N E D E R L A N D S
STROOMVERZORGING MET BATTERIJEN
Open het batterijenvak
met een kruisschroe-
vendraaier. Breng 4
batterijen van 1,5V
type
R6/AA
(niet
bijgeleverd). Sluit de
deksel. Vervang de
batterijen wanneer de
geluidskwaliteit te wensen over laat. Voor een lange
levensduur wordt het geadviseerd alkalinebatterijen
te gebruiken.
HET GEBRUIK VAN DE BATTERIJEN: Verwijder lege batterijen uit
hun vakjes. • Laad de niet-oplaadbare batterijen NIET op. • Voor het opladen
van batterijen moeten ze uit hun vakjes worden verwijderd. • Laad de
batterijen op onder toezicht van volwassenen. o Breng de batterijen aan met
de correcte polariteit. • Gebruik niet tegelijkertijd batterijen van verschillende
merken, of nieuwe en gebruikte batterijen tesamen. • Gebruik alleen
batterijen van het aangeraden soort of een soortgelijk type. • Veroorzaak geen
kortsluiting met de contactklemmen van de stroomverzorging. • Verwijder de
batterijen als het instrument voor een langere periode niet wordt gebruikt.
RICHTLIJNEN OMTRENT DE VERZAMELING VAN AFVAL
M.b.t. de afvalverzameling van de beneden vermelde speciaalmaterialen
informeert u zich aub. bij de gemeente van de gespecialiseerde
afvalverzamelpunten.
1. HET WEGWERPEN VAN DE BATTERIJEN: Ter
bescherming van het milieu mogen de batterijen niet
in de normale vuilnisbak geworpen worden, maar in
de speciale bakken voor batterijen.
2. VERZAMELING VAN VERPAKKINGEN: Verpakkingen van papier, karton en
golfkarton dienen bij de overeenkomstige verzamelpunten ingeleverd te
worden. Voor plastikdelen van de verpakkingen dienen de daavoor bepaalde
verzamelcontainers gebruikt te worden.
De symbolen van de diverse plastiktypes zijn:
01
02
PET
PE
PVC
Legenda van plastiktypes:
• PET= Polyethyleenterefthalat • PE= Polyethyleen, Code 02 für PE-HD, 04
für PE-LD • PVC= Polyvinylchloride • PP= Polypropylene • PS =Polysterool,
Polysteroolschuim • O= Andere Polymere (ABS, verbindingen, enz.)
3. INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS VAN ELEKTRISCHE
APPARATEN: Het symbool van de doorkruiste vuilnisbak geeft
aan dat de apparatuur op het einde van zijn levensduur niet
weggegooid mag worden met het normaal huishoudelijk afval,
maar dat de gebruiker het moet toevertrouwen aan een
containerpark in zijn gemeente of aan de koper, bij aankoop van een nieuwe
equivalente apparatuur of gratis, indien het kleiner is dan 25 cm. De correcte
toewijzing van het afval draagt bij tot het voorkomen van mogelijke negatieve
effecten op het milieu en de gezondheid. Zo bevordert men bovendien het
hergebruik en/of de recyclage van de materialen waaruit de apparatuur bestaat.
Het verkeerd afdanken van het product vanwege de gebruiker, gaat gepaard met
sancties zoals voorgeschreven door de wet. Voor meer informatie over het
afdanken van speciaal afval, contacteer de bevoegde plaatselijke overheden.
R6/AA 1.5V
R6/AA 1.5V
R6/AA 1.5V
R6/AA 1.5V
R6/AA 1.5V
R6/AA 1.5V
R6/AA 1.5V
R6/AA 1.5V
03
05
06
07
PP
PS
O
IN-/UITSCHAKELING
Om het instrument in te schakelen, de keuzeschakelaar
ON
op
plaatsen, om het uit te schakelen hem op
1-6
6
Het instrument bevat
selecteren door op de betreffende toets
Druk op dezelfde toets om de uitvoering te onderbreken.
Uitgaande van een muziekfrase (
componeren en geleidelijk verschillende elementen toe-
voegen.
LAYERS
LAYER 1-2-3-4
Druk op de toetsen
de muziekfrase met arrangementen. Je kunt de 4 Layers aan
elkaar toevoegen.
GELUIDSEFFECTEN EN STEMEFFECTEN
Terwijl een muziekfrase (
effect erbovenop plaatsen door op een van de
h
knoppen
te drukken. Je kunt ook een stemeffect erbo-
venop plaatsen door aan de knop
GEBRUIK VAN DE DRUM PADS
4 drum pads
Er kunnen
sche instrumenten te bespelen.
KLAVIER
Verrijk jouw uitvoering door op het klavier met 13 noten
c
te spelen. Je kunt tot 3 geluiden wijzigen door achte-
reenvolgens op de knop
drukken. Met de cursor kun je het volume uitbalanceren
tussen muziekfrasen (
) en het klavier.
SCRATCH PADS
2 scratch pads
Probeer om de
om scratcheffecten te creëren, net als een echte DJ.
HET VOLUME REGELEN
VOLUME
Draai aan de knop
GEBRUIK VAN DE MICROFOON
Steek de microfoon in de speciale houder en sluit hem aan
MICROPHONE
op de aansluiting
ONDER BEGELEIDING VAN DE MUZIEK ZINGEN
Via het meegeleverde kabeltje in kunt u een externe
muziekbron (mp3, iPod, smartphone, enz. - niet meegele-
verd) aansluiten.
1. Steek een uiteinde van het kabeltje in de
n
aansluiting
onderaan.
2. Steek het andere uiteinde van het kabeltje in de
aansluiting "KOPTELEFOON" van uw afspeelinstallatie of
andere muziekbronnen.
3. Schakel de afspeelinstallatie of andere muziekbronnen
in en regel het volume om uw stem op de muziek af te
stemmen; het afspelen is monofoon omdat het
instrument zo is voorzien.
OFF
muziekfrasen (
) die je kunt
b
te drukken.
) kun je jouw muziek
e
verrijk vervolgens
) in uitvoering is, kun je een
k
te draaien.
i
gebruikt worden om ritmi-
INSTRUMENT CHANGE
g
rechtsom te draaien
l
om het volume te regelen.
m
.
a
zetten.
RIFF
-
f
te
MP3
-
7