NL
Voor Gebruik
Uitpakken van de benzine zuigblazer
• Controleer of alle onderdelen van de benzine zuigblazer aanwezig en
onbeschadigd zijn. Als er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn, wacht
dan tot deze onderdelen vervangen zijn alvorens het werktuig in gebruik
te nemen.
Zuigslangen
• Sluit voor gebruik de slangen van de zuigblazer (1) aan met behulp van
de bijgeleverde schroeven en bouten.
• OPMERKING: Het verkeerd aansluiten van de slangen op het toestel kan
de werking van het toestel ernstig verslechteren.
Zuigzak
• Sluit de zuigzak (8) aan op de vuiluitlaat (7) met behulp van de
bijgeleverde zelftappende schroeven.
Schouderriem
• Bevestig voor gebruik de schouderriem aan het toestel. Trek de riem aan
zodat het toestel gemakkelijk rond het middel hangt.
• OPMERKING: Het toestel nooit zonder de schouderriem gebruiken.
Brandstof bijvullen
• Bijvullen van brandstof altijd op een veilige plaats doen, ver van de
werkplek en hitte- of ontstekingsbronnen. Contact met de brandstof
vermijden. NIET ROKEN.
• Wachten tot de motor gestopt en afgekoeld is alvorens brandstof toe te
voegen.
• Brandstof altijd vooraf mengen, niet in de benzinetank mengen.
Slechts zoveel brandstof mengen als u van plan bent te gebruiken. 40
delen loodvrije benzine per 1 deel tweetaktolie gebruiken. Altijd echte
tweetaktolie gebruiken.
• De brandstofvuldop (11) verwijderen; de tank tot aan de vulopening met
het brandstofmengsel vullen.
• De vuldop weer aanbrengen.
• Eventuele gemorste brandstof wegvegen.
• De benzine zuigblazer ver van de plaats waar de brandstof toegevoegd
werd verplaatsen alvorens de motor te starten.
• Extra brandstof ver van de werkplek bewaren.
De motor starten
• WAARSCHUWING: Deze zuigblazer begint direct na het starten giftige
gassen af. Nooit proberen om binnen of in een ingesloten ruimte de
motor te starten. Altijd geschikte veiligheidsuitrusting dragen. Voor dit
toestel zijn een veiligheidsbril, handschoenen, oorbeschermers, een
gezichtsmasker en stevige kleding vereist. Het dragen van een helm en
veiligheidslaarzen is ook raadzaam.
• De benzine zuigblazer op de grond neerzetten.
• 10 keer langzaam in de vulballon knijpen en loslaten. Er moet brandstof
zichtbaar zijn in de ballon. Als er geen brandstof te zien is, in de ballon
blijven knijpen tot er brandstof zichtbaar is.
• De luchtklephendel (12) instellen op de stand (als de motor al warm is,
de luchtklephendel instellen op de stand
• De gasklep (4) instellen op de snelste stand
• De ontstekingsschakelaar (9) instellen op de stand "I".
• Het voorste handvat (2) indrukken om de zuigblazer te stabiliseren. De
terugslagstarter (10) vastgrijpen en strak trekken.
• Stevig aan de starthendel trekken om de motor te starten. Het koord niet
om uw hand wikkelen en altijd terug in de behuizing leiden.
• Na een aantal keer trekken moet de motor starten.
• De luchtklephendel (12) instellen op de stand .
• De motor ongeveer 20 tot 30 seconden laten opwarmen en vervolgens
de luchtklephendel instellen op de stand
De motor afzetten
• De luchtklephendel instellen op de traagste stand en de motor
stationair laten draaien om af te koelen.De startschakelaar indrukken en
in de "O"-stand houden tot de motor volledig tot stilstand is gekomen.
26
.
Gebruik Van de Benzine
Zuigblazer
De blaasstand
• De keuzehendel (6) in de verticale stand zetten; dit is de blaasstand.
• De blazer werkt beter op lagere snelheden. Als het vuil op lage snelheid
niet te verplaatsen is, kan de snelheid enigszins verhoogd worden.
• Beide handvaten van de zuigblazer (2&3) vastgrijpen en het toestel direct
op het vuil richten.
• Het toestel langzaam heen en weer bewegen om het vuil bij elkaar te
zamelen.
• Het uiteinde van het toestel altijd minstens 15cm boven het oppervlak
houden.
• OPMERKING: Als de werking belemmerd lijkt te zijn, moet wellicht de
zuigzak verwijderd worden.
De zuigstand
• De keuzehendel (6) in de horizontale stand zetten; dit is de zuigstand.
• De zuiger werkt het beste op lagere snelheden. Als het vuil op lage
snelheid niet te verplaatsen is, kan de snelheid enigszins verhoogd
worden.
• Beide handvaten van de zuigblazer (2&3) vastgrijpen en het toestel direct
op het vuil richten.
• Het toestel langzaam heen en weer bewegen om het vuil bij elkaar te
zamelen.
• Het uiteinde van het toestel altijd minstens 15cm boven het oppervlak
houden.
• OPMERKING: De zuigzak moet stevig aan het toestel bevestigd zijn.
• WAARSCHUWING: De keuzehendel niet halverwege tussen twee standen
instellen. Dit kan ernstige schade aan het toestel veroorzaken en kan de
garantie ongeldig maken.
Onderhoud
Altijd de motor afzetten en volledig laten afkoelen alvorens reiniging of
onderhoud uit te voeren.
Ontstekingsbougie
• De bougie dient regelmatig gecontroleerd te worden.
• De bougie met de bijgeleverde sleutel verwijderen.
• De elektrodenafstand dient op 0,5mm ingesteld te zijn.
• Als de bougie er vuil of verbrand uitziet, loopt de motor niet goed. Het
brandstofmengsel en de motorafstelling controleren.
• Als de bougie diepe putten of erosie vertoont, de bougie door een nieuwe
van hetzelfde type vervangen.
• De bougie altijd goed vastdraaien voor gebruik.
Reiniging
• Het toestel te allen tijde schoon houden. Vuil en stof doen de inwendige
onderdelen snel slijten en verkorten de levensduur van het toestel.
• De behuizing van het toestel met een doek en een reinigingsmiddel
schoonmaken.
• De brandstoftank bevat een filter dat regelmatig met schone benzine
gereinigd dient te worden.
• Het luchtfilter dient regelmatig verwijderd en gereinigd te worden. Het
luchtfilterelement dient met afwasmiddel gereinigd, gedroogd en met
gewone machineolie ingesmeerd te worden. Hermonteren alvorens de
struikruimer te gebruiken.
Opslag
• De zuigblazer volledig laten afkoelen alvorens hem voor opslag voor te
bereiden.
• Alle brandstof en olie aftappen.
• Als de zuigblazer gedurende lange tijd opgeslagen gaat worden, alle
metaaloppervlakken afnemen met een met olie bevochtigde doek.
De ontstekingsbougie verwijderen en een kleine hoeveelheid olie in
de cilinder gieten. De bougie weer aanbrengen en aan de starthendel
trekken om de olie te verspreiden.
• De zuigblazer op een schone, droge plaats uit de buurt van hitte en direct
zonlicht opslaan. De zuigblazer buiten het bereik van kinderen bewaren.