Gevaar!
elektrische schok
Indien er verschillende modules in serie worden geschakeld, culmineert de span-
ning en vormt deze een gevaar. Steek geen elektrisch geleidende onderdelen in
de stekkers en de contactdozen. Monteer zonnemodules en kabels niet met nat-
te stekkers en contactdozen! Zorg voor droge gereedschappen en droge arbeid-
somstandigheden!
Onder spanning werken
Gebruik een veiligheidsuitrusting bij werkzaamheden aan de leidingen (geïsole-
erd gereedschap, isolatiehandschoenen, enz.)!
WaarSChUWING!
vlamboog
De modules produceren gelijkstroom bij lichtinval. Wanneer een gesloten stro-
omkring wordt geopend, kan er een gevaarlijke vlamboog ontstaan. Scheid geen
leidingen die onder spanning staan.
Installatieveiligheid
Voer geen installatiewerkzaamheden uit bij harde wind. Voorzie uzelf en andere
personen van een valbeveiliging. Voorkom dat voorwerpen onopzettelijk naar
beneden vallen. Scherm het werkgebied af, zodat geen andere personen letsel
kunnen oplopen.
Beveiliging tegen brand/ontploffing
De modules mogen niet in de buurt van licht ontvlambare gassen, dampen of
stof (bijv. tankstations, gastanks, verfspuitinstallaties) worden geïnstalleerd.
Het is verplicht de veiligheidsinstructies van andere installatieonderdelen in
acht te nemen. Bij montage dienen de plaatselijk geldende normen, bouwbepa-
lingen en ongevallenpreventievoorschriften te worden nageleefd. De modules
moeten bij installatie op het dak op een brandbestendige ondergrond worden
geplaatst.
OPGeLeT
Gebruik geen beschadigde modules. Het is verboden de modules te demonte-
ren. Het is niet toegestaan onderdelen of typeplaatjes te verwijderen die door
de fabrikant zijn aangebracht. Het is niet toegestaan de achterzijde met verf,
lijmmiddelen of spitse objecten te bewerken.
Uitpakken en tijdelijke opslag
Gebruik de aansluitdoos niet als greep. Zet de modules niet hard neer op de harde
ondergrond of op de hoeken. Plaats de modules niet onbeschermd op elkaar. Ga niet
op de modules staan. Leg geen objecten op de modules. Bewerk de modules niet met
spitse voorwerpen. Sla de modules droog op.
Module en frame aan de aarde leggen
Er wordt aangeraden te zorgen voor de functionele aarding van het metalen modu-
leframe. Indien er een externe bliksemafleider beschikbaar is, moet de PV-installatie
worden geïntegreerd in het veiligheidsconcept tegen rechtstreekse blikseminslag.
Neem daarbij de normen in acht die specifiek zijn voor de regio.
aan de aarde leggen in de vS en Canada
De modules kunnen met een aardingsklem en een inbusschroef op de aardingso-
peningen worden aangesloten. Wij raden aan de hieronder vermelde onderdelen te
gebruiken. Alle UL-geaccepteerde PV-aardingsmethoden zijn ook in de VS en Canada
geoorloofd.
Tabel: de aanbevolen componenten voor aarding in de vS en Canada
Component
Fabrikant/beschrijving
Aardingsklem
Ilsco GBL-4DB (E34440)
Inbusschroef
10-24, 5/8", SS 18-8
Geschikte omgevingscondities
De module is bestemd voor gebruik in een gematigd klimaat. Het is niet toegestaan
de module bloot te stellen aan geconcentreerd licht. Het is evenmin toegestaan de
module onder te dompelen of bloot te stellen aan een continue waterstroom (bijv.
door fonteinen). Wanneer de module door zout of zwavel wordt belast (zwavelbron-
nen, vulkanen) is er risico op corrosie. Het is niet toegestaan de module op zee (bijv.
boten) of in de automobielbranche (voertuigen) te gebruiken. Het is niet toegestaan
de module bloot te stellen aan bijzondere chemische belastingen (bijv. uitstoot door
productiebedrijven). Wanneer de module in stallen wordt gebruikt, dient er een
afstand van 1 m tot de ventilatieopeningen te worden aangehouden. Verder is het
niet toegestaan de modules als directe dakbedekking op stallen te gebruiken.
Geschikte inbouwtoestand
Let erop dat de module voldoet aan de technische vereisten van het totale systeem.
