9. Verhelpen van problemen
Probleem
De stroom kan niet worden
ingeschakeld.
De batterijen kunnen niet
worden opgeladen.
Koppelen is niet mogelijk.
Kan geen Bluetooth-verbinding
maken.
Geen geluid. (Bij het afspelen
van muziek)
Het geluid is vervormd. (Bij het
afspelen van muziek)
Maatregel
Laad de draadloze hoofdtelefoon op.
Controleer of de computer is ingeschakeld.
Controleer of de computer niet in de stroom-
spaarstand staat.
Controleer of de bijgeleverde micro-USB kabel
stevig op de draadloze hoofdtelefoon en de com-
puter is aangesloten.
Plaats de draadloze hoofdtelefoon en het
Bluetooth-apparaat dichter bij elkaar bij het uitvo-
eren van de koppeling.
Controleer of de draadloze hoofdtelefoon en het
Bluetooth-apparaat beide zijn ingeschakeld.
Controleer of de Bluetooth-functie is inges-
chakeld op het apparaat waarmee u verbinding
wilt maken.
Controleer of de draadloze hoofdtelefoon en het
Bluetooth-apparaat beide zijn ingeschakeld.
Controleer of de verbinding met het Bluetooth-
apparaat is ingesteld op het A2DP-profiel.
Controleer of de verbonden muziekspeler is
ingesteld op PLAY (afspelen).
Controleer of het geluidsvolume op de draadloze
hoofdtelefoon en op de muziekspeler beide zijn
ingesteld op een geschikt niveau.
Controleer of er geen andere apparaten in de
buurt zijn die de 2,4 GHz golflengte gebruiken
(zoals magnetrons, draadloze radio's enz.)
en controleer of het signaalpad niet wordt
geblokkeerd.
Probleem
Hands-free gebruik is niet
mogelijk.
De communicatie-afstand is te
kort, het geluid is vervormd.
Kan geen verbinding maken met
behulp van NFC.
8
Nl
Maatregel
Controleer of de draadloze hoofdtelefoon en het
Bluetooth-apparaat zijn verbonden met behulp
van het HFP- of HSP-profiel.
Als de verbinding met het Bluetooth-apparaat
in het A2DP-profiel is, kan het nodig zijn om de
verbindingsprofielen te wijzigen (afhankelijk van
de specificaties van het Bluetooth-apparaat).
Controleer of er geen andere apparaten in de
buurt zijn die de 2,4 GHz golflengte gebruiken
(zoals magnetrons, draadloze radio's enz.)
en controleer of het signaalpad niet wordt
geblokkeerd.
Controleer of het Bluetooth-apparaat is uitgerust
met de NFC-functie.
Activeer de NFC-instelling op het
Bluetooth-apparaat.
Controleer of de richting van de draadloze hoofd-
telefoon en het Bluetooth-apparaat correct is bij
het uitvoeren van de veeghandeling.
In sommige gevallen kan de herkenning van het
apparaat meer tijd vereisen; blijf dan de veeghan-
deling uitvoeren totdat de verbinding is voltooid.
Neem het Bluetooth-apparaat uit de houder of
het etui.