Veiligheidsinstructies
Nr.
Onderdeel
9
Instelwiel voor werkdiepte
10
5-trapse weergave werkdiepte
11
Snijmechanisme met verticuteer- of be-
luchterrol
12
Scherm
13
Grasopvangbak
14
Draaghandgreep van de grasopvangbak
3 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
3.1
Gebruiker
■
Personen van jonger dan 16 jaar en perso-
nen die de gebruikershandleiding niet heb-
ben gelezen, mogen het apparaat niet ge-
bruiken. Neem eventueel van toepassing
zijnde nationale veiligheidsvoorschriften om-
trent de minimum leeftijd van de gebruiker in
acht.
■
Bedien het apparaat niet als u onder invloed
bent van alcohol, drugs of geneesmiddelen.
3.2
Persoonlijke beschermingsmiddelen
■
Om letsel aan hoofd en ledematen evenals
gehoorschade te voorkomen, moet verplicht
beschermende kleding en uitrusting worden
gedragen.
■
De persoonlijke beschermingsmiddelen be-
staan uit:
■
Gehoorbescherming en veiligheidsbril
■
Lange broek en stevige schoenen
■
bij onderhoud en verzorging: Veiligheids-
handschoenen
3.3
Veiligheid op de werkplek
■
Verwijder vóór de werkzaamheden gevaarlij-
ke voorwerpen uit het werkgebied, bijv. tak-
ken, glazen en metalen voorwerpen, stenen.
3.4
Veiligheid van personen en dieren
■
Gebruik het apparaat alleen voor werkzaam-
heden waarvoor het is bedoeld. Niet-regle-
mentair gebruik kan letsel en materiële scha-
de veroorzaken.
■
Schakel het apparaat alleen in als er geen
personen of dieren in het werkgebied aanwe-
zig zijn.
■
Houd handen en voeten of andere lichaams-
delen uit de buurt van het snijmechanisme.
441970_a
3.5
Veiligheid van het apparaat
■
Gebruik het apparaat alleen onder de volgen-
de voorwaarden:
■
Het apparaat is niet vervuild.
■
Het apparaat vertoont geen beschadigin-
gen. Met name de voedingskabel mag
niet beschadigd zijn.
■
Alle bedieningselementen werken.
■
Overbelast het apparaat niet. Het is voor lich-
te particuliere werkzaamheden bedoeld.
Overbelastingen leiden tot beschadiging van
het apparaat.
3.6
Elektrische veiligheid
WAARSCHUWING!
Gevaar door elektrische schok
Het aanraken van onder stroom staande
onderdelen van beschadigde apparaten
of voedingskabels kan door elektrische
schokken ernstig of dodelijk letsel veroor-
zaken.
■
Let erop dat apparaat en voedingska-
bel niet beschadigd raken.
■
Raak geen onder spanning staande
onderdelen aan en neem het bescha-
digde apparaat of de voedingskabel
los van het stroomnet.
■
Controleer aan de hand van de gegevens
van deze machine of de voedingsspanning
van contactdoos en apparaat overeenstem-
men. Er mag geen andere voedingsspanning
gebruikt worden.
■
Veiligheid van de voedingskabel:
■
Gebruik alleen een voedingskabel die be-
doeld is voor de toepassing buiten.
■
Controleer of de voedingskabel bescha-
digd of bros is. Defecte voedingskabels
mogen niet gebruikt worden.
■
Bescherm de stekkerverbindingen van de
voedingskabel tegen vocht.
■
Houd de voedingskabel uit de buurt van
het snijmechanisme en rijd er niet over-
heen.
■
Rol kabeltrommels geheel af om overver-
hitting en brand te voorkomen.
■
Ter voorkoming van kortsluitingen en vernie-
ling van de elektrische onderdelen:
■
Bescherm het apparaat tegen vocht en
gebruik het niet bij regen.
■
Spuit het apparaat niet met water af.
27