NL
• L aat nooit uw kind alleen zonder toezicht.
• L aat nooit uw kind alleen achter in de auto.
• E en aanrijding, zelfs een kleine aanrijding
veroorzaakt door een voertuig kan een kind
omvormen tot een projectiel
• V oor uw veiligheid en voor de veiligheid van uw
kind dient het kind altijd in de autostoel
geplaatst te worden, dient correct vastgemaakt
te worden en het veiligheidsgordeltje dient elke
keer opnieuw opgespannen te worden. Deze
regel is van toepassing ongeacht de lengte en de
tijdsduur van het traject.
• O m het bekken van het kind optimaal te
ondersteunen is het uiterst belangrijk dat de
buikgordel zo laag mogelijk geplaatst wordt.
• D e temperatuur in de auto kan erg hoog
oplopen, vooral als de auto lange tijd in de felle
zon heeft gestaan. Wij adviseren u in deze
omstandigheden de autostoel af te dekken met
een badhanddoek of deken om te voorkomen
dat de autostoel, vooral metalen en plastic
onderdelen, oververhit raken waardoor zij bij
het kind brandwonden kunnen veroorzaken.
Bébé-Confort Opal in de auto
• D eze autostoel mag uitsluitend gebruikt worden
in auto's voorzien van 3-punts autogordels, met
oprolsysteem, goedgekeurd en in overeenstem-
ming met reglement CEE N°16/ONU of andere
gelijkwaardige norm.
• P ositie « tegen de rijrichting in », deze autostoel
mag nooit « tegen de rijrichting in » geplaatst
worden op zitplaatsen voorzien van een frontale
airbag. Het is mogelijk dat de airbagfunctie van
38
( )
uw auto handmatig uitgeschakeld kan worden
(zie handleiding van uw auto). Indien de
frontale airbagfunctie handmatig uitgeschakeld
kan worden mag de autostoel "tegen de
rijrichting in"op de passagierstoel aan de
voorkant bevestigd worden.
• G eplaatst met de rijrichting mee, de autostoel
dient geplaatst te worden op de achterbank van
de auto of uitzonderlijk op de passagiersstoel
aan de voorzijde volgens de landelijke
wetgeving waar de autostoel wordt gebruikt
• D eze autostoel voor kinderen is uitsluitend
doeltreffend indien de gebruiksinstructies
gerespecteerd worden.
• M aak de autostoel altijd vast in uw auto, zelfs
als er geen kind in geplaatst is.
• D e gebruiker dient ervoor te zorgen dat bagage
en andere objecten die verwondingen aan het
kind zouden kunnen veroorzaken goed en stevig
in de auto geplaatst worden.
• P laats nooit zware voorwerpen op de
hoedenplank om projectie bij een aanrijding te
voorkomen.
• B ij het installeren van de autostoel in het
voertuig dient men er op te letten dat harde
elementen en plastic delen van de autostoel
zodanig geplaatst worden dat deze niet
geklemd worden tussen een autoportier of
onder een beweegbare passagierstoel of
autobank.
• C ontroleer steeds opnieuw dat er geen enkel
deel van de autostoel of veiligheidsgordeltje
geklemd wordt onder de autostoel of tussen de
autoportier.