GPS
GPS-satellieten (Global Positioning System) zenden
continu signalen uit ten behoeve van positiebepaling
op aarde. Als deze signalen door een GPS-antenne
worden ontvangen, kunnen gebruikers worden
geïnformeerd over hun positie (breedtegraad,
lengtegraad en hoogte). Voor een tweedimensionale
positiebepaling (breedtegraad en lengtegraad) is
informatie nodig van 3 satellieten. Voor een
driedimensionale positiebepaling (breedtegraad,
lengtegraad en hoogte) zijn 4 satellieten nodig.
Aangezien GPS-satellieten worden beheerd door het
Amerikaanse ministerie van defensie, moet er
rekening worden gehouden met een bewust
aangebrachte foutmarge van een aantal meter tot
10 meter. Hierdoor kan het GPS-navigatiesysteem,
afhankelijk van de omstandigheden, een fout maken
van tussen de 10 meter en rond de 200 meter.
Aangezien de GPS-informatie afkomstig is van
satellietsignalen, kan het onder de volgende
omstandigheden moeilijk of onmogelijk zijn om de
informatie te verkrijgen:
• In tunnels of parkeergarages
• Onder een viaduct
• Tussen hoge gebouwen
• Tussen hoge bomen met een dicht bladerdak
Na de installatie parkeert u de auto maximaal
20 minuten op een veilige, open plek (zonder hoge
gebouwen, enzovoort) zodat de GPS-signalen
kunnen worden ontvangen voordat u het
navigatiesysteem gebruikt.
Opmerking
Het duurt even voordat een GPS-signaal wordt
ontvangen als u het apparaat op ON zet nadat u de
stroomvoorziening op OFF hebt gezet, nadat de
ingebouwde batterij volledig is ontladen of nadat u het
apparaat opnieuw hebt ingesteld.
Software
Lees de "END-USER LICENSE AGREEMENT"
(Licentieovereenkomst voor eindgebruikers)
aandachtig door voordat u het apparaat gebruikt.
5