wind sproeien en erop letten dat de op-
lossing niet wegwaait.
Tijdens het werk geschikte veiligheids-
–
handschoenen, een veiligheidsbril en
veiligheidskledij dragen.
Veiligheidsinstructies op de verpak-
–
kingsetiketten, in de productinformatie-
bladen en in de Europese
veiligheidsgegevensbladen van de rei-
nigingsmiddelen in acht nemen.
Apparaat-elementen
1 Sproeier
2 Handgreep
3 Slang
4 Pompgreep
5 Overdrukventiel
6 Druktank
7 Bedieningshendel
8 Draaggordel
Bediening
Drukvat vullen
Drukvat drukloos maken, daartoe het
overdrukventiel optillen.
Pomp aan de pompgreep losschroe-
ven.
Drukvat vullen. Maximale vulhoogte
(markering op het drukvat) niet over-
schrijden.
Pomp aan pompgreep opnieuw in-
schroeven en vastzetten.
Drukvat onder druk zetten
Pompgreep lichtjes naar beneden du-
wen en om te ontgrendelen naar links
draaien.
Drukvat met de pompgreep oppompen
tot de rode markering op het overdruk-
ventiel verschijnt.
Pompgreep lichtjes naar beneden du-
wen en om te vergrendelen naar rechts
draaien.
Dragen van het apparaat
VOORZICHTIG
Beschadigingsgevaar. Apparaat niet aan
de slang dragen.
Apparaat dragen aan de vergrendelde
pompgreep.
Draagriem aan het apparaat bevesti-
gen.
Apparaat met draagriem over de schou-
der dragen.
Om te sproeien de bedieningshendel
indrukken.
Sproeibeeld instellen aan de sproeier.
Als de spuitstraal zwakker wordt, druk-
vat opnieuw onder druk zetten.
Drukvat drukloos maken
Om het drukvat te vullen of te reinigen,
moet de druk afgelaten worden.
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar. Overdrukventiel bij
het aflaten van de druk van het lichaam
weg houden. Apparaat schuin houden.
Overdrukventiel optillen en druk aflaten.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsels en beschadigingen!
Houd bij het transport rekening met het ge-
wicht van het apparaat.
– 2
NL
Sproeien
Transport
19