HQ-Power VDP201GLD Manual De Instrucciones página 7

b. Muziek Mode
• Er loopt een ingebouwd programma dat reageert op de muziek.
• Zet alle Dipschakelaars op OFF.
c. Master – Slave mode
• In deze mode kunnen tot 32 toestellen met elkaar worden verbonden.
• In deze mode werkt 1 toestel als stuureenheid (master) en de andere reageren tegelijk op zijn signalen (slave).
• Schakel alle toestellen in serie met standaard XLR kabels als volgt: "OUT" van het mastertoestel naar "IN" van de
eerste slave, "OUT" van die slave naar "IN" van de volgende slave etc.
• Het mastertoestel kan in Auto of Muziekmode werken om de slavetoestellen aan te sturen.
o Auto mode: Zet Dipschakelaar 10 en 11 op ON en alle andere op OFF.
o Muziekmode: Zet Dipschakelaar 11 op ON en alle andere op OFF.
• Om de slavetoestellen in te stellen: zet Dipschakelaar 1 op ON en alle andere op OFF
d. DMX-mode
Verbind de meegeleverde XLR-kabel met de vrouwelijke 3-pins XLR-uitgang van uw controller en de mannelijke 3-
pins XLR-ingang van de VDP201GLD.
U kunt meerdere VDP201GLDs serieel verbinden. De verbindingskabel moet een beschermde kabel zijn met
dubbele kern en met een XLR in- en uitgangsconnector.
e. DMX-512 keten met terminator
f. Startadres van de DMX projector bepalen
Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig, zodat het juiste toestel reageert op de signalen.
Dit digitale startadres is het kanaalnummer van waarop het toestel "luistert" naar het signaal van de DMX controller.
Geef dit startadres in en lees het af van de display op de basis van de VDP201GLD.
U kunt één enkel startadres gebruiken voor een groep toestellen of u kunt per toestel een nieuw startadres ingeven.
Wanneer u één enkel startadres instelt, zullen alle toestellen "luisteren" naar hetzelfde kanaal. Met andere woorden:
wanneer u de instellingen voor 1 kanaal verandert, zullen alle toestellen er tegelijk op reageren.
Wanneer u verschillende adressen instelt, dan luistert elk toestel naar een ander kanaal. Met andere woorden:
wanneer u de instellingen van een kanaal verandert, zal enkel het toestel op dat kanaal reageren.
In het geval van de 6-kanaals VDP201GLD moet u het startadres van het eerste toestel instellen op 1, het tweede op
7 (1 + 6), het derde op 13 (7 + 6), enz.
Het DMX startadres van het toestel wordt bepaald door de eerste 9 Dipschakelaars. Hun codering is binair:
Dipschakelaar 1 heeft waarde 1, Dipschakelaar 2 is 2, Dipschakelaar 3 is 4, Dipschakelaar 4 is 8, etc.
Is het startadres bijvoorbeeld 95, worden de eerste 9 schakelaars ingesteld als: 111110100 (1 + 2 + 4 + 8 + 16 + 0 +
64 + 0 + 0 = 95).
De LED naast de Dipschakelaars geeft de status van het DMX-signaal weer.
LED knippert = DMX-signaal aanwezig/ LED uit = geen binnenkomend DMX-signaal.
VDP201GLD
Een DMX terminator is aanbevolen als de DMX kabel vrij lang is of wordt gebruikt in een
omgeving met veel elektrische ruis (bvb. een discotheek). De terminator voorkomt
corruptie van het digitale controlesignaal door elektrische ruis. De DMX terminator is niets
meer dan een XLR plug met een weerstand van 120 van pin 2 naar 3. Deze XLR plug
wordt dan aangesloten op de XLR uitgang van het laatste toestel in de reeks.
Zie de illustratie links.
7 VELLEMAN