3. Voor u de pomp opnieuw in gebruik neemt,
moet u erop letten dat de pompleiding vol-
ledig leeg is.
5.
Bediening
5.1
In- en uitschakelen
Nadat u het apparaat aangesloten hebt op
het stroomnet, wordt het door de vlotterscha-
kelaar automatisch in- (9) en uitgeschakeld
(10). Het schakeltijdstip is afhankelijk van het
waterpeil.
9
10
In- en uitschakeltijdstip van de pomp ver-
stellen
De positie van de vlotterschakelaarkabel in
de kabelhouder kan veranderd worden. Hier-
door wordt de afstand tussen in- en uitscha-
kelpunt van de pomp versteld::
– vlotterschakelaar bij de "korte kabel": in-
en uitschakelpunt liggen dicht bijeen.
– vlotterschakelaar bij de "lange kabel": in-
en uitschakelpunt liggen ver uiteen.
A
Attentie!
Bevestig de vlotterkabel zo, dat het uitscha-
kelpunt min. 150 mm boven de bodem van
de pomp ligt. Het apparaat kan anders droog-
lopen en daardoor beschadigd raken.
A
Attentie!
De vlotterschakelaar moet naar boven en on-
der altijd beweegbaar blijven, zodat het ap-
paraat in- en uitgeschakeld kan worden.
A
Attentie!
Het apparaat mag niet vaker dan 20 keer per
uur inschakelen, zodat de motor niet overver-
hit raakt.
A
Gevaar door storingen aan
het apparaat!
Sluit met behulp van geschikte maatregelen
uit dat bij storingen aan het apparaat gevolg-
schade kan ontstaan door overstroming van
kamers. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan
door een alarminstallatie of reservepomp te
gebruiken.
A
Gevaar!
Laat de pomp niet met een gesloten pomplei-
ding lopen.
5.2
Minimale waterstand
Continubedrijf:
Voor continubedrijf moet het apparaat geheel
ondergedompeld zijn.
Beperkte bediening:
Is het apparaat niet geheel ondergedompeld,
dan is alleen een beperkt gebruik mogelijk.
Neem de volgende beperkingen in acht:
A
Materiële schade door drooglopen
van het apparaat mogelijk!
Het apparaat kan oververhit en beschadigd
raken omdat de koelfunctie van het pompme-
dium beperkt is. De thermoschakelaar rea-
geert.
Alleen gedurende korte tijd (2-3 min) afzui-
gen.
Houdt toezicht op het apparaat tijdens het
afzuigen.
5.3
Pompkarakteristiek
De pompkarakteristiek geeft het slagvolume
aan dat afhankelijk van de opvoerhoogte kan
worden bereikt.
NEDERLANDS nl
23