals is weergegeven
in Fig. A voor voertuigen of boten, of zoals is weergegeven in Fig. B
voor een stationaire installatie. Verzeker u ervan dat de kabels geen
kortsluiting vormen