Het is niet toegestaan dat andere installatiecomponenten een beschadigende
mechanische of elektrische invloed op de module uitoefenen. Modules kunnen bij
hoge belasting doorbuigen. Om die reden is het niet toegestaan in de buurt van de
achterzijde van de module bevestigingscomponenten met scherpe randen of andere
spitse objecten (bijv. kabelbinders op montageprofielen) te monteren. Bij seriescha-
keling mogen slechts modules met dezelfde stroomsterktes worden gebruikt; bij
parallelschakeling zijn dit alleen modules met dezelfde spanning. Het is niet toe-
gestaan de modules met een hogere spanning te exploiteren dan de toegelaten
systeemspanning. De opening aan de binnenzijde van het framehoekstuk is bestemd
voor afwatering. Dicht deze niet af. Om de installatie te kunnen registreren wordt
geadviseerd het serienummer te noteren.
De beste montage
Om prestatieverlies te voorkomen dienen alle in serie geschakelde modules dezelfde
uitlijning en dezelfde hoek te hebben. De modules dienen te worden geïnstalleerd op
een plaats die het gehele jaar door schaduwvrij is. Ook gedeeltelijke schaduw leidt
tot vermogensverlies en dient te worden vermeden. Een secundaire ventilatie voor-
komt warmteophoping die leidt tot productieverlies.
Bevestiging
De modules moeten elk vast worden bevestigd aan ten minste 4 punten op de onder-
ste constructie. Het is alleen toegestaan de bevestiging uit te voeren in de aangedui-
de zones. De bevestigingszones bevinden zich aan de lange zijden van de module.
Deze liggen tussen 1/8 van de lengte van de module en 1/4 van de lengte van de
module, gemeten vanuit de hoek van de module. Het is niet voldoende alleen een
bevestiging aan de korte zijden van de module te realiseren. Wanneer de module
aan de voorzijde moet worden geklemd, moet het klemvlak op het moduleframe
per bevestigingspunt ten minste 130 mm² zijn. De vereiste klemkracht is 100 N/mm².
Maak geen boorgaten in de module. Gebruik roestvrij bevestigingsmateriaal.
elektrische aansluiting
De modules zijn af fabriek voorzien van kabels en stekkers. Het is niet toegestaan de
aansluitdoos te openen. Steek stekkers alleen in droge toestand in elkaar. Let erop
dat er geen spleten tussen de stekkerverbindingen zitten. Voor het aansluiten van de
modules mogen alleen eenaderige kabels voor zonne-installaties worden gebruikt
met voldoende de diameter (min. 4 mm²) en passende stekkers. De kabels dienen
met UV-bestendige kabelbinders op het montagesysteem te worden bevestigd.
Blootliggende kabels dienen door passende maatregelen (bijv. plaatsing in kunst-
stof buizen) tegen directe zonnestralen en beschadiging te worden beschermd. Om
spanningen door indirecte blikseminslag te verkleinen, moeten de oppervlakte van
alle kabellussen zo klein mogelijk zijn. Voor ingebruikname van de generator dient de
correcte schakeling (polariteit!) te worden gecontroleerd.
Aanhaalkoppel
reinigen
35 Ibf-in, 4-6 AWG str
Wanneer de hellingshoek groot genoeg is (groter dan 15°), is reiniging van de module
25 Ibf-in, 8 AWG str
doorgaans niet vereist (zelfreinigend door regen). Bij sterke vervuiling wordt reini-
20 Ibf-in, 10-14 AWG sol/str
ging met veel water (waterslang) zonder reinigingsmiddelen en met een schoon-
maakvoorwerp (spons) aanbevolen. Krab of wrijf vuil nooit droog af. Er kunnen dan
62 Ibf-in (7,0 Nm)
microscopisch kleine krassen ontstaan.
Onderhoud
Wij raden aan de installatie periodiek te inspecteren:
1. veilige vergrendeling en roestvrije bevestigingen;
2. veilige aansluiting, schone en roestvrije kabelaansluitingen;
3. onbeschadigde kabels;
Neem ook de geldende normen in acht.
Uitsluiting aansprakelijkheid
SolarWorld AG is niet aansprakelijk voor het gebruik en het goed functioneren van
de module, wanneer er wordt afgeweken van de instructies die in deze gebruikersin-
formatie worden vermeld. Aangezien de naleving van deze gebruikersinformatie en
voorwaarden en methoden van installatie, bedrijf, gebruik en onderhoud door Solar-
World AG niet kan worden gecontroleerd of geobserveerd, is SolarWorld AG niet aan-
sprakelijk voor schades die door het niet gebruiken conform de voorschriften, een
verkeerde installatie, exploitatie, gebruik of onderhoud ontstaan. Bovendien wordt
de aansprakelijkheid voor octrooirechtelijke schendingen of schendingen van andere
rechten van derden, die door het gebruik van de module ontstaan, uitgesloten, voor
zover hiervoor niet conform de wetgeving verplichte aansprakelijkheid geldt.
NL