NEDERLANDS
De elektrische kabel behoort altijd in uitstekende staat te zijn. Zet het apparaat onmiddellijk af als de
elektrische kabel gekneusd of beschadigd is. De kabel moet vervangen worden door de fabrikant zelf, zijn
dealer of vergelijkbare bekwame personen om een brand te voorkomen.
Laat de elektrische draad nooit in contact komen met andere draden.
Volgens de veiligheidsvoorschriften moet deze installatie geaard worden.
Sluit het apparaat niet aan op een elektronische dimmer.
Gebruik altijd een geschikte en gekeurde veiligheidskabel bij het installeren van het toestel.
Om elektrische schokken te voorkomen, moet U de behuizing niet openen. Er zitten geen onderdelen in
het toestel die door de gebruiker moeten worden onderhouden.
Repareer nooit een zekering en overbrug de zekeringhouder nooit. Vervang een beschadigde zekering
steeds door een zekering van hetzelfde type en met dezelfde elektrische kenmerken.
Ingeval van ernstige problemen met het bedienen van het toestel, stopt U onmiddellijk het gebruik ervan.
Neem contact op met uw dealer voor een eventuele herstelling.
De behuizing en de lenzen moeten vervangen worden als ze zichtbaar beschadigd zijn.
Gebruik best de originele verpakking als het toestel vervoerd moet worden.
Om veiligheidsredenen is het verboden om ongeautoriseerde modificaties aan het toestel aan te brengen.
Belangrijk: Kijk nooit rechtstreeks in de lichtbron. Gebruik het lichteffect niet in de tegenwoordigheid van
personen die lijden aan epilepsie.
OPHANGEN VAN HET APPARAAT
Belangrijk: De installatie van het toestel mag uitsluitend door bekwaam onderhoudspersoneel
uitgevoerd worden. Onjuiste plaatsing kan ernstige letsels en/of schade aan eigendommen tot
gevolg hebben. Het ophangen vergt veel ervaring. U behoort de grenzen te respecteren aan de
werklast; erkende installeringmaterialen moeten worden gebruikt; de veiligheid van het
geïnstalleerde toestel moet regelmatig worden gecontroleerd.
Overtuig U ervan dat het gebied onder installatieplaats vrij is van ongewenste personen tijdens het
plaatsen, het weghalen en het onderhoud.
Installeer het toestel op een goed geventileerde plaats, ver
van brandbare stoffen en/of vloeistoffen. Het toestel moet
worden bevestigd op minstens 50 cm van de omringende
muren.
Het toestel moet worden geïnstalleerd buiten het bereik
van iedereen en weg van plaatsen waar men mag lopen en
zitten.
Alvorens tot plaatsen over te gaan, moet men controleren
dat de minimum puntbelasting van de installatieplaats 10
keer het gewicht van het toestel bedraagt.
Gebruik bij het installeren van het toestel altijd een
gewaarmerkte
(nummer
3
op
de
veiligheidskabel die 12 keer het gewicht van het toestel
kan dragen. Deze bijkomende veiligheidsbevestiging moet
zo worden aangebracht dat geen deel van het toestel meer
dan 20 cm vallen kan als de hoofdbeveiliging faalt.
Het apparaat moet goed worden vastgezet; aan een vrij zwaaiende montage mag zelfs niet gedacht
worden.
Bedek geen ventilatieopeningen, anders zou dit oververhitting tot gevolg kunnen hebben.
De gebruiker moet er zich van verzekeren dat de installaties met betrekking tot de veiligheid en de
technische mechaniek door een expert zijn goedgekeurd alvorens ze voor de eerste
keer te gebruiken. Elk jaar moeten de installaties worden gekeurd door een vakman
om te controleren of de veiligheid nog steeds perfect is.
1. Optionele bevestigingsklem
2. Speciale Omega klem (inbegrepen)
3. Verharde schroefdraad waarin u de meegeleverde oogbout kunt
vastschroeven
4. Optionele veiligheidskabel
JB SYSTEMS
25/67
®
HANDLEIDING
afbeelding)
SIRIUS
NEDERLANDS
INSTELLEN VAN HET TOESTEL
Bedieningspaneel:
1. DISPLAY geeft de verschillende menu's en de gekozen functies weer.
2. LEDS
DMX
Aan
MASTER
Aan
SLAVE
Aan
SOUND
Knippert
3. TOETSEN
MENU
Om programmeringfuncties te selecteren
DOWN
Om terug te gaan in de geselecteerde functies
UP
Om verder te gaan in de geselecteerde functies
ENTER
Om de geselecteerde functies te bevestigen
4. DMX INPUT/OUTPUT: wordt gebruikt voor DMX512 verbinding. Gebruik symmetrische 3pins XLR M/V
kabels van goede kwaliteit om de toestellen met elkaar te verbinden.
5. REMOTE CONTROL INGANG: sluit de optionele CA-8 afstandsbediening aan op de ¼" microfoon jack
om zo de stand by, de functie en de werkmodus van het toestel te controleren
6. DRAADLOZE REMOTE CONTROL INGANG: sluit de ontvanger van de optionele draadloze RF-8
afstandsbediening aan op deze ingang
7. VOEDINGSAANSLUIT ING: IEC stekker met geïntegreerde zekeringhouder. Sluit hier de meegeleverde
voedingskabel aan.
HOOFDMENU:
Druk op de MENU toets om een van de pre-set functies te kiezen. Druk op de toets tot de gewenste
functie op de display verschijnt of gebruik de DOWN en UP toetsen om het menu te doorlopen.
Selecteer de functie met de ENTER toets. De display zal knipperen.
Gebruik de DOWN en UP toetsen om de modus te wijzigen.
Eens u de gewenste modus geselecteerd hebt moet u op de ENTER toets drukken om uw keuze te
bevestigen.
Om naar het hoofdmenu terug te keren zonder iets te wijzigen moet u heel even op de MENU toets drukken.
U kunt het hoofdmenu bekijken op de volgende pagina.
DMX Adress
Wordt gebruikt om het startadres van het toestel in te stellen in een DMX configuratie.
Druk op de MENU toets tot "Addr" op de display weergegeven wordt.
Druk op de ENTER toets, de display begint te knipperen.
Gebruik de DOWN en UP toetsen om het DMX512 adres te wijzigen.
Wanneer het juiste adres op de display wordt weergegeven, druk dan op de ENTER toets om uw keuze te
bevestigen.
Om naar het hoofdmenu terug te keren zonder iets te wijzigen moet u heel even op de MENU toets drukken.
Om naar de gewone werkmodus terug te keren moet u gedurende ongeveer 2 seconden op de MENU toets
drukken.
JB SYSTEMS
26/67
®
HANDLEIDING
DMX signaal aanwezig
Master mode
Slave mode
Geluidsactivering
SIRIUS